Overwegingen bij COM(2013)75 - Aanpassing aantal richtlijnen over toezicht op producten die op de markt zijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Ter waarborging van het vrije verkeer van producten binnen de Unie moet ervoor worden gezorgd dat de producten voldoen aan eisen die een hoog beschermingsniveau bieden voor openbare belangen, zoals gezondheid en veiligheid in het algemeen, gezondheid en veiligheid op het werk, consumentenbescherming, milieubescherming en openbare veiligheid. Een krachtige handhaving van deze eisen is van essentieel belang voor de goede bescherming van deze belangen en voor de totstandbrenging van de voorwaarden voor loyale concurrentie op de goederenmarkt van de Unie. Er moeten bijgevolg regels worden vastgesteld inzake markttoezicht en inzake controles van producten die uit derde landen in de Unie worden binnengebracht.

(2) Onder deze verordening vallende markttoezichtactiviteiten mogen niet uitsluitend gericht zijn op de bescherming van de gezondheid en veiligheid, maar moeten ook betrekking hebben op de handhaving van Uniewetgeving die andere openbare belangen tracht te beschermen, bijvoorbeeld door regels vast te stellen voor de nauwkeurigheid van metingen, elektromagnetische compatibiliteit en energie‑efficiëntie.

(3) Er moet een algemeen kader van regels en beginselen worden vastgesteld met betrekking tot markttoezicht, dat geen invloed mag hebben op de substantiële regels van de bestaande Uniewetgeving die is gericht op de bescherming van openbare belangen als gezondheid en veiligheid, consumentenbescherming en bescherming van het milieu, maar dat tot doel moet hebben hun werking te verbeteren.

(4) Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten8 is aangenomen om een kader voor markttoezicht in te stellen dat de bestaande, in de harmonisatiewetgeving van de Unie opgenomen bepalingen inzake markttoezicht en de handhaving van dergelijke bepalingen moet aanvullen en versterken.

(5) Om te waarborgen dat de harmonisatiewetgeving van de Unie op gelijkwaardige en consequente wijze wordt gehandhaafd, stelt Verordening (EG) nr. 765/2008 een Uniekader voor markttoezicht vast waarin zowel de minimumeisen in het licht van de voor de lidstaten geldende doelstellingen als een kader voor administratieve samenwerking, inclusief de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten, zijn vastgelegd.

(6) In Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid9 zijn regels vastgesteld ter waarborging van de veiligheid van producten die bestemd zijn voor of waarschijnlijk zullen worden gebruikt door consumenten. Krachtens Verordening (EG) nr. 765/2008 behielden de markttoezichtautoriteiten de mogelijkheid om de specifiekere maatregelen te treffen waarin die richtlijn voorziet.

(7) In zijn resolutie van 8 maart 2011 over de herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid en markttoezicht10 verklaart het Europees Parlement dat de aanneming van één enkele verordening de voorwaarde is voor een uniform toezichtsysteem voor alle producten en dringt het daarom bij de Commissie aan op invoering van een toezichtsysteem voor de interne markt voor alle producten op basis van één wetgevingsbesluit dat zowel Richtlijn 2001/95/EG als Verordening (EG) nr. 765/2008 bestrijkt.

(8) Bij deze verordening moeten bijgevolg de bepalingen van Verordening (EG) nr. 765/2008, Richtlijn 2001/95/EG en diverse sectorspecifieke harmonisatiewetgevingshandelingen van de Unie betreffende markttoezicht worden samengebracht in één enkele verordening die betrekking heeft op producten van zowel de geharmoniseerde als de niet-geharmoniseerde gebieden van de Uniewetgeving, ongeacht of deze producten bestemd zijn voor gebruik of waarschijnlijk gebruik door consumenten of professionals.

