Overwegingen bij COM(2023)232 - Standaardessentiële octrooien en tot wijziging van Verordening (EU)2017/1001 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)232 - Standaardessentiële octrooien en tot wijziging van Verordening (EU)2017/1001. |
---|---|
document | COM(2023)232 ![]() ![]() |
datum | 27 april 2023 |
(2) Deze verordening heeft tot doel de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren door de oorzaken van een inefficiënte licentieverlening aan te pakken, zoals het gebrek aan transparantie met betrekking tot SEP’s, billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand) en de licentieverlening in de waardeketen, evenals het beperkte gebruik van procedures voor de beslechting van geschillen bij de beslechting van Frand-geschillen. Al deze oorzaken samen verminderen de algehele billijkheid en efficiëntie van het systeem en leiden tot buitensporige administratieve en transactiekosten. Door de licentieverlening voor SEP’s te verbeteren, wil de verordening de deelname van Europese bedrijven aan de ontwikkeling van normen en de brede toepassing van dergelijke genormaliseerde technologieën stimuleren, met name in bedrijfstakken van het internet der dingen (IoT). Daarom streeft deze verordening doelstellingen na die complementair zijn met, maar verschillen van de door de artikelen 101 en 102 VWEU gewaarborgde bescherming van onvervalste mededinging. Deze verordening mag evenmin afbreuk doen aan de nationale mededingingsregels.
(3) SEP’s zijn octrooien die technologie beschermen die in een norm is opgenomen. SEP’s zijn “essentieel” in de zin dat voor de toepassing van de norm moet worden gebruikgemaakt van de uitvindingen die onder SEP’s vallen. Het succes van een norm hangt af van de brede toepassing ervan en als zodanig moet elke belanghebbende worden toegestaan een norm te gebruiken. Om een brede toepassing en toegankelijkheid van normen te waarborgen, verlangen organisaties voor de ontwikkeling van normen dat de SEP-houders die aan de ontwikkeling van normen deelnemen, zich ertoe verbinden die octrooien onder Frand-voorwaarden in licentie te geven aan toepassers die ervoor hebben gekozen de norm te gebruiken. De Frand-verbintenis is een vrijwillige contractuele verbintenis van de SEP-houder ten behoeve van derden en moet als zodanig ook door latere SEP-houders worden nagekomen. Deze verordening moet van toepassing zijn op octrooien die essentieel zijn voor een norm die is gepubliceerd door een organisatie voor de ontwikkeling van normen, waaraan de SEP-houder heeft toegezegd zijn SEP’s in licentie te geven onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (Frand), en die na de inwerkingtreding van deze verordening niet onderworpen is aan beleid inzake royaltyvrije intellectuele eigendom.
(4) Er zijn gevestigde commerciële relaties en licentieverleningspraktijken voor bepaalde gebruiksgevallen van normen, zoals de normen voor draadloze communicatie, waarbij iteraties over meerdere generaties leiden tot een aanzienlijke wederzijdse afhankelijkheid en een significante waarde die zichtbaar toekomt aan zowel SEP-houders als -toepassers. Er zijn andere, doorgaans nieuwere gebruiksgevallen – soms van dezelfde normen of subgroepen ervan – met minder mature markten en meer diffuse en minder geconsolideerde gemeenschappen van toepassers, waarvoor de onvoorspelbaarheid van royalty en andere licentieverleningsvoorwaarden en het vooruitzicht van complexe octrooibeoordelingen en -taxaties en daarmee verband houdende geschillen zwaarder wegen op de stimulansen om genormaliseerde technologieën in innovatieve producten te installeren. Om een evenredige en doelgerichte respons te waarborgen, mogen bepaalde procedures in het kader van deze verordening, namelijk de vaststelling van de geaggregeerde royalty en de verplichte vaststelling van Frand voorafgaand aan een geschil, daarom niet worden toegepast op specifieke gebruiksgevallen van bepaalde normen of delen daarvan waarvoor voldoende bewijs bestaat dat de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties onder Frand-voorwaarden geen aanleiding geven tot aanzienlijke moeilijkheden of inefficiëntie.
(5) Aangezien transparantie bij de verlening van SEP-licenties een evenwichtig investeringsklimaat in volledige waardeketens van de eengemaakte markt moet bevorderen, met name voor het gebruik van nieuwe technologie die de doelstellingen van de Unie – groene, digitale en veerkrachtige groei – onderbouwt, moet de verordening ook van toepassing zijn op normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van de verordening zijn gepubliceerd, wanneer inefficiëntie bij de verlening van de betreffende SEP-licenties het functioneren van de interne markt ernstig verstoort. Dit is met name relevant wanneer de markt tekortschiet en investeringen in de eengemaakte markt, de uitrol van innovatieve technologieën of de ontwikkeling van nieuwe technologieën en gebruiksgevallen worden belemmerd. Daarom moet de Commissie – rekening houdend met die criteria – door middel van een gedelegeerde handeling bepalen voor welke normen of delen daarvan die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd, en voor welke relevante gebruiksgevallen, SEP’s kunnen worden geregistreerd.
