Overwegingen bij COM(2024)557 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 7772/22 INIT; ST 7772/22 ADD 1) van 4 mei 2022 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Zweden - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2024)557 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 7772/22 INIT; ST 7772/22 ADD 1) van 4 mei 2022 betreffende de goedkeuring van de ... |
|---|---|
| document | COM(2024)557   |
| datum | 20 november 2024 |
(2) Op 19 september 2024 heeft Zweden overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 een met redenen omkleed verzoek bij de Commissie ingediend om een voorstel in te dienen tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad van 4 mei 2022, aangezien het herstel- en veerkrachtplan vanwege objectieve omstandigheden gedeeltelijk niet langer haalbaar is. Op basis daarvan heeft Zweden een gewijzigd herstel- en veerkrachtplan ingediend.
Wijzigingen op basis van artikel 21 van Verordening (EU) 2021/241
(3) De wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan die Zweden op grond van objectieve omstandigheden heeft ingediend, hebben betrekking op zes maatregelen.
(4) Zweden heeft uitgelegd dat één maatregel gedeeltelijk niet langer te verwezenlijken is vanwege de gestegen kosten voor fossiele brandstoffen en biobrandstoffen. Het betreft respectievelijk mijlpalen 13 en 14 van hervorming 1 (Aanpassingen in de reductieverplichting) in het kader van component 1 (Groen herstel). Met name zou de prijsverhoging voor mijlpaal 13 tijdens de huidige energiecrisis een onevenredig zware impact hebben op de huishoudens, terwijl voor mijlpaal 14 is vastgesteld dat de maatregel niet in overeenstemming is met Verordening (EU) 2023/2405 4 . Op basis hiervan heeft Zweden verzocht bovengenoemde maatregelen en mijlpalen te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 4 mei 2022 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(5) Na de schrapping van maatregelen uit hoofde van artikel 21 van Verordening (EU) 2021/241 heeft Zweden verder verzocht om het uitvoeringsniveau van twee maatregelen te verhogen. Het betreft de opname van mijlpaal 11 onder hervorming 1 (Stroomlijning van de procedure voor milieuvergunningen) in het kader van component 1 (Groen herstel), en mijlpaal 33bis onder hervorming 3 (Nationaal beroepsprogramma voor directies, leerkrachten en docenten in voorschoolse en vroegschoolse educatie en in de zorg) in het kader van component 2 (Educatie en transitie). Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 4 mei 2022 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(6) Zweden heeft toegelicht dat drie maatregelen zijn gewijzigd om betere alternatieven in te voeren, om zo de oorspronkelijke ambitie van de maatregel te bereiken. Het betreft streefdoel 6 van investering 2 (Klimaatinvesteringen in de industriële sector (Industry Leap)) in het kader van component 1 (Groen herstel), de streefdoelen 24, 25, 26 en 27 van investering 2 (Meer studieplaatsen in het hoger beroepsonderwijs) in het kader van component 2 (Educatie en transitie), en de streefdoelen 45, 46, 47, 48 en 49 van investering 1 (Uitbreiding van breedband) in het kader van component 4 (Uitbreiding van breedband en digitalisering van het openbaar bestuur). Op basis hiervan heeft Zweden verzocht streefdoel 6 en de beschrijving van de desbetreffende maatregel te wijzigen en de streefdoelen 6a en 6b toe te voegen. Voorts heeft Zweden verzocht streefdoel 27 te wijzigen en de streefdoelen 24, 25 en 26 te schrappen. Daarnaast heeft Zweden verzocht streefdoel 45 en de beschrijving van de desbetreffende maatregel te wijzigen en de streefdoelen 46, 47, 48 en 49 te schrappen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 4 mei 2022 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(7) Zweden heeft uitgelegd dat één maatregel is gewijzigd om een beter en administratief minder belastend alternatief in te voeren, waarmee de doelstelling van de desbetreffende maatregel toch nog steeds wordt behaald. Het betreft de streefdoelen 3 en 4 van investering 1 (Lokale en regionale klimaatinvesteringen) in het kader van component 1 (Groen herstel). Op basis hiervan heeft Zweden verzocht streefdoel 3 te schrappen en streefdoel 4 te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 4 mei 2022 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(8) De Commissie is van oordeel dat de door Zweden aangevoerde redenen de wijziging(en) op grond van artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 rechtvaardigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 4 mei 2022 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Verdeling van mijlpalen en streefdoelen
(9) De verdeling van mijlpalen en streefdoelen in tranches moet worden aangepast om rekening te houden met de door Zweden voorgestelde wijzigingen van het plan en het indicatieve tijdschema.