(9) In de Uniewetgeving betreffende producten en procedés van de voedselketen en met name Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn11, is een alomvattend kader vastgesteld voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten om te verifiëren of is voldaan aan de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen, de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn, genetisch gemodificeerde organismen, plantengezondheid en plantaardig teeltmateriaal, gewasbeschermingsmiddelen en pesticiden. Deze gebieden moeten bijgevolg van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.

(10) In de Uniewetgeving betreffende geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en stoffen van menselijke oorsprong zijn bijzondere bepalingen opgenomen om de veiligheid na het in de handel brengen te waarborgen met name op basis van sectorspecifieke systemen voor bewaking en markttoezicht. Deze producten moeten bijgevolg van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten, behalve wat betreft de bepalingen betreffende de controle van producten die de Uniemarkt binnenkomen; deze bepalingen moeten worden toegepast voor zover de betrokken Uniewetgeving geen specifieke regels over de organisatie van grenscontroles bevat.

(11) Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur12 is niet alleen van toepassing op nieuwe vervoerbare drukapparatuur ten behoeve van het aanbieden ervan op de markt, maar ook op bepaalde andere vervoerbare drukapparatuur ten behoeve van periodieke keuringen, tussentijdse keuringen, bijzondere keuringen en gebruik daarvan. Die richtlijn voorziet in de specifieke pi-markering, in een vrijwaringsprocedure van de Unie en in bijzondere procedures voor vervoerbare drukapparatuur die op nationaal niveau een risico vormt, voor conforme vervoerbare drukapparatuur die een risico voor de gezondheid en veiligheid vormt en voor formele non-conformiteit. Bijgevolg mogen de in deze verordening vastgestelde procedures voor de controle van producten binnen de Unie niet gelden voor vervoerbare drukapparatuur die onder Richtlijn 2010/35/EU valt.

(12) In deze verordening moet een alomvattend kader voor markttoezicht in de Unie worden vastgesteld. Er moet worden omschreven welke producten onder het toepassingsgebied ervan vallen en welke daarvan zijn uitgesloten, de lidstaten moeten worden verplicht om markttoezicht te organiseren en uit te voeren en om markttoezichtautoriteiten aan te wijzen en de bevoegdheden en taken ervan te omschrijven, en de lidstaten moeten worden belast met het opstellen van algemene en sectorspecifieke programma's voor markttoezicht.

(13) Een aantal harmonisatiewetgevingsteksten van de Unie bevat bepalingen over markttoezicht en vrijwaringsclausules. Deze kunnen gebaseerd zijn op de referentiebepalingen betreffende markttoezicht en vrijwaringsclausules van Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten13. Deze verordening moet alle bepalingen inzake markttoezicht bevatten die gelden voor de onder haar toepassingsgebied vallende producten. In deze verordening moeten bijgevolg de referentiebepalingen betreffende markttoezicht en vrijwaringsclausules van Besluit nr. 768/2008/EG worden opgenomen. Bepalingen in de bestaande harmonisatiewetgevingsteksten van de Unie betreffende markttoezicht en vrijwaringsclausules, ongeacht of zij vóór de vaststelling van Besluit nr. 768/2008/EG zijn aangenomen of zijn gebaseerd op de referentiebepalingen van dat besluit, moeten uit die wetgevingsteksten worden geschrapt tenzij er specifieke sectorale redenen zijn om ze te behouden. Vrijstellingen van de vrijwaringsbepalingen moeten worden vastgesteld voor producten die vallen onder Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), voor bepaald toebehoren dat valt onder Richtlijn 2009/142/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009, voor bepaalde drukapparatuur die valt onder Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 mei 1997 en voor bepaalde drukvaten die vallen onder Richtlijn 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009.

(14) Om ervoor te zorgen dat het gehele markttoezichtsproces transparant is en gemakkelijk kan worden gevolgd door zowel de markttoezichtautoriteiten als de marktdeelnemers, moeten in de verordening alle chronologische stappen van dat proces duidelijk worden omschreven, vanaf het moment dat de markttoezichtautoriteiten een product identificeren dat volgens hen een risico kan vormen, tot de beoordeling van dat risico, de corrigerende maatregelen die de betrokken marktdeelnemer binnen een gestelde termijn moet nemen en de maatregelen die de markttoezichtautoriteiten zelf moeten nemen wanneer de betrokken marktdeelnemers in gebreke blijven of in dringende gevallen.