(6) Aangezien een Frand-verbintenis moet worden aangegaan voor elk SEP dat aan een voor herhaalde en voortdurende toepassing bedoelde norm is gedeclareerd, moet de betekenis van normen ruimer zijn dan in Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad 35 .
(7) Licentieverlening onder Frand-voorwaarden omvat ook royaltyvrije licentieverlening. Aangezien de meeste problemen zich voordoen bij de verlening van niet-royaltyvrije licenties, is deze verordening niet van toepassing op royaltyvrije licentieverlening.
(8) Aangezien wereldwijd SEP-licenties worden verleend, kunnen verwijzingen naar geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand verwijzen naar wereldwijde geaggregeerde royalty en wereldwijde vaststellingen van Frand, of zoals anderszins overeengekomen door de kennisgevende belanghebbenden of de partijen bij de procedure.
(9) In de Unie zijn de vaststelling van normen en de toepassing van de mededingingsregels in verband met de Frand-verplichting op standaardessentiële octrooien gebaseerd op de horizontale richtsnoeren 36 en het arrest van het Hof van Justitie van 16 juli 2015 in zaak C-170/13, Huawei Technologies Co. Ltd/ZTE Corp. En ZTE Deutschland GmbH 37 . Het Hof van Justitie heeft erkend dat een SEP-houder het recht heeft te trachten zijn octrooien voor de nationale rechter te handhaven onder bepaalde voorwaarden die moeten zijn vervuld om misbruik van de dominante positie door de SEP-houder te voorkomen wanneer om een gerechtelijk bevel wordt verzocht. Aangezien een octrooi de houder ervan alleen het exclusieve recht verleent om derden te verbieden de uitvinding zonder toestemming van de houder te gebruiken in het rechtsgebied waarvoor het is verleend, vallen de octrooigeschillen onder de nationale octrooiwetgeving en het nationale burgerlijk procesrecht en/of handhavingsrecht dat is geharmoniseerd bij Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad 38 .
(10) Er bestaan specifieke procedures om de geldigheid van en de inbreuk op octrooien te beoordelen en deze verordening mag daarom niet van invloed zijn op die procedures.
(11) Elke verwijzing in deze verordening naar een bevoegde rechter van een lidstaat omvat het eengemaakt octrooigerecht wanneer aan de voorwaarden is voldaan.
(12) Om de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moet het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) de desbetreffende taken uitvoeren via een kenniscentrum. Het EUIPO heeft uitgebreide ervaring met het beheer van databanken, elektronische registers en alternatieve mechanismen voor geschillenbeslechting: belangrijke aspecten van de in het kader van deze verordening toegewezen taken. Het kenniscentrum moet van de nodige personele en financiële middelen worden voorzien om zijn taken uit te voeren.
(13) Het kenniscentrum moet een elektronisch register en een elektronische databank opzetten en beheren met gedetailleerde informatie over SEP’s die in een of meer lidstaten van kracht zijn, met inbegrip van de resultaten van essentialiteitscontroles, adviezen, verslagen, beschikbare jurisprudentie van rechtsgebieden wereldwijd, regels met betrekking tot SEP’s in derde landen en resultaten van specifieke studies over SEP’s. Om voor meer voorlichting te zorgen en de verlening van SEP-licenties voor kmo’s te vergemakkelijken, moet het kenniscentrum bijstand verlenen aan kmo’s. Het opzetten en beheren van een systeem voor essentialiteitscontroles en van procedures voor de vaststelling van geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand door het kenniscentrum moet maatregelen omvatten om het systeem en de procedures continu te verbeteren, onder meer door het gebruik van nieuwe technologieën. Het kenniscentrum moet – in overeenstemming met deze doelstelling – opleidingsprocedures vaststellen voor beoordelaars van essentialiteit en bemiddelaars voor het verstrekken van adviezen over geaggregeerde royalty en over de vaststelling van Frand en het moet de consistentie van hun praktijken stimuleren.
(14) Voor het kenniscentrum moeten de regels van de Unie inzake toegang tot documenten en gegevensbescherming gelden. De taken van het kenniscentrum moeten tot meer transparantie leiden door voor SEP’s relevante informatie op gecentraliseerde en systematische wijze ter beschikking te stellen van alle belanghebbenden. Daarom moet een evenwicht worden gevonden tussen de vrije toegang van het publiek tot basisinformatie en de noodzaak het functioneren van het kenniscentrum te financieren. Om de onderhoudskosten te dekken, moet een registratievergoeding worden gevraagd om toegang te krijgen tot gedetailleerde informatie in de databank, zoals de resultaten van essentialiteitscontroles en niet-vertrouwelijke verslagen over de vaststelling van Frand.
