Overwegingen bij COM(2021)429 - Wijziging van Richtlijn 2019/1153 wat betreft de toegang van bevoegde autoriteiten tot centrale registers van bankrekeningen via het centrale toegangspunt

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Vergemakkelijking van de toegang tot financiële informatie is noodzakelijk voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten, met inbegrip van terrorisme. Een snelle toegang tot financiële informatie is met name essentieel voor het verrichten van doeltreffende strafrechtelijke onderzoeken en voor een succesvolle opsporing en daaropvolgende confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven.

(2) Richtlijn (EU) 2019/1153 van het Europees Parlement en de Raad 16 stelt de door de lidstaten aangewezen autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten in staat om, met inachtneming van bepaalde waarborgen en beperkingen, toegang te krijgen tot bankrekeninginformatie en deze te doorzoeken. In Richtlijn (EU) 2019/1153 wordt bankrekeninginformatie omschreven als bepaalde informatie die is opgenomen in de gecentraliseerde automatische mechanismen die de lidstaten overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad hebben opgezet 17 en die in Richtlijn (EU) 2019/1153 centrale registers van bankrekeningen worden genoemd.

(3) De op grond van Richtlijn (EU) 2019/1153 aangewezen autoriteiten omvatten ten minste de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen alsook belastingautoriteiten en corruptiebestrijdingsinstanties, voor zover deze krachtens het nationale recht bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten. Krachtens die richtlijn zijn de bevoegde autoriteiten alleen gemachtigd om rechtstreeks toegang te krijgen tot de centrale registers van bankrekeningen van de lidstaat die deze autoriteiten heeft aangewezen, en om deze registers te doorzoeken.

(4) Richtlijn (EU) YYYY/XX van het Europees Parlement en de Raad 18 , die Richtlijn 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad vervangt 19 en de belangrijkste kenmerken van het bij die richtlijn ingestelde systeem behoudt, bepaalt bovendien dat de gecentraliseerde automatische mechanismen onderling worden gekoppeld via het centrale toegangspunt voor registers van bankrekeningen, dat door de Commissie moet worden opgezet en beheerd. Krachtens Richtlijn (EU) YYYY/XX blijven echter alleen financiële-inlichtingeneenheden rechtstreekse toegang behouden tot de gecentraliseerde automatische mechanismen, onder meer via het centrale toegangspunt voor registers van bankrekeningen.

(5) Gezien het grensoverschrijdende karakter van de georganiseerde criminaliteit en het witwassen van geld en het belang van relevante financiële informatie voor de bestrijding van criminele activiteiten, onder meer door, waar mogelijk en passend, illegaal verkregen vermogensbestanddelen snel op te sporen, te bevriezen en te confisqueren, moeten de overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/1153 aangewezen autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten rechtstreeks toegang kunnen hebben tot de centrale registers van bankrekeningen van andere lidstaten via het overeenkomstig Richtlijn (EU) YYYY/XX opgezette centrale toegangspunt voor registers van bankrekeningen, en moeten zij deze registers kunnen doorzoeken.

(6) De reeds bij Richtlijn (EU) 2019/1153 vastgestelde waarborgen en beperkingen moeten ook gelden voor de mogelijkheid om op grond van deze richtlijn toegang te krijgen tot bankrekeninginformatie via het centrale toegangspunt voor registers van bankrekeningen en om deze informatie te doorzoeken. Deze waarborgen en beperkingen betreffen onder meer de beperking van die mogelijkheid tot de autoriteiten die bevoegd zijn om toegang te krijgen tot bankrekeninginformatie en deze te doorzoeken, de doeleinden waarvoor toegang en zoekopdrachten zijn toegestaan, de soorten gegevens die toegankelijk en doorzoekbaar zijn, de vereisten die gelden voor het personeel van de aangewezen bevoegde autoriteiten, de beveiliging van de gegevens en het registreren van de toegang en de zoekopdrachten in logbestanden.

(7) Elke verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten in verband met de bij deze richtlijn ingestelde toegangs- en zoekmogelijkheden valt onder Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad 20 . Daarom is deze richtlijn in overeenstemming met de grondrechten en beginselen die worden erkend bij artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en bij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens.

(8) Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de aangewezen autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten te machtigen om toegang te krijgen tot de centrale registers van bankrekeningen van andere lidstaten en deze te doorzoeken via het bij Richtlijn (EU) YYYY/XX ingestelde centrale toegangspunt voor registers van bankrekeningen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen treffen, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(9) [Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Ierland te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze richtlijn wenst deel te nemen.]

[of] 

[Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.]

(10) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn en is deze richtlijn niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(11) Richtlijn (EU) 2019/1153 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 21 [en heeft op XX 2021 een advies uitgebracht].