(15) Markttoezicht moet zijn gebaseerd op de beoordeling van het aan een product verbonden risico en daarbij moet rekening worden gehouden met alle relevante gegevens. Een product dat valt onder harmonisatiewetgeving van de Unie die essentiële eisen bevat betreffende de bescherming van bepaalde openbare belangen, moet worden geacht geen risico voor die openbare belangen te vormen wanneer het voldoet aan die essentiële eisen.

(16) Een product dat valt onder harmonisatiewetgeving van de Unie die geen essentiële eisen bevat, maar die tot doel heeft de bescherming van bepaalde openbare belangen te waarborgen, moet worden geacht geen risico voor die openbare belangen te vormen wanneer het voldoet aan die wetgeving.

(17) Een product dat niet onder de harmonisatiewetgeving van de Unie valt, maar dat voldoet aan nationale voorschriften inzake gezondheid en veiligheid van personen of aan Europese normen waarnaar wordt verwezen in het Publicatieblad van de Europese Unie, moet worden geacht geen risico voor de gezondheid en veiligheid te vormen.

(18) Voor de toepassing van deze verordening moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd om de producten te identificeren die een ongunstige invloed kunnen hebben op de openbare belangen die worden beschermd door [Verordening (EU) nr. xxxx (betreffende de veiligheid van consumentenproducten)], sectorspecifieke harmonisatiewetgeving van de Unie en andere Uniewetgeving betreffende producten die onder deze verordening vallen. De risicobeoordeling moet, indien beschikbaar, gegevens bevatten over risico's die zich voorheen hebben gemanifesteerd met betrekking tot het betrokken product. Er moet ook rekening worden gehouden met alle maatregelen die door de betrokken marktdeelnemers zijn genomen ter beperking van de risico's. De bijzondere potentiële kwetsbaarheid van consumenten, in tegenstelling tot professionele gebruikers, moet in aanmerking worden genomen, net als de grotere kwetsbaarheid van bepaalde categorieën consumenten zoals kinderen, ouderen of gehandicapten.

(19) Zowel nieuwe als tweedehands producten van buiten de Unie kunnen enkel in de handel worden gebracht nadat zij in het vrije verkeer zijn gebracht. Er moeten doeltreffende controles worden uitgevoerd aan de buitengrenzen van de Unie om de vrijgave op te schorten van producten die een risico kunnen vormen wanneer ze in de Unie in de handel worden gebracht, in afwachting van een evaluatie en definitieve beslissing van de markttoezichtautoriteiten.

(20) Wanneer de autoriteiten die zijn belast met de controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen, verplicht zijn om op voldoende grote schaal controles uit te voeren, zal dat er bijgevolg toe leiden dat de productenmarkt van de Unie veiliger wordt. Om de doeltreffendheid van dergelijke controles te vergroten, moeten de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen die autoriteiten en de markttoezichtautoriteiten betreffende producten die een risico vormen, worden verbeterd.

(21) Markttoezichtautoriteiten moeten de bevoegdheid krijgen om producten te vernietigen of onbruikbaar te maken of om de betrokken marktdeelnemer te gelasten ze te vernietigen wanneer zij dat noodzakelijk en evenredig achten om te verhinderen dat dergelijke producten verder gevaar opleveren.

(22) Het in het vrije verkeer brengen van producten die fysiek in het bezit zijn van personen die de Unie binnenkomen en die worden ingevoerd voor persoonlijk, niet‑commercieel gebruik, mag niet worden opgeschort of geweigerd uit hoofde van deze verordening door de autoriteiten die belast zijn met de controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen.