(15) Kennis van de potentiële totale royalty voor alle SEP’s met betrekking tot een norm (geaggregeerde royalty) die voor de toepassing van die norm gelden, is belangrijk voor de beoordeling van het bedrag van de royalty voor een product, dat een belangrijke rol speelt bij de vaststelling van de kosten van de producent. Dergelijke kennis helpt de SEP-houder ook om het verwachte rendement van investeringen te plannen. De publicatie van de verwachte geaggregeerde royalty en de standaardlicentieverleningsvoorwaarden voor een bepaalde norm zou de verlening van SEP-licenties vergemakkelijken en de kosten voor de verlening van SEP-licenties verminderen. Het is dus noodzakelijk de informatie over de totale royalty (de geaggregeerde royalty) en de Frand-standaardlicentieverleningsvoorwaarden openbaar te maken.
(16) SEP-houders moeten de gelegenheid hebben om eerst het kenniscentrum te informeren over de publicatie van de norm of de geaggregeerde royalty die ze onderling zijn overeengekomen. Behalve bij gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er gevestigde en in grote lijnen goed functionerende praktijken voor de verlening van SEP-licenties bestaan, kan het kenniscentrum de partijen bijstaan bij de vaststelling van de betreffende geaggregeerde royalty. In dit verband kunnen bepaalde SEP-houders – indien er tussen de SEP-houders geen overeenstemming is over de geaggregeerde royalty – het kenniscentrum verzoeken een bemiddelaar aan te wijzen om de SEP-houders bij te staan die bereid zijn deel te nemen aan de procedure voor de vaststelling van de geaggregeerde royalty voor de SEP’s met betrekking tot de betreffende norm. De rol van de bemiddelaar bestaat er dan in de besluitvorming door de deelnemende SEP-houders te vergemakkelijken zonder een aanbeveling voor een geaggregeerde royalty te doen. Tot slot is het belangrijk voor een derde onafhankelijke partij – een deskundige – te zorgen die een geaggregeerde royalty zou kunnen aanbevelen. Daarom moeten SEP-houders en/of -toepassers het kenniscentrum kunnen verzoeken om een deskundig advies over een geaggregeerde royalty. Wanneer een dergelijk verzoek wordt ingediend, moet het kenniscentrum een panel van bemiddelaars aanwijzen en in een procedure voorzien waaraan alle geïnteresseerde belanghebbenden worden verzocht deel te nemen. Nadat het panel van alle deelnemers informatie heeft ontvangen, moet het een niet-bindend deskundig advies uitbrengen over een geaggregeerde royalty. Het deskundig advies over de geaggregeerde royalty moet een niet-vertrouwelijke analyse bevatten van het verwachte effect van de geaggregeerde royalty op de SEP-houders en de belanghebbenden in de waardeketen. Het is in dit verband belangrijk rekening te houden met factoren als de efficiëntie van de verlening van SEP-licenties, met inbegrip van ervaringen met eventuele gebruikelijke regels of praktijken voor het in licentie geven van intellectuele eigendom in de waardeketen en met onderlinge licentieverlening, en het effect op de stimulansen voor SEP-houders en verschillende belanghebbenden in de waardeketen om te innoveren.
(17) In overeenstemming met de algemene beginselen en doelstellingen van transparantie, participatie en toegang tot Europese normalisatie moet het gecentraliseerde register informatie openbaar maken over het aantal SEP’s dat van toepassing is op een norm, het eigenaarschap van de betreffende SEP’s en de delen van de norm die onder de SEP’s vallen. Het register en de databank zullen informatie bevatten over relevante normen, producten, processen, diensten en systemen die de norm toepassen, SEP’s die in de EU van kracht zijn, Frand-standaardvoorwaarden voor de verlening van SEP-licenties of licentieverleningsprogramma’s, collectieve licentieverleningsprogramma’s en essentialiteit. Voor SEP-houders zal het register voor transparantie zorgen met betrekking tot de betreffende SEP’s, hun aandeel in alle aan de norm gedeclareerde SEP’s en de kenmerken van de norm waarop de octrooien betrekking hebben. SEP-houders zullen een beter inzicht hebben in de wijze waarop hun portefeuilles zich verhouden tot de portefeuilles van andere SEP-houders. Dit is niet alleen belangrijk voor de onderhandelingen met toepassers, maar ook voor de onderlinge licentieverlening met andere SEP-houders. Voor toepassers zal het register een betrouwbare bron van informatie over de SEP’s vormen, onder meer over de SEP-houders van wie de toepasser mogelijk een licentie moet verkrijgen. Het beschikbaar stellen van dergelijke informatie in het register zal ook de duur van de technische besprekingen helpen verkorten tijdens de eerste fase van de onderhandelingen over de verlening van SEP-licenties.
