Overwegingen bij COM(2023)97 - Machtiging voor onderhandelingen met Ecuador op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Ecuadoraanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)97 - Machtiging voor onderhandelingen met Ecuador op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de ... |
---|---|
document | COM(2023)97 |
datum | 22 februari 2023 |
(2) In Verordening (EU) 2016/794, en met name in de bepalingen die betrekking hebben op de overdracht van persoonsgegevens door het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) aan derde landen en internationale organisaties, is bepaald dat Europol persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land mag overdragen op basis van een ingevolge artikel 218 VWEU gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en het derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.
(3) Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Ecuador op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Ecuadoraanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme (hierna de “overeenkomst” genoemd).
(4) Zoals tevens in herinnering is gebracht in overweging 35 van Verordening (EU) 2016/794, moet de Commissie ook tijdens de onderhandelingen over de overeenkomst de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) kunnen raadplegen, en in ieder geval voordat de overeenkomst wordt gesloten.
(5) De overeenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen.
(6) De overeenkomst mag niet van invloed zijn op en mag geen afbreuk doen aan de overdracht van persoonsgegevens of andere vormen van samenwerking tussen de autoriteiten die voor de bescherming van de nationale veiligheid verantwoordelijk zijn,