Overwegingen bij COM(2007)779 - Standpunt van de EG over aanpassingen van de bijlagen 1 en 2 bij de Overeenkomst met Zwitserland inzake de handel in landbouwproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) In artikel 5, lid 2, eerste alinea, van Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat[3] is bepaald dat het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Landbouwcomité wordt vastgesteld door de Raad op voorstel van de Commissie.

(2) De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten[4] (hierna 'de overeenkomst' genoemd) is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(3) Bij artikel 6 van de overeenkomst is een Gemengd Landbouwcomité opgericht dat is belast met het beheer van de overeenkomst en toezicht houdt op de goede werking ervan.

(4) In artikel 11 van de overeenkomst is bepaald dat het Gemengd Landbouwcomité wijzigingen van de bijlagen 1 en 2 bij de overeenkomst kan vaststellen.

(5) In het licht van de afspraken die in verband met de uitbreiding van de Europese Unie met Bulgarije en Roemenië en met het oog op de consolidatie van bilaterale preferentiële handelsstromen van worst en bepaalde vleesproducten zijn gemaakt in het goedgekeurd proces-verbaal dat op 2 mei 2007 samen met Zwitserland is geparafeerd, dient de Raad een besluit te nemen met betrekking tot het standpunt dat in het Gemengd Comité moet worden ingenomen over de nodige aanpassingen van de bilaterale handelsconcessies die zijn vervat in de bijlagen 1 en 2 bij de overeenkomst.