(18) Zodra een norm is aangemeld of een geaggregeerde royalty is gespecificeerd, naargelang wat het eerst gebeurt, opent het kenniscentrum de registratie van SEP’s – door houders van SEP’s – die in een of meer lidstaten van kracht zijn.
(19) Om de transparantie van SEP’s te waarborgen, is het passend van SEP-houders te verlangen dat ze hun octrooien registreren die essentieel zijn voor de norm waarvoor de registratie open is. SEP-houders moeten hun SEP’s registreren uiterlijk zes maanden na de opening van de registratie door het kenniscentrum of de verlening van de betreffende SEP’s, naargelang wat het eerst gebeurt. Bij tijdige registratie moeten SEP-houders royalty’s kunnen innen en schadevergoedingen kunnen eisen voor toepassingen en inbreuken die vóór de registratie hebben plaatsgevonden.
(20) SEP-houders kunnen zich na de vermelde termijn registreren. In dat geval zou het voor SEP-houders echter niet mogelijk mogen zijn royalty’s te innen en schadevergoedingen te eisen voor de periode van vertraging.
(21) Clausules in een licentieverleningsovereenkomst die een royalty voor een groot aantal (huidige of toekomstige) octrooien vaststellen, mogen niet worden beïnvloed door de ongeldigheid, non-essentialiteit of niet-afdwingbaarheid van een klein aantal van die octrooien wanneer ze geen invloed hebben op het totale bedrag en de afdwingbaarheid van de royalty of andere clausules in dergelijke overeenkomsten.
(22) SEP-houders moeten zorgen voor de update van hun SEP-registratie(s). Updates moeten binnen 6 maanden worden geregistreerd voor relevante statuswijzigingen, met inbegrip van eigenaarschap, invalidatiebevindingen of andere toepasselijke wijzigingen als gevolg van contractuele verbintenissen of besluiten van overheidsinstanties. Als de registratie niet wordt geüpdatet, kan de registratie van het SEP in het register worden gesuspendeerd.
(23) Een SEP-houder kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken. Een geïnteresseerde belanghebbende kan ook om wijziging van een SEP-registratie verzoeken, als hij/zij op basis van een definitief besluit van een overheidsinstantie kan aantonen dat de registratie onjuist is. Een SEP kan alleen op verzoek van de SEP-houder uit het register worden geschrapt, indien het octrooi is verstreken, door een definitieve beslissing of uitspraak van een bevoegde rechtbank in een lidstaat nietig is verklaard of niet-essentieel is bevonden, dan wel op grond van deze verordening niet essentieel is bevonden.
(24) Om de kwaliteit van het register verder te waarborgen en een teveel aan registraties te voorkomen, moeten ook willekeurig essentialiteitscontroles worden uitgevoerd door onafhankelijke beoordelaars die worden geselecteerd op basis van door de Commissie vast te stellen objectieve criteria. Er moet slechts één SEP van dezelfde octrooifamilie worden gecontroleerd op essentialiteit.
(25) Deze essentialiteitscontroles moeten worden uitgevoerd op een steekproef uit SEP-portefeuilles om ervoor te zorgen dat de steekproef statistisch geldige resultaten kan opleveren. De resultaten van de in de steekproef opgenomen essentialiteitscontroles moeten de verhouding bepalen tussen de positief gecontroleerde SEP’s en alle SEP’s die door elke SEP-houder zijn geregistreerd. Het essentialiteitspercentage moet jaarlijks worden geüpdatet.
(26) SEP-houders of -toepassers kunnen jaarlijks ook maximaal 100 geregistreerde SEP’s aanwijzen voor essentialiteitscontroles. Indien wordt bevestigd dat de vooraf geselecteerde SEP’s essentieel zijn, kunnen de SEP-houders deze informatie gebruiken bij onderhandelingen en als bewijs voor de rechter, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het recht van een toepasser om de essentialiteit van een geregistreerd SEP voor de rechter aan te vechten. De geselecteerde SEP’s hebben geen invloed op de steekproef, aangezien de steekproef moet worden geselecteerd uit alle geregistreerde SEP’s van elke SEP-houder. Als een vooraf geselecteerde SEP en een voor de steekproef geselecteerde SEP dezelfde zijn, hoeft slechts één essentialiteitscontrole te worden uitgevoerd. Essentialiteitscontroles hoeven niet te worden herhaald op SEP’s van dezelfde octrooifamilie.
