Overwegingen bij COM(2005)217-1 - Onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en gemeenschappelijke statistische instanties

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Officiële statistieken zijn in een democratische samenleving van centraal belang omdat zij overheidsdiensten, beleidsmakers, economische en sociale actoren en alle burgers van objectieve en onpartijdige informatie voorzien, zodat deze met kennis van zaken beslissingen kunnen nemen en open over vraagstukken kunnen debatteren.

(2) Officiële statistieken moeten daartoe worden opgesteld en verspreid volgens gemeenschappelijke normen, die garanderen dat de beginselen van onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding in acht worden genomen.

(3) Tegelijk zijn Europese statistieken steeds belangrijker voor de nieuw leven ingeblazen strategie van Lissabon i en de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (2005-2008) i; statistieken van hoge kwaliteit zijn ook nodig voor het toezicht op en de evaluatie van de uitvoering van andere belangrijke beleidsinitiatieven op Europees niveau, waaronder de strategie voor duurzame ontwikkeling en het gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid.

(4) In deze context is de specifieke rol van de begrotingsstatistieken en overheidsrekeningen zelfs nog belangrijker voor het economisch en monetair toezicht en de juiste uitvoering van het stabiliteits- en groeipact; vooral de statistische gegevens die in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten worden gebruikt, moeten van optimale kwaliteit zijn.

(5) Op 22 december 2004 heeft de Commissie een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement over een Europese governancestrategie voor begrotingsstatistieken i aangenomen die een coherente strategie voorstelt om de de EU-governance inzake de begrotingsstatistiek op basis van drie actiepunten te verbeteren.

(6) Ten eerste moet op verzoek van de Raad het toezicht van de Commissie op de kwaliteit van de gemelde begrotingsgegevens worden versterkt; daartoe heeft de Commissie op 2 maart 2005 een voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3605/93, wat de kwaliteit van de statistische gegevens in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten betreft i, aangenomen, dat momenteel in behandeling is.

(7) Ten tweede moet de operationele capaciteit van de Commissie op statistisch gebied worden versterkt; in de specifieke context van het statistisch toezicht in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten moeten regelmatig contactbezoeken en inspectiebezoeken worden afgelegd en moet ook op nationaal niveau alle beschikbare expertise worden gebruikt.

(8) Ten derde moeten Europese normen betreffende de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale bureaus voor de statistiek worden vastgesteld om gehoor te geven aan het verzoek dat de Raad op 2 juni 2004 tot de Commissie heeft gericht, namelijk om uiterlijk in juni 2005 met een voorstel te komen voor de ontwikkeling van Europese minimumnormen voor de institutionele inrichting van statistische instanties, teneinde de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale bureaus voor de statistiek te versterken.

(9) Naar aanleiding van dit verzoek hebben de lidstaten op 17 november 2004 in het Comité statistisch programma de in een praktijkcode op te nemen basisbeginselen besproken en zijn zij overeengekomen deze beginselen nader te bestuderen en indicatoren voor het toezicht op de uitvoering van de code vast te stellen.

(10) Vervolgens heeft het Comité statistisch programma aan een werkgroep de opdracht gegeven een voorstel voor een praktijkcode over Europese statistieken uit te werken.

(11) De zo ontstane praktijkcode is op 24 februari 2005 met algemene stemmen door het Comité statistisch programma goedgekeurd, waaruit blijkt dat de daarin opgenomen beginselen door alle statistische instanties worden onderschreven; deze moeten dus worden opgeroepen de code als leidraad te gebruiken.

(12) Op het ogenblik zijn de statistische instanties van de lidstaten op zeer verschillende wijze ingericht, wat een gevolg is van de soms sterk uiteenlopende juridische en administratieve regelingen in de lidstaten die als uiting van hun politieke en culturele tradities moeten worden gezien.

(13) Gezien de positieve resultaten die de statistische instanties door de goedkeuring van een tot zelfregulering dienende praktijkcode hebben bereikt en de verwachting dat zij deze code ook zullen uitvoeren, wordt deze aanbeveling als passend en evenredig beschouwd.

