Overwegingen bij COM(2025)503 - Wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2011/65/EU, 2013/53/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU, 2014/68/EU en 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft digitalisering en gemeenschappelijke specificaties - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)503 - Wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2011/65/EU, 2013/53/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, ... |
---|---|
document | COM(2025)503 ![]() ![]() |
datum | 21 mei 2025 |
(2) In haar mededeling “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030” heeft de Commissie toegezegd de rapportagevereisten te rationaliseren en te vereenvoudigen, met als doel dat dergelijke lasten met 25 % worden teruggedrongen zonder dat dit ten koste gaat van de daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen.
(3) In haar richtsnoeren voor betere regelgeving bevordert de Commissie het beginsel “standaard digitaal” ter ondersteuning van digitale transformaties door digitale beleidsmaatregelen te bevorderen die rekening houden met de snel evoluerende wereld van digitalisering en technologie, en die standaard digitaal, interoperabel, toekomstbestendig en flexibel zijn.
(4) Het toenemende belang van digitalisering bij de vereenvoudiging van regelgeving maakt het noodzakelijk de rapportagevereisten en de verplichtingen van de marktdeelnemers te beperken en te moderniseren. In overeenstemming met de inspanningen om de digitalisering te versnellen, is het van essentieel belang dat de rapportageverplichtingen van bedrijven aan de autoriteiten en de verplichtingen van de marktdeelnemers volledig worden gedigitaliseerd, voor zover deze geen invloed hebben op de bescherming en veiligheid van de consument. Door digitalisering te omarmen, zullen niet alleen de nalevingsprocedures worden vereenvoudigd, maar ook de algehele efficiëntie van het regelgevingskader worden verbeterd, wat uiteindelijk zowel bedrijven als autoriteiten ten goede komt.
(5) In een aantal sectorale rechtshandelingen van de Unie zijn geharmoniseerde regels vastgesteld voor de verplichtingen van de marktdeelnemers bij het in de handel brengen of het in gebruik nemen van een product. Tot dergelijke rechtshandelingen behoren de Richtlijnen 2000/14/EG, 2011/65/EU, 2013/53/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU, 2014/68/EU en 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad (“de desbetreffende richtlijnen”). De meeste rechtshandelingen zijn gebaseerd op de beginselen van de “nieuwe aanpak” van technische harmonisatie en zijn ook in overeenstemming gebracht met de referentiebepalingen van Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad.
(6) Overeenkomstig de desbetreffende richtlijnen moeten de fabrikanten een EU-conformiteitsverklaring opstellen waaruit blijkt dat aan de essentiële eisen van de toepasselijke richtlijnen is voldaan. Om naadloze elektronische processen mogelijk te maken, moet de EU-conformiteitsverklaring alleen in elektronische vorm worden opgesteld.
(7) Bovendien schrijven de Richtlijnen 2000/14/EG, 2013/53/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU en 2014/53/EU voor dat bij het product een kopie van de EU-conformiteitsverklaring wordt gevoegd. Gezien de ontwikkeling van de digitalisering, is het van essentieel belang deze verplichting te moderniseren door voor te schrijven dat een dergelijke EU-conformiteitsverklaring in elektronische vorm bij het product wordt gevoegd. De fabrikant moet er daarom voor zorgen dat de EU-conformiteitsverklaring toegankelijk is via een internetadres of een machineleesbare code.
(8) Aangezien niet minder dan 94 % van de EU-huishoudens in 2024 internettoegang had, zijn op papier verstrekte gebruiksaanwijzingen bij de producten die binnen het toepassingsgebied van de desbetreffende richtlijnen vallen, achterhaald en niet in overeenstemming met de huidige technologieën, de praktijk van de consument en groene doelstellingen. Bijgevolg moet in de richtlijnen de mogelijkheid voor een digitale vorm van de instructies worden opgenomen. Hierdoor kunnen fabrikanten, indien zij dit wensen, de instructies in digitaal formaat verstrekken. Wanneer fabrikanten ervoor kiezen om instructies in digitaal formaat te verstrekken, moet de veiligheidsinformatie, waaronder instructies die van invloed zijn op de veiligheid van het product, op papier worden verstrekt of op het product worden aangebracht om de veiligheid van de consument te beschermen. Bovendien moeten eindgebruikers op verzoek een papieren exemplaar van de gebruiksaanwijzing of veiligheidsinformatie kunnen krijgen — bij de aankoop en gedurende een bepaalde periode na hun aankoop.
(9) Richtlijn 2014/53/EU voorziet in de mogelijkheid voor fabrikanten om een vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring in elektronische vorm te verstrekken. Aangezien bij dit voorstel standaard de digitale variant van de EU-conformiteitsverklaring wordt ingevoerd, zijn de bepalingen inzake de vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring overbodig geworden. Dergelijke bepalingen moeten derhalve uit Richtlijn 2014/53/EU worden geschrapt.