(27) Beoordelingen van de essentialiteit van SEP’s die vóór de inwerkingtreding van de verordening door een onafhankelijke entiteit worden uitgevoerd – bijvoorbeeld via octrooigemeenschappen – en vaststellingen van de essentialiteit door gerechtelijke autoriteiten moeten in het register worden vermeld. Die SEP’s hoeven niet opnieuw op essentialiteit te worden gecontroleerd nadat het relevante bewijsmateriaal ter ondersteuning van de informatie in het register aan het kenniscentrum is verstrekt.
(28) De beoordelaars moeten onafhankelijk werken overeenkomstig het reglement van orde en de gedragscode die door de Commissie moeten worden vastgesteld. De SEP-houder kan om een collegiale toetsing verzoeken voordat een met redenen omkleed advies wordt uitgebracht. Tenzij een SEP aan een collegiale toetsing wordt onderworpen, vindt er geen verdere toetsing van de resultaten van de essentialiteitscontrole plaats. De resultaten van de collegiale toetsing moeten dienen om de essentialiteitscontroles te verbeteren, tekortkomingen op te sporen en te verhelpen en de consistentie te verbeteren.
(29) Het kenniscentrum maakt zowel de positieve als negatieve resultaten van de essentialiteitscontroles in het register en de databank openbaar. De resultaten van de essentialiteitscontroles zijn niet juridisch bindend. Eventuele latere geschillen met betrekking tot de essentialiteit moeten dus door de bevoegde rechter worden behandeld. De resultaten van de essentialiteitscontroles op verzoek van een SEP-houder of op basis van een steekproef kunnen echter worden gebruikt om de essentialiteit van die SEP’s aan te tonen bij onderhandelingen, in octrooigemeenschappen en voor de rechter.
(30) Er moet voor worden gezorgd dat de registratie en de daaruit voortvloeiende verplichtingen waarin deze verordening voorziet, niet worden omzeild door een SEP uit het register te verwijderen. Wanneer een beoordelaar vaststelt dat een geclaimd SEP niet-essentieel is, kan alleen de SEP-houder om verwijdering van het SEP uit het register verzoeken en pas nadat de jaarlijkse steekproef is afgerond en het aandeel echte SEP’s uit de steekproef is vastgesteld en bekendgemaakt.
(31) Het doel van de Frand-verbintenis bestaat erin de vaststelling en het gebruik van de norm te vergemakkelijken door SEP’s onder billijke en redelijke voorwaarden ter beschikking van de toepassers te stellen en de SEP-houder een billijk en redelijk rendement op zijn innovatie te bieden. Het uiteindelijke doel van handhavingsmaatregelen van SEP-houders of van maatregelen van toepassers op grond van de weigering van een SEP-houder om een licentie te verlenen, is dus het sluiten van een Frand-licentieovereenkomst. Het hoofddoel van de verordening bestaat er in dit verband in de onderhandelingen en buitengerechtelijke geschillenbeslechting te vergemakkelijken, waarvan beide partijen kunnen profiteren. Het waarborgen van toegang tot snelle, billijke en kostenefficiënte manieren om geschillen over Frand-voorwaarden op te lossen, moet dus zowel de SEP-houders als de toepassers ten goede komen. Als zodanig kan een naar behoren functionerend mechanisme voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting om Frand-voorwaarden te vast te stellen (vaststelling van Frand) voor alle partijen aanzienlijke voordelen opleveren. Partijen kunnen om een vaststelling van Frand verzoeken om aan te tonen dat hun aanbod Frand is of om een zekerheid te stellen, wanneer ze te goeder trouw handelen.
(32) De vaststelling van Frand moet de onderhandelingen over Frand-voorwaarden vereenvoudigen en versnellen en de kosten verminderen. Het EUIPO moet de procedure beheren. Het kenniscentrum moet een lijst opstellen van bemiddelaars die aan vastgestelde competentie- en onafhankelijkheidscriteria voldoen, evenals een archief van niet-vertrouwelijke verslagen (de vertrouwelijke versie van de verslagen is alleen toegankelijk voor de partijen en de bemiddelaars). De bemiddelaars moeten neutrale personen zijn met ruime ervaring op het gebied van geschillenbeslechting en een grondig inzicht in de economische aspecten van het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden.
(33) De vaststelling van Frand is een verplichte stap voordat een SEP-houder een procedure wegens inbreuk op een octrooi kan inleiden of een toepasser om de vaststelling of beoordeling van Frand-voorwaarden met betrekking tot een SEP kan verzoeken voor een bevoegde rechter in een lidstaat. Het is echter niet verplicht de vaststelling van Frand vóór de betreffende gerechtelijke procedure in te leiden voor SEP’s met betrekking tot gebruiksgevallen van normen waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen sprake is van significante moeilijkheden of inefficiëntie bij het verlenen van licenties onder Frand-voorwaarden.