(14) De praktijkcode heeft een tweeledig doel, namelijk enerzijds de verbetering van het vertrouwen in de statistische instanties, waartoe een aantal institutionele en organisatorische maatregelen wordt voorgesteld, en anderzijds verbetering van de kwaliteit van de door hen geproduceerde en verspreide statistieken, waartoe alle producenten van officiële statistieken in Europa worden aangemoedigd de beste internationale statistische beginselen, methoden en praktijken op coherente wijze toe te passen.

(15) De lidstaten moet dan ook worden aanbevolen het belang van de praktijkcode te erkennen, de nodige maatregelen te treffen om de correcte toepassing ervan door de betrokken instanties te waarborgen en het gebruik ervan door gebruikers en verstrekkers van gegevens aan te moedigen.

(16) Er zij op gewezen dat de Commissie daarnaast binnen haar eigen bevoegdheidsgebied soortgelijke maatregelen wil treffen, in het bijzonder om toe te zien op de naleving van de praktijkcode binnen het Europees statistisch systeem,

I. BEVEELT AAN DAT DE LIDSTATEN:

A. erkenning geven aan een in de bijgevoegde praktijkcode opgenomen reeks Europese gemeenschappelijke normen voor statistische instanties;

B. ervoor zorgen dat de beginselen van de code door hun statistische instanties in acht worden genomen, zodat geharmoniseerde communautaire statistieken van hoge kwaliteit worden opgesteld en verspreid en in het algemeen tot de goede werking van het Europees statistisch systeem wordt bijgedragen;

C. ervoor zorgen dat hun statistische diensten op professionele wijze georganiseerd zijn en over de nodige middelen beschikken om onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht bij de opstelling van communautaire statistieken op basis van de in de code opgenomen richtsnoeren te garanderen;

D. de statistische respondenten, gegevensverstrekkers en gebruikers van statistieken via passende informatie- en verspreidingskanalen over het bestaan van de code te informeren;

E. een uitvoerige uitwisseling van informatie en expertise binnen het Europees statistisch systeem bevorderen op basis van de ervaring die bij het uitvoeren van de code is opgedaan;

F. de brede samenwerking tussen statistische instanties binnen het Europees statistisch systeem en met de statistische instanties van internationale organen en organisaties steunen en zo nodig intensiveren;

G. de informatie verstrekken die nodig is voor het toezicht van de Commissie op de naleving van de in de code opgenomen beginselen.

II. GEEFT ERKENNING AAN EEN IN DE BIJGEVOEGDE PRAKTIJKCODE OPGENOMEN REEKS GEMEENSCHAPPELIJKE EUROPESE NORMEN VOOR STATISTISCHE INSTANTIES EN ZAL IN DIT VERBAND:

A. ervoor zorgen dat de beginselen van de code door Eurostat in acht worden genomen, zodat geharmoniseerde communautaire statistieken van hoge kwaliteit worden opgesteld en verspreid en in het algemeen tot de goede werking van het Europees statistisch systeem wordt bijgedragen;

B. ervoor zorgen dat Eurostat als de statistische instantie van de Europese Unie op professionele wijze georganiseerd is en over de nodige middelen beschikt om onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht bij de opstelling van communautaire statistieken te garanderen, en daartoe passende maatregelen treffen op basis van haar bevoegdheden inzake haar eigen interne organisatie;

C. passende maatregelen treffen om de uitvoering van de code in het Europees statistisch systeem te vergemakkelijken, met name door verdere ontwikkeling van de officiële communautaire statistieken zodat de informatie die in overeenstemming met de code geproduceerd is, door de gebruikers als zodanig kan worden herkend.

III. IS VERDER VOORNEMENS:

A. hulpmiddelen te ontwikkelen om de kwaliteit van de communautaire statistiek op Europees niveau te verbeteren met inachtneming van hun kosteneffectiviteit;

B. een rapportagesysteem te ontwikkelen om in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel toezicht te houden op de naleving van de code binnen het Europees statistisch systeem;

C. een voorstel voor een extern adviesorgaan, eventueel in de vorm van een hervormd Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied, te overwegen met de bedoeling dit orgaan actief te betrekken bij het toezicht op de uitvoering van de code, en daarmee op de versterking van de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht, en bij de bepaling van standpunten over de herschikking van prioriteiten in de statistische programma's;

D. binnen drie jaar na het aannemen van deze aanbeveling en na overleg met het Comité statistisch programma, en eventueel het extern adviesorgaan, aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over de voortgang bij de uitvoering van deze code in het Europees statistisch systeem, met name op basis van zelfbeoordelingen en collegiale toetsing, en zo nodig voorstellen te doen om de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht te vergroten.

