Overwegingen bij SEC(2007)142 - Aanbeveling van de Raad aan Polen om het buitensporige overheidstekort te verhelpen Toepassing van artikel 104, lid 7, van het Verdrag

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1. Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

2. Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

3. Op 5 juli 2004 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, vastgesteld dat er in Polen een buitensporig tekort bestaat i.

4. Na te hebben vastgesteld dat er in Polen een buitensporig tekort bestaat, heeft de Raad op 5 juli 2004 overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten i een aanbeveling aan de Poolse autoriteiten gericht om binnen een middellangetermijnkader maatregelen te nemen teneinde het tekort in 2007 op een geloofwaardige en duurzame wijze tot onder de 3% van het BBP terug te brengen overeenkomstig het traject voor tekortreductie dat wordt vermeld in het advies van de Raad van dezelfde datum over het in mei 2004 ingediende convergentieprogramma i.

5. In de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, werd verwezen naar cijfers waarin geen rekening was gehouden met het tekortverhogende effect van het Eurostat-besluit van 2 maart 2004, dat bepaalt dat toegezegde-bijdrageregelingen niet bij de overheid mogen worden ingedeeld. In de aanbeveling overeenkomstig artikel 104, lid 7, en het advies van de Raad over het convergentieprogramma van mei 2004 en de latere actualiseringen daarvan (van november 2004 en januari 2006) wordt echter uitdrukkelijk rekening gehouden met de risico's voor het verhelpen van het buitensporige tekort die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van dit Eurostat-besluit, dat, zoals Eurostat in september 2004 heeft besloten, moet worden toegepast op 1 april 2007 (uiterste datum voor de eerste kennisgeving van de feitelijke schuld- en tekortgegevens voor 2006 en de voorafgaande jaren). Ten tijde van de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, werd het tekortverhogende effect van de toepassing van het Eurostat-besluit (d.w.z. de jaarlijkse kosten van de Poolse pensioenhervorming van 1999) op ongeveer 1½% van het BBP geraamd.

6. Op 28 november 2006 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 8, een beschikking vastgesteld, waarin werd geconstateerd dat de maatregelen die Polen heeft genomen in reactie op de aanbeveling die de Raad op 5 juli 2004 overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft gedaan, ontoereikend bleken te zijn om het buitensporige tekort tegen 2007 te verhelpen i. De beschikking was gebaseerd op i) de opwaartse herziening in de begroting voor 2007 van de tekortdoelstelling voor 2007 in vergelijking met de aanbeveling (ondanks veel beter dan verwachte begrotingsresultaten voor de periode 2004-2006); ii) in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie onderkende risico's die voor 2007 tot een hoger dan beoogd tekort konden leiden; en iii) de toepassing van het bovengenoemde Eurostat-besluit met ingang van het voorjaar van 2007, waardoor het tekort voor 2007 naar schatting 2% van het BBP hoger zou uitkomen.

7. Momenteel is Polen een lidstaat met een derogatie in de zin van artikel 122, lid 1, van het Verdrag, hetgeen inhoudt dat het buitensporige tekorten dient te vermijden, maar dat artikel 104, leden 9 en 11, van het Verdrag niet op het land van toepassing is. Aan Polen kunnen alleen verdere aanbevelingen op grond van artikel 104, lid 7, worden gericht.

8. Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 dient in een aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, te worden vermeld dat de betrokken lidstaat binnen een termijn van ten hoogste zes maanden daaraan effectief gevolg moet geven en dat het buitensporige tekort, behoudens bijzondere omstandigheden, binnen het jaar nadat het is geconstateerd verholpen moet zijn. In artikel 3, lid 4, is ook bepaald dat in een aanbeveling tot een lidstaat om een buitensporig tekort te verhelpen, de Raad deze lidstaat dient te verzoeken om een minimale jaarlijkse verbetering van het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo van ten minste 0,5% van het BBP als benchmark te bewerkstelligen.

9. Toen de Raad zijn aanbeveling overeenkomstig artikel 104, lid 7, tot Polen richtte, werd aangenomen dat er speciale omstandigheden heersten (namelijk de omvang van het tekort en de zich voltrekkende structurele veranderingen in de economie), waardoor een correctie binnen een langetermijnkader, namelijk tegen 2007, toelaatbaar was. Aangezien de feitelijke tekorten in de periode 2004-2006 veel lager waren dan de doelstellingen die aan de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, ten grondslag lagen en de groeivoorspelling voor 2007 nagenoeg is uitgekomen, is er geen reden om de termijn voor de correctie van het buitensporige tekort te verlengen.