(34) Elke partij kan kiezen of ze aan de procedure wenst deel te nemen en zich ertoe wenst te verbinden zich naar het resultaat ervan te schikken. Wanneer een partij niet op het verzoek tot vaststelling van Frand ingaat of zich er niet toe verbindt zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken, moet de andere partij kunnen verzoeken om de beëindiging of de unilaterale voortzetting van de vaststelling van Frand. Een dergelijke partij mag tijdens de periode van vaststelling van Frand niet aan een geschil worden blootgesteld. Tegelijkertijd moet de vaststelling van Frand een doeltreffende procedure voor de partijen zijn om vóór een geschil tot overeenstemming te komen of om een vaststelling te verkrijgen om in verdere procedures te gebruiken. Daarom moet de partij/moeten de partijen die zich ertoe verbindt/verbinden zich naar het resultaat van de vaststelling van Frand te schikken en volgens de regels aan de procedure deelneemt/deelnemen, van de voltooiing ervan kunnen profiteren.
(35) De verplichting om vaststelling van Frand in te leiden mag geen afbreuk doen aan de doeltreffende bescherming van de rechten van de partijen. In dat verband moet de partij die zich ertoe verbindt het resultaat van de vaststelling van Frand na te leven terwijl de andere partij dit nalaat, het recht hebben een procedure bij de bevoegde nationale rechter in te leiden in afwachting van de vaststelling van Frand. Bovendien moet elk van beide partijen bij de bevoegde rechter een verzoek om een voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard kunnen indienen. Wanneer de betrokken SEP-houder een Frand-verbintenis is aangegaan, moeten voorlopige gerechtelijke bevelen van toereikende en evenredige financiële aard de nodige gerechtelijke bescherming bieden aan de SEP-houder die ermee heeft ingestemd zijn SEP onder Frand-voorwaarden in licentie te geven, terwijl de toepasser de mogelijkheid moet hebben om de hoogte van de Frand-royalty’s te betwisten of zich te verweren wegens het gebrek aan essentialiteit of de ongeldigheid van het SEP. In nationale stelsels die de inleiding van de procedure ten gronde vereisen als voorwaarde om een verzoek om de tussentijdse maatregelen van financiële aard in te dienen, moet het mogelijk zijn een dergelijke procedure in te leiden, maar moeten de partijen verzoeken om opschorting van de zaak tijdens de vaststelling van Frand. Bij het bepalen van de hoogte van het voorlopig gerechtelijk bevel van financiële aard die in een bepaald geval als toereikend moet worden beschouwd, moet onder meer rekening worden gehouden met de economische draagkracht van de verzoeker en de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de gevraagde maatregelen, met name voor kmo’s, ook om misbruik van dergelijke maatregelen te voorkomen. Ook moet worden verduidelijkt dat zodra de vaststelling van Frand is beëindigd, de hele scala van maatregelen, met inbegrip van voorlopige, voorzorgs- en corrigerende maatregelen, ter beschikking van de partijen moet staan.
(36) Wanneer de partijen de vaststelling van Frand aangaan, moeten ze een bemiddelaar voor de vaststelling van Frand uit de lijst selecteren. Bij onenigheid selecteert het kenniscentrum de bemiddelaar. De vaststelling van Frand moet binnen negen maanden worden afgerond. Deze tijdsperiode is nodig voor een procedure die waarborgt dat de rechten van de partijen worden geëerbiedigd, maar ook snel genoeg is om vertragingen bij het sluiten van licenties te voorkomen. De partijen kunnen te allen tijde tijdens de procedure tot een schikking komen, wat resulteert in de beëindiging van de vaststelling van Frand.
(37) Na de aanwijzing van een bemiddelaar moet het bemiddelingscentrum de vaststelling van Frand in handen geven van de bemiddelaar, die moet onderzoeken of het verzoek de nodige informatie bevat, en die het tijdschema van de procedure moet meedelen aan de partijen of de partij die om voortzetting van de vaststelling van Frand verzoekt.
(38) De bemiddelaar moet de opmerkingen en suggesties van de partijen voor de vaststelling van Frand-voorwaarden onderzoeken en de relevante fasen van de onderhandelingen, naast andere relevante omstandigheden, in overweging te nemen. De bemiddelaar moet – op eigen initiatief of op verzoek van een partij – van de partijen kunnen verlangen dat zij bewijsmateriaal overleggen dat hij/zij voor de uitvoering van zijn/haar taak noodzakelijk acht. De bemiddelaar moet ook openbaar toegankelijke informatie, het register van het kenniscentrum en verslagen over andere vaststellingen van Frand kunnen onderzoeken, evenals niet-vertrouwelijke documenten en informatie die door het kenniscentrum zijn opgesteld of bij het kenniscentrum zijn ingediend.