Gedaan te Brussel,

Voor de Commissie

De Voorzitter

PRAKTIJKCODE EUROPESE STATISTIEKEN Op 24 februari 2005 goedgekeurd door het Comité Statistisch Programma Inleiding

Definities: | In dit document wordt verstaan onder: Europese statistieken: de communautaire statistieken als bedoeld in Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek, die door nationale statistische instanties en de statistische instantie van de Gemeenschap (Eurostat) overeenkomstig artikel 285, lid 2, van het Verdrag geproduceerd en verspreid worden Statistische instantie: op nationaal niveau, het nationale bureau voor de statistiek en andere statistische organen die belast zijn met het produceren en verspreiden van Europese statistieken, en op communautair niveau Eurostat. Europees Statistisch Systeem, hierna aangeduid als het ESS: het partnerschap van Eurostat, de nationale bureaus voor statistiek, en andere nationale statistische organen die in de afzonderlijk lidstaten verantwoordelijk zijn voor het produceren en verspreiden van Europese statistieken. |

Overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 285, lid 2, alsmede Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek, en de Fundamental Principles of Official Statistics die de Statistische Commissie van de Verenigde Naties op 14 april 1994 heeft goedgekeurd, heeft deze praktijkcode een tweeledig doel:

- het vertrouwen in de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordelijkheid zowel van de nationale statistische instanties als van Eurostat, en in de geloofwaardigheid en kwaliteit van de statistieken die zij produceren en verspreiden, te verbeteren ( externe doelstelling );

- de toepassing van de beste internationale statistische beginselen, methoden en praktijken door alle producenten van Europese statistieken te bevorderen, om de kwaliteit van die statistieken te verbeteren ( interne doelstelling ).

Het is de bedoeling dat de code toegepast wordt door:

- bestuurlijke instanties (d.w.z. regeringen, ministeries, de Commissie, de Raad, enz.) – de code verschaft hen richtsnoeren voor de professionele organisatie van hun statistische diensten en om ervoor te zorgen dat die over de nodige middelen beschikken om geloofwaardige Europese statistieken te produceren, op een wijze die onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordelijkheid garandeert;

- statistische instanties en hun medewerkers – de code biedt een benchmark van statistische beginselen, waarden en beste praktijken dat hen kan helpen bij het produceren en verspreiden van hoogwaardige en geharmoniseerde Europese statistieken.

De code is ook bedoeld als informatiedocument voor:

- gebruikers – om te laten zien dat Europese en nationale statistische instanties onpartijdig zijn, en de statistieken die zij produceren en verspreiden betrouwbaar en objectief;

- verstrekkers van gegevens – om te laten zien dat het vertrouwelijke karakter van de gegevens die zij leveren gerespecteerd wordt, en dat er geen overdreven eisen aan hen gesteld zullen worden.

De praktijkcode is gebaseerd op 15 beginselen . Bestuurlijke en statistische instanties in de Europese Unie verplichten zich ertoe zich te houden aan de in deze code vastgelegde beginselen, en de tenuitvoerlegging van de code regelmatig te evalueren aan de hand van de ' Good Practice '-indicatoren voor elk van deze 15 beginselen, die als referentie moeten worden.

Het Comité Statistisch Programma, dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG van de Raad van 19 juni 1989, zal regelmatig 'peer review'-controles van de tenuitvoerlegging van deze code verrichten.

Institutioneel kader

Institutionele en organisatorische factoren hebben een wezenlijke invloed op de doelmatigheid en geloofwaardigheid van een statistische instantie die Europese statistieken produceert en verspreidt. Relevante aspecten zijn professionele onafhankelijkheid, een mandaat voor het verzamelen van gegevens, voldoende middelen, een sterk kwaliteitsbewustzijn, statistische geheimhouding, onpartijdigheid en objectiviteit.

