Overwegingen bij COM(2008)176 - Standpunt dat namens de EG moet worden ingenomen ten aanzien van een Voorstel tot wijziging van bijlage III van het Verdrag van Rotterdam

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Europese Gemeenschap heeft het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel, hierna 'het Verdrag van Rotterdam' genoemd, geratificeerd[4].

(2) Het Verdrag van Rotterdam is in de Gemeenschap ten uitvoer gelegd bij Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen[5].

(3) Het is noodzakelijk en gepast de aanbeveling van de Commissie ter beoordeling van chemische stoffen inzake de opneming van wit asbest (chrysotiel), endosulfan en tributyltinverbindingen in bijlage III van het Verdrag van Rotterdam te ondersteunen om ervoor te zorgen dat invoerende landen de bescherming genieten waarin het Verdrag van Rotterdam voorziet. Deze drie stoffen zijn in de Gemeenschap reeds verboden of strikt gereguleerd en derhalve gelden voor de uitvoer daarvan reeds voorschriften die verder reiken dan de eisen van het Verdrag van Rotterdam.

(4) Naar verwachting zal op de vierde vergadering van de Conferentie van de Partijen (COP4) bij het Verdrag van Rotterdam een besluit worden genomen over de voorgestelde wijziging van bijlage III. De Gemeenschap dient deze wijziging te ondersteunen.

(5) Op de COP4 dienen de Gemeenschap en de lidstaten nauw samen te werken om ervoor te zorgen dat eventuele wijzigingen van bijlage III verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.