Overwegingen bij COM(2025)305 - Standpunt EU tijdens de 17de vergadering van de Commissie van technische deskundigen van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) met betrekking tot de herziening van de uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op het subsysteem “rolling stock - locomotives and passenger rolling stock” (UTP LOC&PAS), de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit (UTP PRM), voertuigmarkeringen (UTP Marking), het subsysteem “infrastructure” (UTP INF), het subsysteem telematicatoepassingen voor het goederenvervoer (UTP TAF) en de actualisering van het handboek voor de uitvoering en toepassing van de Uniforme Regelen APTU en ATMF

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Unie is toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (het “Cotif”), overeenkomstig Besluit 2013/103/EU van de Raad 10 en de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Cotif (“de overeenkomst”) 11 .

(2) Op grond van artikel 13, §1, f), van het Cotif is de Commissie van technisch deskundigen (CTE) van de OTIF opgericht.

(3) Overeenkomstig artikel 20, §1, b), van het Cotif en artikel 6, lid 1, van de Uniforme Regelen betreffende de verbindendverklaring van technische normen en de aanneming van uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in internationaal verkeer (APTU) – Aanhangsel F van het Cotif, is de CTE bevoegd om onder meer de uniforme technische voorschriften (UTP’s) die van toepassing zijn op het subsysteem “rolling stock – locomotives and passenger rolling stock” (UTP LOC&PAS), de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit (UTP PRM), voertuigmarkeringen (UTP Marking), het subsysteem “infrastructure” (UTP INF), het subsysteem telematicatoepassingen voor het goederenvervoer (UTP TAF) vast te stellen of te wijzigen.

(4) Overeenkomstig artikel 20, §1, e), van het Cotif en overeenkomstig artikel 21, lid 4, van de Uniforme Regelen betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in internationaal verkeer (ATMF — aanhangsel G bij het verdrag) is de CTE bevoegd om onder meer het Handboek voor de uitvoering en toepassing van de Uniforme Regelen APTU en ATMF vast te stellen of te wijzigen.

(5) De CTE heeft op de agenda van zijn 17de zitting, die op 17 en 18 juni 2025 zal plaatsvinden, een voorstel opgenomen voor besluiten tot herziening van de UTP LOC&PAS, de UTP PRM, de UTP Marking en de UTP INF, tot wijziging van aanhangsel I bij de UTP TAF en tot actualisering van het handboek voor de uitvoering en toepassing van de Uniforme Regelen APTU en ATMF.

(6) De beoogde handelingen van de CTE zullen rechtsgevolgen hebben.

(7) Aangezien de voorgestelde besluiten bindend zullen zijn voor de Unie op grond van artikel 6, lid 1, APTU en artikel 35, §3 en §4, Cotif, is het passend het namens de Unie in de CTE in te nemen standpunt te bepalen.

(8) Die besluiten hebben tot doel de UTP LOC&PAS, de UTP PRM, de UTP Marking en de UTP INF in overeenstemming te brengen met Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1694 van de Commissie 12 , de verwijzingen naar de in aanhangsel I van de UTP TAF opgenomen technische documenten van de TSI TAF van het ERA in overeenstemming te brengen, en het handboek voor de uitvoering en toepassing van de Uniforme Regelen APTU en ATMF te actualiseren, rekening houdende met de ervaringen van de OTIF-lidstaten.

(9) Aangezien ze bijdragen tot de afstemming van de OTIF-regelgeving op de gelijkwaardige bepalingen van het Unierecht, zijn de beoogde besluiten van de OTIF om de UTP PRM, de UTP Marking en de UTP INF te herzien, in overeenstemming met het recht en de strategische doelstellingen van de Unie en moeten ze derhalve door de Unie worden gesteund.

(10) De beoogde besluiten van de OTIF om de UTP LOC&PAS te herzien en om bijlage I van de UTP TAF te wijzigen, zijn over het algemeen ook in overeenstemming met de wetgeving en de strategische doelstellingen van de Unie, en dragen bij tot de afstemming van de OTIF-regelgeving op de gelijkwaardige bepalingen van de Uniewetgeving. Sommige van de door de OTIF voorgestelde wijzigingen moeten echter worden afgestemd op Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1694 van de Commissie 13 (het “TSI-pakket van 2023”). Het is dan ook noodzakelijk wijzigingen van de beoogde OTIF-besluiten voor te stellen om de UTP LOC&PAS te herzien en aanhangsel I van de UTP TAF te wijzigen, teneinde te zorgen voor aanpassing aan het EU-acquis zoals laatstelijk gewijzigd bij het TSI-pakket van 2023. De Unie moet derhalve de voorgenomen besluiten steunen op voorwaarde dat deze wijzigingen worden aangebracht.