Beginsel 1: professionele onafhankelijkheid – De professionele onafhankelijkheid van statistische instanties van andere regelgevende, administratieve of beleidsdepartementen en lichamen, en van de particuliere sector, verzekert de geloofwaardigheid van Europese statistieken.

Indicatoren

- De onafhankelijkheid van de statistische instantie en haar bescherming tegen politieke en andere inmenging van buitenaf bij het produceren en verspreiden van officiële statistieken is wettelijk vastgelegd.

- Het hoofd van de statistische instantie heeft een zodanig hoge status in de ambtelijke hiërarchie dat hij of zij op hoog niveau toegang heeft tot beleidmakers en overheidsadministraties. Hij of zij dient over de hoogste professionele kwalificaties te beschikken.

- Het hoofd van de statistische instantie en, voor zover van toepassing, de hoofden van de statistische organen zijn verantwoordelijk voor de onafhankelijke productie en verspreiding van Europese statistieken.

- Het hoofd van de statistische instantie en voor zover van toepassing de hoofden van de statistische organen beslissen alleen over de te gebruiken statistische methoden, normen en procedures, en over de inhoud en het moment van bekendmaking van statistische berichten.

- De statistische werkprogramma's worden gepubliceerd en er wordt regelmatig verslag uitgebracht over de geboekte vooruitgang.

- Statistische berichten worden duidelijk onderscheiden van politieke en beleidsverklaringen en apart bekendgemaakt.

- De statistische instantie reageert zo nodig in het openbaar op statistische kwesties, ook met betrekking tot kritiek op en misbruik van officiële statistieken.

Beginsel 2: Mandaat voor het verzamelen van gegevens – De statistische instanties moeten een duidelijk wettelijk mandaat te hebben voor het verzamelen van gegevens voor Europese statistische doeleinden. Overheidsdiensten, ondernemingen, huishoudens en het grote publiek zijn wettelijk verplicht om op verzoek van statistische instanties toegang te verlenen tot gegevens, of deze te verstrekken, voor Europese statistische doeleinden.

Indicatoren

- Het mandaat om informatie te verzamelen voor het produceren en verspreiden van officiële statistieken is wettelijk vastgelegd.

- De nationale wetgeving staat de statistische instantie toe om voor statistische doeleinden gebruik te maken van administratieve bestanden.

- De statistische instantie kan op basis van een wetsbesluit medewerking aan statistische onderzoeken afdwingen.

Beginsel 3: Voldoende middelen – De middelen waarover de statistische instanties kunnen beschikken, moeten volstaan om te voldoen aan de eisen die inzake Europese statistieken gesteld worden.

Indicatoren

- De beschikbare personele, financiële en IT-middelen zijn zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht voldoende om te beantwoorden aan de actuele behoeften aan Europese statistieken.

- De omvang, gedetailleerdheid en kosten van Europese statistieken zijn evenredig met de behoeften.

- Er bestaan procedures voor het beoordelen van verzoeken om nieuwe Europese statistieken in het licht van de kosten.

- Er bestaan procedures om te beoordelen of de behoefte aan verschillende typen Europese statistieken nog wel bestaat, om te zien of sommige daarvan stopgezet of beperkt kunnen worden om middelen vrij te maken.

Beginsel 4: Kwaliteitsbewustzijn - Alle ESS-leden verplichten zich om te werken en samen te werken overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in de Kwaliteitsverklaring van het Europees Statistisch Systeem.

Indicatoren

- De kwaliteit van het product wordt regelmatig gecontroleerd aan de hand van de ESS-kwaliteitscomponenten.

- Er bestaan processen voor het controleren van de kwaliteit bij de verzameling, verwerking en verspreiding van statistieken.

- Er bestaan processen voor het behandelen van kwaliteitskwesties, waaronder het voorrang verlenen aan bepaalde kwaliteitsaspecten boven andere, en voor het sturen van de planning voor bestaande en toekomstige onderzoeken.

- De kwaliteitsrichtsnoeren zijn gedocumenteerd en ook openbaar gemaakt, en het personeel is goed opgeleid.

- De belangrijkste statistische outputs worden regelmatig en grondig beoordeeld, indien nodig met behulp van externe deskundigen.