Correcties van schrijffouten
(10) In de tekst van het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn 17 schrijffouten vastgesteld die gevolgen hebben voor één mijlpaal, vier streefdoelen en 14 maatregelen in het kader van vijf componenten. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet worden gewijzigd ter correctie van deze schrijffouten die niet de inhoud van het op 28 mei 2021 bij de Commissie ingediende herstel- en veerkrachtplan weerspiegelen, zoals overeengekomen tussen de Commissie en Zweden. Deze schrijffouten hebben betrekking op streefdoel 7 van investering 3 (Energie-efficiëntie in meergezinswoningen) in het kader van component 1 (Groen herstel), mijlpaal 33 van hervorming 2 (Wet op de bescherming van de werkgelegenheid en meer overgangsmogelijkheden) in het kader van component 2 (Educatie en transitie), streefdoelen 34 en 35 van investering 1 (Initiatief voor ouderenzorg) in het kader van component 3 (Voorwaarden scheppen voor het aanpakken van demografische uitdagingen), streefdoel 52 van hervorming 1 (Particulier initiatiefrecht – betrokkenheid van belanghebbenden op het gebied van ruimtelijke ordening) in het kader van component 5 (Investering voor groei en huisvesting), en de beschrjving van investering 1 (Lokale en regionale klimaatinvesteringen) in het kader van component 1 (Groen herstel), investering 2 (Klimaatinvesteringen in de industriële sector (Industry Leap)) in het kader van component 1 (Groen herstel), investering 3 (Energie-efficiëntie in meergezinswoningen) in het kader van component 1 (Groen herstel), hervorming 2 (Afschaffing van de verlaging van de energiebelasting op brandstof in bepaalde sectoren) in het kader van component 1 (Groen herstel), hervorming 3 (Gecorrigeerde belastingvoordelen voor bedrijfswagens) in het kader van component 1 (Groen herstel), investering 1 (Meer studieplaatsen in regionaal beroepsonderwijs voor volwassenen) in het kader van component 2 (Educatie en transitie), investering 2 (Meer studieplaatsen in hoger beroepsonderwijs) in het kader van component 2 (Educatie en transitie), hervorming 1 (Hoger compensatieniveau voor beroepsopleiding in combinatie met Zweeds voor immigranten en Zweeds als tweede taal) in het kader van component 2 (Educatie en transitie), hervorming 2 (Wet op de bescherming van de werkgelegenheid en meer overgangsmogelijkheden) in het kader van component 2 (Educatie en transitie), investering 3 (Middelen om tegemoet te komen aan de vraag naar onderwijs aan universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs) in het kader van component 2 (Educatie en transitie), hervorming 1 (Reglementering van de beroepstitel van assistenten in de verpleegkunde) in het kader van component 3 (Voorwaarden scheppen voor het aanpakken van demografische uitdagingen), hervorming 4 (Een nieuwe bankrekening en een veilig depositosysteem) in het kader van component 3 (Voorwaarden scheppen voor het aanpakken van demografische uitdagingen), investering 1 (Gezamenlijke digitale infrastructuur van overheidsdiensten) in het kader van component 4 (Breedbanduitbreiding en digitalisering van het openbaar bestuur) en investering 1 (Investeringssteun voor huurwoningen en studentenhuisvesting) in het kader van component 5 (Investering voor groei en huisvesting). Deze correcties hebben geen gevolgen voor de uitvoering van de betrokken maatregelen.
Beoordeling door de Commissie
(11) De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241.