(23) Er moet worden gezorgd voor een doeltreffende, snelle en accurate informatie‑uitwisseling tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie. Er moeten bijgevolg doeltreffende instrumenten worden vastgesteld voor die uitwisseling. Het systeem van de Unie voor snelle uitwisseling van informatie (RAPEX) heeft zijn doeltreffendheid bewezen. RAPEX maakt het mogelijk maatregelen te nemen in de gehele Unie met betrekking tot producten die een risico vormen dat verder reikt dan het grondgebied van een enkele lidstaat. Om onnodig dubbel werk te vermijden, moet dat systeem worden gebruikt voor alle door deze verordening voorgeschreven kennisgevingen met waarschuwing betreffende producten die een risico vormen.

(24) Een coherent en kosteneffectief markttoezicht in de gehele Unie vergt ook een goed gestructureerd en uitgebreid systeem voor archivering en uitwisseling tussen de lidstaten van alle relevante informatie over de betrokken nationale activiteiten, waaronder een verwijzing naar de door deze verordening voorgeschreven kennisgevingen, teneinde te beschikken over een complete databank met informatie over markttoezicht. De Commissie heeft een databank ("Informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht") opgezet, die geschikt is voor dit doel en die bijgevolg moet worden gebruikt.

(25) Gezien de omvang van de goederenmarkt van de Unie en aangezien er geen binnengrenzen zijn, is het beslist nodig dat de markttoezichtautoriteiten van de lidstaten bereid en in staat zijn om doeltreffend samen te werken en om gezamenlijke steun en maatregelen te coördineren. Bijgevolg moeten mechanismen voor wederzijdse bijstand worden ontwikkeld.

(26) Om het markttoezicht op producten die uit derde landen op de markt van de Unie worden binnengebracht te vergemakkelijken, moet deze verordening een basis bieden voor de samenwerking tussen de markttoezichtautoriteiten van de lidstaten en de autoriteiten van die landen.

(27) Er moet een Europees forum voor markttoezicht worden opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van de markttoezichtautoriteiten. Dat forum moet alle betrokken belanghebbenden, waaronder beroeps‑ en consumentenorganisaties, samenbrengen, om voordeel te halen uit beschikbare informatie over markttoezicht wanneer programma's voor markttoezicht worden opgesteld, uitgevoerd en geactualiseerd.

(28) De Commissie moet de samenwerking tussen de markttoezichtautoriteiten ondersteunen en moet aan het forum deelnemen. In de verordening moet een lijst worden opgenomen met de door het forum uit te voeren taken. Een uitvoerend secretariaat moet de vergaderingen van het forum organiseren en het forum andere operationele ondersteuning verlenen bij de uitvoering van zijn taken.

(29) Er moeten indien nodig referentielaboratoria worden opgericht die deskundig en onpartijdig technisch advies verstrekken en producten aan tests onderwerpen die vereist zijn in het kader van markttoezichtactiviteiten.

(30) In deze verordening moet een evenwicht worden gevonden tussen transparantie door vrijgave van zoveel mogelijk informatie aan het publiek en de vertrouwelijke behandeling van informatie, bijvoorbeeld met het oog op de bescherming van persoonsgegevens, de geheimhouding van bedrijfsgegevens of de bescherming van onderzoeken, conform de regels inzake vertrouwelijkheid van het toepasselijke nationale recht of, wat de Commissie betreft, Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie14. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens15 en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens16 zijn in het kader van deze verordening van toepassing.

(31) Informatie die tussen bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld, moet onderworpen zijn aan de strengste garanties van vertrouwelijkheid en beroepsgeheim en moet worden behandeld op een wijze die het onderzoek niet in het gedrang brengt en de reputatie van marktdeelnemers niet schaadt.

(32) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat er rechtsmiddelen bij de bevoegde rechterlijke instanties kunnen worden aangewend met betrekking tot de door hun autoriteiten genomen beperkende maatregelen.