Beginsel 5: Vertrouwelijkheid van statistische gegevens - De privacy van de verstrekkers van gegevens (huishoudens, ondernemingen, overheidsdiensten en andere respondenten), het vertrouwelijke karakter van de informatie die zij verstrekken, en het uitsluitende gebruik daarvan voor statistische doeleinden, moeten absoluut gegarandeerd zijn.

Indicatoren

- De statistische geheimhouding is wettelijk gewaarborgd.

- De medewerkers van de statistische instantie ondertekenen bij hun aanstelling een document dat een wettelijke verplichting tot geheimhouding inhoudt.

- Op het opzettelijk verbreken van de statistische geheimhoudingsplicht staan strenge straffen.

- Er worden schriftelijke instructies en richtsnoeren verstrekt betreffende de bescherming van de statistische geheimhouding bij de productie- en verspreidingsprocessen. Deze richtsnoeren worden openbaar gemaakt.

- Er worden fysieke en technologische voorzieningen getroffen om de veiligheid en integriteit van statistische databases te beschermen.

- Er bestaan strikte protocollen voor externe gebruikers die toegang hebben tot statistische microgegevens voor onderzoeksdoeleinden.

Beginsel 6: Onpartijdigheid en objectiviteit – De statistische instanties moeten de Europese statistieken met inachtneming van de wetenschappelijke onafhankelijkheid en op objectieve, professionele en transparante wijze produceren en verspreiden, en daarbij alle gebruikers gelijk behandelen.

Indicatoren

- De statistieken worden opgesteld op een objectieve basis die op statistische overwegingen berust.

- De keuze van bronnen en statistische technieken wordt bepaald door statistische overwegingen.

- Fouten die ontdekt worden in gepubliceerde statistieken worden zo snel mogelijk gecorrigeerd en de correcties worden bekendgemaakt.

- De informatie over de methoden en procedures van de statistische instantie is voor het publiek toegankelijk.

- De datum en het tijdstip van bekendmaking van statistische berichten worden van te voren aangekondigd.

- Alle gebruikers hebben gelijkelijk en gelijktijdig toegang tot statistische berichten; geprivilegieerde toegang vooraf voor buitenstaanders wordt beperkt, gecontroleerd en openbaar gemaakt. Als er lekken mochten optreden, dienen de regelingen voor toegang vooraf worden herzien om onpartijdigheid te garanderen.

- De statistische berichten en verklaringen in persconferenties zijn objectief en politiek neutraal.

Statistische Processen

In de processen van de statistische instanties voor het organiseren, verzamelen, verwerken en verspreiden van officiële statistieken moeten de Europese en andere internationale normen, richtsnoeren en goede praktijken volledig in acht worden genomen. De geloofwaardigheid van de statistieken wordt verhoogd door een reputatie van goed management en efficiency. De relevante aspecten zijn degelijke methoden, passende statistische procedures, een zo gering mogelijke belasting voor de respondenten en kosteneffectiviteit.

Beginsel 7: Degelijke methoden – Dgelijke methoden zijn een noodzakelijke voorwaarde voor statistieken van hoge kwaliteit. Dit vereist passende instrumenten, procedures en deskundigheid.

Indicatoren

- Het algemene methodologische kader van de statistische instantie volgt Europese en andere internationale normen, richtsnoeren en goede praktijken.

- Er bestaan procedures om te verzekeren dat standaardbegrippen, -definities en -classificaties in de gehele statistische instantie consequent worden toegepast.

- Het ondernemingsregister en het raamwerk van bevolkingsonderzoeken worden regelmatig geëvalueerd en indien nodig aangepast om hoge kwaliteit te verzekeren.

- De nationale classificatie- en sectorisatiesystemen en de overeenkomstige Europese systemen stemmen in detail met elkaar overeen.

- Er worden medewerkers met een relevante academische achtergrond aangeworven.

- De medewerkers volgen relevante internationale opleidingscursussen en conferenties, en onderhouden contacten op internationaal niveau met andere statistici, om van vooraanstaande vakgenoten te leren en hun deskundigheid te verbeteren.

