Overwegingen bij COM(2025)301 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 in verband met de invoering van de euro in Bulgarije

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad 4 voorziet in de vervanging door de euro van de munteenheden van de lidstaten die bij de overgang van de Gemeenschap naar de derde fase van de economische en monetaire unie voldeden aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro.

(2) Overeenkomstig artikel 5 van de Toetredingsakte van 2005 5 neemt Bulgarije vanaf de datum van toetreding deel aan de Economische en Monetaire Unie als lidstaat met een derogatie in de zin van artikel 139, lid 1, van het Verdrag.

(3) Krachtens Besluit (EU) 2025/.... van de Raad 6 voldoet Bulgarije aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro en moet de derogatie ten aanzien van Bulgarije met ingang van 1 januari 2026 worden ingetrokken.

(4) De invoering van de euro in Bulgarije vereist de uitbreiding tot Bulgarije van de bestaande bepalingen betreffende de invoering van de euro die in Verordening (EG) nr. 974/98 zijn vervat.

(5) In het plan voor de overgang naar de euro van Bulgarije is gepreciseerd dat de eurobankbiljetten en -munten in deze lidstaat wettig betaalmiddel moeten worden op de dag van de invoering van de euro als munteenheid van Bulgarije. Zowel de datum waarop de euro wordt ingevoerd als de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld, moet derhalve 1 januari 2026 zijn. Er geldt geen geleidelijkeaanpassingsperiode.

(6) Verordening (EG) nr. 974/98 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.