Aanpakken van alle of een significant deel van de in de landspecifieke aanbevelingen vastgestelde uitdagingen
(12) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.2 van bijlage V daarbij zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen (score A) die zijn vastgesteld in de tot Zweden gerichte relevante landspecifieke aanbevelingen, met inbegrip van de begrotingsaspecten daarvan en de aanbevelingen die krachtens artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn gedaan, of de uitdagingen die zijn vastgesteld in andere relevante documenten die officieel door de Commissie zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester.
(13) Na beoordeling van de voortgang in de uitvoering van alle relevante landspecifieke aanbevelingen in het kader van de Europees Semesters 2022 en 2023 komt de Commissie tot het besluit dat enige vooruitgang is geboekt wat betreft de aanbevelingen inzake fossiele brandstoffen door de administratieve en milieuvergunningen voor de uitrol van hernieuwbare energie te stroomlijnen (LSA 2022.4.4 en LSA 2023.4.3). Voorts is beperkte vooruitgang geboekt met betrekking tot de aanbevelingen om de onderwijsresultaten voor leerlingen met een kansarme sociaal-economische en migrantenachtergrond te verbeteren door gelijke toegangsmogelijkheden in het onderwijsstelsel te waarborgen en het tekort aan gekwalificeerde leerkrachten aan te pakken (LSA 2022.3.1 en LSA 2023.3.1).
(14) Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan omvat een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een aanzienlijk deel van de economische en sociale uitdagingen die zijn vastgesteld in de tot Zweden gerichte landspecifieke aanbevelingen van de Raad in het kader van het Europees Semester, met name wat betreft de stroomlijning van vergunningsprocdures voor de uitrol van hernieuwbare energie (LSA 2022.4.4, LSA 2023.4.3 en LSA 2024.4). Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan zal naar verwachting ook bijdragen tot het aanpakken van het tekort aan gekwalificeerde leerkrachten, een onderdeel van de aanbeveling over het verbeteren van de onderwijsprestaties van leerlingen (LSA 2022.3.1, LSA 2023.3.1 en LSA 2024.3.1).
Geen ernstige afbreuk doen
(15) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.4 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting waarborgen dat geen enkele erin opgenomen maatregel (score A) voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 5 (het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”).
(16) Voor de nieuwe hervormingen inzake de stroomlijning van het proces voor milieuvergunningen en het nationale beroepsprogramma voor directies, leerkrachten en docenten in voorschoolse en vroegschoolse educatie en in de zorg heeft Zweden een systematische beoordeling gegeven van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”. Op basis van de door Zweden verstrekte informatie kan worden geconcludeerd dat het gewijzigde plan er naar verwachting voor zal zorgen dat geen van de maatregelen erin ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852.
Eventuele andere beoordelingscriteria
(17) De Commissie is van mening dat de door Zweden voorgestelde wijzigingen niet van invloed zijn op de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan zoals uiteengezet in het Uitvoeringsbesluit van de Raad (ST 7772/2022 INIT; ST 7772/2022 ADD 1 van 4 mei 2022 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Zweden wat betreft de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het plan overeenkomstig de beoordelingscriteria van artikel 19, lid 3, punten a), c), d bis), d ter), e), f), g), h), i), j) en k).
Positieve beoordeling
(18) De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan positief beoordeeld en concludeert dat het plan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241. Nu moeten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van en bijlage V bij die verordening, de hervormings- en investeringsprojecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan worden vastgelegd, alsmede de relevante mijlpalen, streefdoelen en indicatoren en het bedrag dat door de Unie ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun.
Financiële bijdrage
(19) De geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan van Zweden bedragen 3 501 632 593 EUR, wat overeenkomt met 35 454 030 000 SEK, op basis van de SEK/SEK-referentiekoers van de ECB van 28 mei 2021. Aangezien het bedrag van de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan hoger is dan de geactualiseerde maximale financiële bijdrage die voor Zweden beschikbaar is, moet de overeenkomstig artikel 20, lid 4, en artikel 21 ter, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 bepaalde totale financiële bijdrage die aan het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Zweden is toegewezen, gelijk zijn aan 3 445 666 208 EUR.
(20) Uitvoeringsbesluit van de Raad ST 7772/2022; ST 7772/2022 ADD 1 van 4 mei 2022 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Zweden, dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. Ten behoeve van de duidelijkheid moet de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit van de Raad volledig worden vervangen.