(10) Ter vergemakkelijking van de communicatie tussen de marktdeelnemers en de nationale bevoegde autoriteiten en de eindgebruikers is de vermelding van digitale contactgegevens van de fabrikant op het product en in de EU-conformiteitsverklaring noodzakelijk om de doeltreffendheid van het markttoezicht te vergroten en het proces van opsporing van niet-conforme producten te versnellen. Momenteel moeten marktdeelnemers hun postadres op het product vermelden, maar dit is niet altijd voldoende om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten snel contact kunnen opnemen. Het is derhalve noodzakelijk de marktdeelnemers te verplichten zowel een postadres als digitale contactgegevens op het product en in de EU-conformiteitsverklaring te vermelden. Deze digitale contactgegevens moeten in de richtlijnen worden omschreven.
(11) De desbetreffende richtlijnen schrijven voor dat marktdeelnemers op grond van een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit of de Europese Commissie, op papier of in elektronische vorm, alle benodigde informatie en documentatie verstrekken om de conformiteit van de betrokken producten met de respectieve richtlijnen aan te tonen. De papieren vorm is een achterhaalde vereiste, terwijl elektronische communicatie de interactie tussen autoriteiten en bedrijven verbetert, processen stroomlijnt en de administratieve lasten vermindert. Met het oog op de digitalisering van de rapportagevereisten en de vermindering van de administratieve lasten voor marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten moeten de marktdeelnemers worden verplicht de nodige informatie en documentatie uitsluitend in elektronische vorm te verstrekken. Documentatie die in elektronische vorm wordt verstrekt, kan bijvoorbeeld beschikbaar worden gesteld in een digitaal afdrukbaar formaat, waardoor de documentatie kan worden afgedrukt, gedownload en opgeslagen op een elektronisch apparaat.
(12) Richtlijn 2014/90/EU bevat bepaalde sectorspecifieke bepalingen, waaronder de unieke vereisten om de veiligheid van uitrusting aan boord van EU-schepen te waarborgen. Vanwege deze specifieke bepalingen verschilt die richtlijn van andere op het NWK afgestemde wetgeving. De richtlijn voorziet meer specifiek in de verplichting om een papieren exemplaar van de conformiteitsverklaring aan boord van een EU-schip te bewaren totdat de scheepsuitrusting wordt verwijderd. Gezien de beschikbaarheid van de databank van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor vlaggenstaten en markttoezichtautoriteiten van de lidstaten, is het echter aangewezen aan de verplichting te voldoen door een kopie van de conformiteitsverklaring in deze databank te uploaden. Zo zouden de nodige verificaties en controles van de uitrusting op het schip elektronisch kunnen worden uitgevoerd en een uniforme toepassing en uniforme praktijken op grond van deze wetgeving worden gewaarborgd.
(13) Het huidige normalisatiekader van de Unie, dat is gebaseerd op Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad, vormt het standaardkader voor het opstellen van normen die voorzien in een vermoeden van conformiteit met de desbetreffende essentiële gezondheids- en veiligheidseisen of met andere eisen. Wanneer er echter geen geharmoniseerde normen bestaan of deze ontoereikend zijn, moet de Commissie uitvoeringshandelingen kunnen vaststellen met het oog op het opstellen van gemeenschappelijke specificaties voor de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen of andere eisen, bij wijze van uitzonderlijke terugvaloplossing om de fabrikant te helpen voldoen aan zijn verplichting om die gezondheids- en veiligheidseisen na te leven.
(14) Aangezien het digitale productpaspoort is opgenomen in bepaalde wetgeving van de Unie, zoals Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad, is het van essentieel belang dat de marktdeelnemers de in de EU-conformiteitsverklaring en de gebruiksaanwijzing vervatte informatie in het digitale productpaspoort opslaan wanneer een product onder meerdere wetgevingshandelingen valt. Deze werkwijze zou de administratieve lasten voor fabrikanten verminderen, aangezien zij nalevingsdocumenten niet langer op afzonderlijke opslaglocaties hoeven te bewaren. Door de documentatie op één plaats te bewaren, zouden alle nodige documenten die de naleving van het product aantonen, gemakkelijk toegankelijk zijn, waardoor transparantie wordt gewaarborgd en de naleving wordt vergemakkelijkt. Deze gestroomlijnde aanpak zou de algehele efficiëntie van het regelgevingskader vergroten en strookt met het beginsel dat wanneer een product aan verscheidene harmonisatiewetgevingsteksten van de Unie is onderworpen, de fabrikant of, in voorkomend geval, elke andere marktdeelnemer één enkele EU-conformiteitsverklaring moet overleggen.
(15) Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, aangezien deze richtlijn strekt tot wijziging van richtlijnen die harmonisatiewetgevingsteksten zijn, maar vanwege harmonisatie van de toepasselijke EU-regels beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(16) Om marktdeelnemers in staat te stellen voorraden producten te leveren die vóór de datum van toepassing van de nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn in de handel zijn gebracht, moet worden voorzien in redelijke overgangsregelingen die het op de markt aanbieden van producten die vóór de datum van toepassing van de nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn overeenkomstig de desbetreffende richtlijnen in de handel zijn gebracht, niet belemmeren.
(17) Om een soepele en doeltreffende overgang te garanderen, verstoringen tot een minimum te beperken en de industrieën een redelijk tijdsbestek te bieden om zich aan de nieuwe eisen aan te passen, moet de toepassing van de omzettingsmaatregelen inzake digitalisering worden uitgesteld.
(18) De Richtlijnen 2000/14/EG, 2011/65/EU, 2013/53/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU, 2014/68/EU en 2014/90/EU moeten bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.