(39) Als een partij na de aanwijzing van de bemiddelaar nalaat aan de vaststelling van Frand deel te nemen, kan de andere partij om beëindiging verzoeken of de bemiddelaar verzoeken een aanbeveling voor een vaststelling van Frand te doen op basis van de informatie die hij/zij kon beoordelen.
(40) Als een partij in een rechtsgebied buiten de Unie een procedure inleidt die resulteert in juridisch bindende en afdwingbare beslissingen met betrekking tot dezelfde norm die aan vaststelling van Frand en de toepassing daarvan onderworpen is of SEP’s van dezelfde octrooifamilie als SEP’s die aan vaststelling van Frand onderworpen zijn, omvat en waarbij een of meer van de partijen bij de vaststelling van Frand als partij betrokken zijn, moet de bemiddelaar of – wanneer er geen bemiddelaar is aangewezen – het kenniscentrum vóór of tijdens de vaststelling van Frand de procedure op verzoek van de andere partij kunnen beëindigen.
(41) Aan het einde van de procedure moet de bemiddelaar een voorstel doen waarin Frand-voorwaarden worden aanbevolen. Elke partij moet de mogelijkheid hebben het voorstel te aanvaarden of te verwerpen. Als de partijen niet tot een schikking komen en/of het voorstel niet aanvaarden, moet de bemiddelaar een verslag over de vaststelling van Frand opstellen. Er is een vertrouwelijke en een niet-vertrouwelijke versie van het verslag. De niet-vertrouwelijke versie van het verslag moet het voorstel voor Frand-voorwaarden en de gebruikte methode bevatten en bij het kenniscentrum voor publicatie worden ingediend, zodat het gebruikt kan worden bij eventuele latere vaststellingen van Frand tussen de partijen en andere belanghebbenden die bij soortgelijke onderhandelingen betrokken zijn. Het verslag heeft dus een tweeledig doel: de partijen aanmoedigen tot een schikking te komen en voor transparantie te zorgen met betrekking tot de procedure en de aanbevolen Frand-voorwaarden bij onenigheid.
(42) De verordening eerbiedigt de intellectuele-eigendomsrechten van octrooihouders (artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de EU), hoewel ze de mogelijkheid om een SEP te handhaven dat niet binnen een bepaalde termijn is geregistreerd, beperkt en een vaststelling van Frand verplicht maakt alvorens individuele SEP’s kunnen worden gehandhaafd. De uitoefening van intellectuele-eigendomsrechten kan op grond van het Handvest van de EU worden beperkt, mits het evenredigheidsbeginsel in acht wordt genomen. Volgens vaste rechtspraak kunnen de grondrechten worden beperkt, mits die beperkingen beantwoorden aan door de Unie nagestreefde doelstellingen van algemeen belang en – uit het oogpunt van het nagestreefde doel – geen onevenredige en onduldbare ingreep vormen waardoor de gewaarborgde rechten in hun kern worden aangetast 39 . In dat opzicht is deze verordening in het algemeen belang, aangezien ze op het niveau van de Unie voorziet in uniforme, openbare en voorspelbare informatie en resultaten over SEP’s ten behoeve van SEP-houders, toepassers en eindgebruikers. Doel is technologie te verspreiden tot wederzijds voordeel van de SEP-houders en -toepassers. De regels met betrekking tot de vaststelling van Frand zijn bovendien van tijdelijke aard – en dus beperkt – en bedoeld om de procedure te verbeteren en te stroomlijnen, maar ze zijn uiteindelijk niet bindend 40 .
(43) De vaststelling van Frand is ook consistent met het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op toegang tot de rechter (artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie), aangezien de toepasser en de SEP-houder dat recht volledig behouden. De uitsluiting van het recht op effectieve handhaving is beperkt en noodzakelijk en beantwoordt aan doelstellingen van algemeen belang, als de registratie niet binnen de vastgestelde termijn gebeurt. Het Hof van Justitie van de EU heeft bevestigd 41 dat een verplichte geschillenbeslechting als voorwaarde voor toegang tot een bevoegde rechter in de lidstaten verenigbaar wordt geacht met het beginsel van daadwerkelijke rechterlijke bescherming. Bij de vaststelling van Frand gelden de in de arresten van het Hof van Justitie van de EU uiteengezette voorwaarden voor verplichte geschillenbeslechting, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de verlening van SEP-licenties.