(33) De lidstaten moeten de regels inzake de sancties die gelden voor inbreuken op deze verordening vaststellen en ervoor zorgen dat deze sancties worden toegepast. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(34) Markttoezicht moet minstens gedeeltelijk worden gefinancierd met vergoedingen die worden gevraagd van marktdeelnemers wanneer de markttoezichtautoriteiten de marktdeelnemers gelasten corrigerende maatregelen te nemen of wanneer die autoriteiten zelf maatregelen moeten nemen.

(35) Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening moet de Unie bijdragen in de financiering van de activiteiten die nodig zijn om het beleid op het gebied van markttoezicht uit te voeren, zoals de opstelling en bijwerking van richtsnoeren, voorbereidende of aanvullende werkzaamheden in verband met de uitvoering van Uniewetgeving en programma's voor technische bijstand aan en samenwerking met derde landen en versterking van het beleid op het niveau van de Unie en op internationaal niveau.

(36) Er moet Uniefinanciering worden verstrekt conform Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie17, afhankelijk van de aard van de te financieren activiteit, en met name financiële steun voor het uitvoerende secretariaat van het Europees forum voor markttoezicht.

(37) Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot nationale maatregelen die door een lidstaat zijn genomen en ter kennis gebracht in verband met onder de harmonisatiewetgeving van de Unie vallende producten, en met betrekking tot de oprichting van referentielaboratoria van de Unie.

(38) Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van controles afhankelijk van de betrokken productcategorieën of sectoren, waaronder de omvang van de uit te voeren controles en de geschiktheid van de te controleren monsters. Er moeten ook uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de wijze waarop marktdeelnemers informatie verstrekken aan de markttoezichtautoriteiten en met betrekking tot de vaststelling van eenvormige voorwaarden om te bepalen in welke gevallen dergelijke informatie niet hoeft te worden verstrekt. Er moeten ook uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de regelingen en procedures voor informatie-uitwisseling via RAPEX en met betrekking tot de vaststelling van tijdelijke of permanente beperkende maatregelen voor het verhandelen van producten die een ernstig risico vormen, in voorkomend geval met vermelding van de door de lidstaten te nemen controlemaatregelen voor de effectieve tenuitvoerlegging van die maatregelen, voor zover er in andere Uniewetgeving geen specifieke procedure is vastgesteld om de betrokken risico's aan te pakken. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren18.

(39) De Commissie moet onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vaststellen wanneer – in naar behoren gemotiveerde gevallen in verband met beperkende maatregelen voor producten die een ernstig risico vormen – dwingende redenen van urgentie dat vereisen.

(40) De bepalingen van deze verordening overlappen met de bepalingen inzake markttoezicht van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen19, Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik20, Richtlijn 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 maart 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen21, Richtlijn 94/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot pleziervaartuigen22, Richtlijn 95/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften23, Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur24, Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit25, Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer26, Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis27, Richtlijn 2001/95/EG, Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit28, Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines29, Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen30, Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen31, Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap32, Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed33, Richtlijn 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake drukvaten van eenvoudige vorm34, Richtlijn 2009/142/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende gastoestellen35, Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur36, Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten37 en Verordening (EG) nr. 765/2008. Deze bepalingen inzake markttoezicht moeten bijgevolg worden geschrapt. Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en tot intrekking van Beschikking nr. 3052/95/EG38 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(41) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk door de vaststelling van een kader voor coherent markttoezicht in de Unie waarborgen dat zich in de handel bevindende producten waarop Uniewetgeving van toepassing is, een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en veiligheid en van andere openbare belangen bieden zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt aangezien daarvoor een verregaande samenwerking, interactie en eenvormigheid tussen alle bevoegde autoriteiten van alle lidstaten is vereist, en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel 5 neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(42) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt met name de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Deze verordening heeft met name tot doel een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en van de consument te waarborgen alsook de volledige eerbiediging van de vrijheid van ondernemerschap en het recht op eigendom.