10. Net als in de vorige programma's wordt ook in het geactualiseerde convergentieprogramma van november 2006, dat betrekking heeft op de periode 2006-2009, gemikt op de correctie van het buitensporige tekort in 2007. Op basis van het meevallende resultaat voor 2006 waarvan in het programma wordt uitgegaan (1,9% van het BBP), is de tekortdoelstelling voor 2007 vastgesteld op 1,4% van het BBP. Daarna wordt een reductie van het tekort gepland tot 1,0% van het BBP in 2008 en 0,6% in 2009. In deze streefcijfers is geen rekening gehouden met het effect van het bovengenoemde Eurostat-besluit op het tekort. Indien dit effect in aanmerking wordt genomen, komt de tekortreeks als volgt te luiden: 3,9% in 2006, 3,4% in 2007, 3,1% in 2008 en 2,9% in 2009. Aangenomen wordt dat het structurele tekort (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde begrotingstekort, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen) in de periode 2007-2009 met circa ½% van het BBP per jaar zal verbeteren.

11. Met 3,4% van het BBP zou het tekort in 2007 boven de referentiewaarde van 3% van het BBP uitkomen. In het programma wordt aangenomen dat de Commissie en de Raad met het oog op de intrekking van de beschikking betreffende het bestaan van een buitensporig tekort overeenkomstig artikel 104, lid 12, de budgettaire kosten van de pensioenhervorming van 1999 conform artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad op een lineair degressieve basis in aanmerking zouden kunnen nemen, waarbij voor 2007 een percentage van 60% wordt toegepast, hetgeen neerkomt op circa 1,2% van het BBP. Opdat Polen van deze bepaling kan profiteren, dient het tekort in aanzienlijke mate en voortdurend te zijn afgenomen, en een niveau te hebben bereikt dat de referentiewaarde benadert. Aangezien het tekort in de periode 2004-2006 in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen, zal het feitelijke tekort voor 2007 doorslaggevend zijn voor het antwoord op de vraag of deze bepaling op Polen kan worden toegepast.

12. Uit de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie is gebleken dat er aan de tekortdoelstelling voor 2007 risico's verbonden zijn. Rekening houdend met meer recente informatie die na de afsluitingsdatum van de prognoses beschikbaar is gekomen, met name het meevallende resultaat voor 2006 (thans op 1,9% van het BBP geraamd), zal het tekort in 2007 wellicht uitkomen op ongeveer 3,7% van het BBP (inclusief de kosten van de pensioenhervorming), hetgeen iets beter is dan de voorspelling in de najaarsprognoses (circa 4% van het BBP) maar slechter dan het meest recente officiële streefcijfer (3,4% van het BBP).

13. In zijn advies van [27 februari 2007] over het geactualiseerde convergentieprogramma van november 2006 neemt de Raad de begrotingsplannen van de Poolse autoriteiten op middellange termijn onder de loep. De algemene conclusie luidt dat in het programma wordt aangenomen dat het buitensporige tekort in 2007 is gecorrigeerd, maar dat de tot dusver ondernomen actie ontoereikend lijkt en de geplande maatregelen kennelijk niet volstaan om dat doel te bereiken. Hoewel in de latere jaren volgens het programma tegen de achtergrond van gunstige groeivooruitzichten afdoende vooruitgang wordt geboekt richting de MTD, is de realisatie van de begrotingsdoelstellingen en de duurzaamheid van de aanpassing aan belangrijke risico's onderhevig. De risico's voor de begrotingsdoelstellingen vloeien met name voort uit i) een optimistisch macro-economisch scenario voor de periode 2008-2009; ii) grote onzekerheid ten aanzien van de effectieve tenuitvoerlegging van de geplande hervormingen; en iii) een gebrek aan informatie over de maatregelen waarop de geplande uitgavenbeperking steunt (deze maatregelen lijken zich overigens nog maar in een embryonale fase te bevinden).

14. Algemeen genomen dienen maatregelen ter consolidering van de begroting een duurzame verbetering van het overheidssaldo teweeg te brengen en tegelijkertijd gericht te zijn op een kwalitatieve verbetering van de openbare financiën en op versterking van het economische groeipotentieel,

BEVEELT AAN :

15. dat de Poolse autoriteiten uiterlijk in 2007 een einde maken aan de thans bestaande buitensporigtekortsituatie;

16. dat de Poolse autoriteiten het overheidstekort op geloofwaardige en duurzame wijze terugdringen en daartoe tussen 2006 en 2007 een verbetering van het structurele saldo met 0,5 procentpunt van het BBP bewerkstelligen.

De Raad stelt [27 augustus] vast als uiterste datum voor de Poolse autoriteiten om effectief gevolg te geven aan deze aanbevelingen.

Daarnaast verzoekt de Raad Polen ervoor te zorgen dat de begrotingsconsolidatie in de richting van zijn middellangetermijndoelstelling van een structureel tekort van 1% van het BBP wordt volgehouden nadat het buitensporige tekort is gecorrigeerd.

Deze aanbeveling is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, [27 februari 2007].

Voor de Raad

De Voorzitter
gew3[pic]zigd b3[pic] Verordening (EG) nr. 1056/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 5).
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1056/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 5).
– Classification of funded pension schemes and impact on government finance van het Handboek overheidstekort en overheidsschuld van Eurostat, Engelse versie beschikbaar op: epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1056/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 5).