(44) Bij de vaststelling van de geaggregeerde royalty’s en de vaststellingen van Frand moeten de bemiddelaars vooral rekening houden met het acquis van de Unie en de arresten van het Hof van Justitie met betrekking tot SEP’s, alsook met de richtsnoeren in het kader van deze verordening, de horizontale richtsnoeren 42 en de mededeling van de Commissie uit 2017 inzake de EU benadering van essentiële octrooien 43 . De bemiddelaars moeten voorts rekening houden met elk deskundig advies over de geaggregeerde royalty of – bij gebrek daaraan – de partijen om informatie verzoeken, voordat zij hun definitieve voorstellen doen en richtsnoeren in het kader van deze verordening uitvaardigen.
(45) De verlening van SEP-licenties kan tot wrijving leiden in de waardeketens die tot dusver niet aan SEP’s zijn blootgesteld. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum voor voorlichting over de verlening van SEP-licenties in de waardeketens zorgt met behulp van alle instrumenten waarover het beschikt. Andere factoren zijn onder meer het vermogen van upstreamproducenten om de kosten voor de verlening van een SEP-licentie stroomafwaarts door te berekenen, en de eventuele gevolgen van bestaande clausules inzake schadeloosstelling binnen een waardeketen.
(46) Kmo’s kunnen als SEP-houders en -toepassers betrokken zijn bij de verlening van SEP-licenties. Er zijn momenteel een paar kmo’s SEP-houders en de toegenomen efficiëntie als gevolg van deze verordening zal de verlening van hun SEP-licenties wellicht vergemakkelijken. Er zijn aanvullende voorwaarden nodig om de kosten voor dergelijke kmo’s te verlichten, zoals lagere administratieve kosten en mogelijk lagere vergoedingen voor essentialiteitscontroles en bemiddeling, evenals gratis ondersteuning en opleidingen. Er hoeft geen steekproef van de SEP’s van micro- en kleine ondernemingen te worden genomen voor essentialiteitscontroles, maar micro- en kleine ondernemingen moeten hun SEP’s desgewenst aan essentialiteitscontroles kunnen onderwerpen. Ook kmo-toepassers moeten kunnen profiteren van lagere vergoedingen en gratis ondersteuning en opleidingen. Tot slot moeten SEP-houders worden aangemoedigd om de licentieverlening door kmo’s te stimuleren door middel van kortingen op kleine volumes of vrijstellingen van Frand-royalty’s.
(47) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om – overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – handelingen vast te stellen met betrekking tot de in het register op te nemen gegevens of met betrekking tot het vaststellen van de desbetreffende bestaande normen of om gebruiksgevallen van normen of delen daarvan te identificeren waarvoor de Commissie vaststelt dat er geen significante moeilijkheden of gevallen van inefficiëntie zijn bij de verlening van licenties onder Frand-voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 44 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de gedetailleerde voorschriften voor de selectie van beoordelaars en bemiddelaars, evenals het reglement van orde en de gedragscode voor beoordelaars en bemiddelaars vast te stellen. De Commissie moet ook de technische regels vaststellen voor de selectie van een steekproef van SEP’s voor essentialiteitscontroles, evenals de methode voor het uitvoeren van dergelijke essentialiteitscontroles door beoordelaars en collegiale toetsers. De Commissie moet ook administratieve vergoedingen voor haar diensten met betrekking tot de taken uit hoofde van deze verordening vaststellen, evenals vergoedingen voor de diensten van beoordelaars, deskundigen en bemiddelaars, afwijkingen daarvan en betaalmethoden, en ze moet deze waar nodig aanpassen. De Commissie moet ook de normen of delen daarvan vaststellen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gepubliceerd en waarvoor SEP’s kunnen worden geregistreerd. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 45 .
(49) Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad 46 moet worden gewijzigd om het EUIPO de bevoegdheid te geven de taken uit hoofde van deze verordening op zich te nemen. De taken van de uitvoerend directeur moeten ook worden uitgebreid tot de bevoegdheden die hem uit hoofde van deze verordening worden verleend. Voorts moet het arbitrage- en bemiddelingscentrum van het EUIPO de bevoegdheid krijgen om processen op te zetten zoals de vaststelling van de geaggregeerde royalty en de vaststelling van Frand.
(50) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 47 .
(51) Aangezien het EUIPO, de Commissie en de belanghebbenden voldoende tijd moeten krijgen om de uitvoering en de toepassing van deze verordening voor te bereiden, moet de toepassing ervan worden uitgesteld.
(52) Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk de transparantie bij de verlening van SEP-licenties vergroten en voor een efficiënt mechanisme zorgen om geschillen over Frand-voorwaarden te beslechten, vanwege de toename van de kosten niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar met het oog op efficiëntie en wegens de omvang beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.