Overwegingen bij COM(2025)265 - Sluiting van het Kaderverdrag van de Raad van Europa over artificiële intelligentie en de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)265 - Sluiting van het Kaderverdrag van de Raad van Europa over artificiële intelligentie en de mensenrechten, de democratie en de ... |
---|---|
document | COM(2025)265 ![]() ![]() |
datum | 3 juni 2025 |
(2) Het Verdrag bevat algemene beginselen en verplichtingen die de partijen bij het Verdrag moeten naleven om met betrekking tot de activiteiten binnen de levenscyclus van artificiële-intelligentiesystemen (“AI-systemen”) de bescherming van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat te waarborgen.
(3) Op 13 juni 2024 hebben het Europees Parlement en de Raad, op grond van de artikelen 16 en 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), Verordening (EU) 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad 28 vastgesteld, die , over het algemeen op volledige harmonisatie gebaseerde regels bevat die het in de handel brengen, het in gebruik stellen en het gebruik van AI-systemen in de Unie regelen. Die regels zijn rechtstreeks in de lidstaten van toepassing, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald in die verordening. Het Verdrag wordt in de Unie uitsluitend door middel van Verordening (EU) 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad en ander toepasselijk acquis van de Unie uitgevoerd.
(4) Activiteiten binnen de levenscyclus van AI-systemen die verband houden met de bescherming van nationale veiligheidsbelangen zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van dit Verdrag. AI-systemen die uitsluitend voor nationale veiligheidsdoeleinden in de handel worden gebracht, in gebruik worden gesteld of worden gebruikt, met of zonder wijzigingen, alsook de output van AI-systemen die uitsluitend voor dergelijke doeleinden in de Unie worden gebruikt, ongeacht het soort entiteit dat deze activiteiten uitvoert, worden ook uitgesloten van het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad, die de belangrijkste rechtshandeling van de Unie is voor de uitvoering van het Verdrag. Bovendien blijft nationale veiligheid de exclusieve bevoegdheid van iedere lidstaat overeenkomstig artikel 4, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Bijgevolg moet het standpunt van de Unie dat in de door het Verdrag ingestelde Conferentie van de Partijen tot uitdrukking moet worden gebracht, de hierboven uiteengezette grenzen in acht nemen. De Commissie moet zich met name onthouden van besprekingen over activiteiten binnen de levenscyclus van AI-systemen met betrekking tot de bescherming van nationale veiligheidsbelangen en geen standpunt hierover innemen tijdens de vergaderingen van de Conferentie van de Partijen.
(5) Aangezien het personele en het materiële toepassingsgebied van het Verdrag en de materiële bepalingen daarvan grotendeels overlappen met Verordening (EU) 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad, die wordt aangevuld door ander toepasselijk acquis van de Unie, kan de sluiting van het Verdrag gevolgen hebben voor gemeenschappelijke regels van de Unie of de strekking daarvan wijzigen in de zin van artikel 3, lid 2, VWEU. Dergelijk ander relevant acquis van de Unie omvat rechtshandelingen die gericht zijn op de uitvoering van de grondrechten die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn verankerd, zoals de wetgeving van de Unie inzake non-discriminatie, met inbegrip van de Richtlijnen 2000/43/EG 29 en 2000/78/EG 30 van de Raad; het acquis van de Unie inzake de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van Verordeningen (EU) 2016/679 31 en (EU) 2022/2065 32 van het Europees Parlement en de Raad, die gericht zijn op een veilige, voorspelbare en betrouwbare onlineomgeving waarin de grondrechten, inclusief het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht om informatie te ontvangen en te verstrekken, worden geëerbiedigd; Verordening (EU) 2024/900 van het Europees Parlement en de Raad betreffende politieke reclame 33 ; en wetgeving inzake productveiligheid en wetgeving inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken, zoals Richtlijn 85/374/EEG van de Raad 34 . De Unie is derhalve exclusief extern bevoegd om het Verdrag te sluiten. Bijgevolg mag alleen de Unie partij worden bij het Verdrag.
(6) De Conferentie van de Partijen zal een belangrijke rol spelen bij de feitelijke uitvoering van het Verdrag, onder meer door specifieke aanbevelingen te doen met betrekking tot de interpretatie en de toepassing ervan. De Conferentie van de Partijen zal ook mogelijke wijzigingen van het Verdrag in overweging nemen. Overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU moet de Raad op voorstel van de Commissie besluiten vaststellen tot bepaling van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in de Conferentie van de Partijen wanneer dat lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met name het reglement van orde van de Conferentie van Partijen. Tijdens de onderhandelingen van dat reglement van orde, dat twaalf maanden na de inwerkingtreding van het Verdrag bij consensus moet worden vastgesteld, streeft de Unie ernaar dat zij 27 stemmen krijgt toegewezen, hetgeen overeenkomt met het aantal lidstaten. In het geval dat de 27 stemmen aan de Unie worden toegewezen, moet de Commissie als vertegenwoordiger van de Unie zorgen voor een betere coördinatie met de lidstaten om eenvormige standpunten uit te dragen in de Conferentie van de Partijen, en haar stemrecht namens de Unie uitoefenen. Een dergelijke verbeterde coördinatie is met name van belang aangezien alle lidstaten ook lid zijn van de Raad van Europa, AI van snel veranderende aard is en een coherent mondiaal toepasbaar kader op het gebied van AI noodzakelijk is. Met het oog op die verbeterde coördinatie moet de Raad worden betrokken bij het opstellen van standpunten, ongeacht de aard ervan, met inbegrip van standpunten die gebaseerd zijn op artikel 16, lid 1, VEU en artikel 218, lid 9, VWEU. Indien de Unie er, ondanks haar inspanningen, niet in slaagt 27 stemmen toegewezen te krijgen, moet de Commissie voorstellen dat de lidstaten uit hoofde van artikel 2, lid 1, VWEU en met volledige inachtneming van de exclusieve bevoegdheid van de Unie worden gemachtigd om naast de Unie tot het Verdrag toe te treden, teneinde te waarborgen dat de Unie een aantal stemmen heeft dat haar gewicht in de Raad van Europa weerspiegelt en haar in staat stelt haar belangen op passende wijze te verdedigen.
(7) De Commissie zal elke lidstaat verzoeken één vertegenwoordiger te sturen ter begeleiding van de vertegenwoordiging van de Commissie als onderdeel van de delegatie van de Unie bij de vergaderingen van de Conferentie van de Partijen. Hierbij moet het beginsel van loyale samenwerking worden geëerbiedigd.
(8) Ter zake van alle eventuele andere overeenkomsten die in de toekomst worden gesloten onder auspiciën van de Raad van Europa of in andere internationale fora, onder meer op het gebied van AI, en ten aanzien van alle wijzigingen van het Verdrag, moet de verdeling van de externe bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten worden beoordeeld in het licht van de specifieke kenmerken van elk van die instrumenten. Het is van het grootste belang dat de Unie en haar lidstaten op een consistente en gecoördineerde wijze en volledig in overeenstemming met de Verdragen hun rechtstreekse en actieve rol kunnen blijven uitoefenen bij het laten horen van de stem van de Unie en het beschermen van haar belangen.
(9) Het Verdrag moet namens de Unie worden goedgekeurd,