Overwegingen bij COM(2008)24 - Standpunt van de EG in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van Oekraïne tot de Wereldhandelsorganisatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2008)24 - Standpunt van de EG in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van Oekraïne tot de ...
document COM(2008)24 NLEN
datum 23 januari 2008
 
(1) Op 20 november 1993 heeft de regering van de Republiek Oekraïne overeenkomstig artikel XII van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een verzoek om toetreding tot die overeenkomst ingediend.

(2) Op 17 december 1993 is een werkgroep betreffende de toetreding van Oekraïne opgericht, om overeenstemming te bereiken over toetredingsvoorwaarden die zowel voor de Republiek Oekraïne als voor alle WTO-leden aanvaardbaar waren.

(3) De Commissie heeft namens de Gemeenschap onderhandeld over een lange reeks verbintenissen tot openstelling van de markt door de Republiek Oekraïne, die voor de Gemeenschap van bijzonder belang zijn; deze verbintenissen zijn vervat in een memorandum waarover de onderhandelaars namens de Republiek Oekraïne en de Commissie op 17 maart 2003 overeenstemming hebben bereikt.

(4) Deze verbintenissen zijn nu neergelegd in het Protocol inzake de toetreding van de Republiek Oekraïne tot de WTO.

(5) De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren tot het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in de Republiek Oekraïne.

(6) Het toetredingsprotocol moet daarom worden goedgekeurd.

(7) Artikel XII van de Overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat tussen het toetredend lid en de WTO overeenstemming moet worden bereikt over de toetredingsvoorwaarden en dat aan WTO-zijde de toetredingsvoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de Ministeriële Conferentie van de WTO. Artikel IV.2 van de Overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat in de perioden tussen de vergaderingen van de Ministeriële Conferentie, haar functies worden waargenomen door de Algemene Raad.

(8) Het is daarom noodzakelijk het standpunt vast te stellen dat de Gemeenschap in de Algemene Raad moet innemen.