- Er is een georganiseerde samenwerking met de wetenschappelijke wereld; de kwaliteit en doelmatigheid van de gebruikte methoden worden getoetst door externe onderzoeken, die waar mogelijk het gebruik van verbeterde instrumenten bevorderen.

Beginsel 8: Passende statistische procedures – De toepassing van passende statistische procedures, van het verzamelen tot het valideren van gegevens, is een noodzakelijke voorwaarde voor statistieken van hoge kwaliteit.

Indicatoren

- Wanneer de Europese statistieken gebaseerd zijn op administratieve gegevens, moeten de definities en begrippen die voor de betreffende administratieve doeleinden worden gebruikt in redelijke mate aansluiten bij de voor statistische doeleinden gehanteerde definities en begrippen.

- Bij statistische onderzoeken worden de vragenlijsten systematisch getest voordat de gegevensverzameling begint.

- De opzet van onderzoeken, de steekproefselectie en de weging van steekproeven berusten op een degelijke basis en worden regelmatig getoetst, en zo nodig herzien of geactualiseerd.

- Het veldwerk, de invoering van gegevens en de codering worden routinematig gecontroleerd er zo nodig aangepast.

- Er worden passende editing- and imputatie-computersystemen gebruikt en deze worden regelmatig getoetst, en zo nodig herzien of geactualiseerd.

- De herzieningen worden volgens gevestigde en transparante standaardprocedures uitgevoerd.

Beginsel 9: Een zo gering mogelijke belasting van respondenten - De responslast dient in verhouding te staan tot de behoeften van de gebruikers en mag voor de respondenten niet te zwaar zijn. D e statistische instantie controleert deze responslast en legt doelstellingen vor de geleidelijke vermindering ervan vast.

Indicatoren

- De omvang en gedetailleerdheid van verzoeken om gegevens voor Europese statistieken gaan niet verder dan wat absoluut noodzakelijk is.

- De responslast wordt door passende steekproeftechnieken zo breed mogelijk over de onderzoekspopulaties gespreid .

- De van ondernemingen verlangde informatie is voor zover mogelijk onmiddellijk in hun boekhouding te vinden, en beantwoording wordt zoveel mogelijk vergemakkelijkt door het gebruik van elektronische hulpmiddelen.

- Als exacte gegevens niet onmiddellijk beschikbaar zijn, worden de beste schattingen en benaderingen geaccepteerd .

- Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van administratieve bronnen, om te voorkomen dat tweemaal om dezelfde informatie wordt verzocht.

- Het doorgeven van gegevens binnen statistische instanties is algemene praktijk, om overlapping van onderzoeken te voorkomen.

Beginsel 10: Kosteneffectiviteit – De middelen moeten effeciënt worden gebruikt.

Indicatoren

- Het gebruik van de beschikbare middelen door de statistische instantie wordt gecontroleerd door midel van interne en onafhankelijke externe maatregelen.

- Routinehandelingen (b.v. gegevensinvoer, encodering, validering) worden zoveel mogelijk geautomatiseerd.

- Het productiviteitspotentieel van de informatie- en communicatietechnologie wordt optimaal benut voor het verzamelen, verwerken en verspreiden van gegevens.

- Anticiperend op toekomstige behoeften wordt getracht het statistische potentieel van beschikbare administratieve gegevens te verbeteren en kostbare rechtstreekse onderzoeken te vermijden.

Statistische output

De beschikbare statistieken moeten beantwoorden aan de behoeften van de gebruikers. De statistieken voldoen aan de Europese kwaliteitsnormen en aan de behoeften van Europese instellingen, regeringen, onderzoeksinstellingen, het bedrijfsleven en het grote publiek. Belangrijk daarbij is in welke mate de statistieken relevant, accuraat, betrouwbaar, actueel, coherent en tussen regio's en landen vergelijkbaar zijn, en hoe gemakkelijk ze voor gebruikers toegankelijk zijn.

Beginsel 11: Relevantie – De Europese statistieken moeten beantwoorden aan de behoeften van de gebruikers.

Indicatoren

- Er zijn processen voor het raadplegen van gebruikers, voor het toezicht op de relevantie en het praktische nut van bestaande statistieken ten aanzien van de behoeften van de gebruikers, en voor advies betreffende hun toekomstige behoeften en prioriteiten.

- Er wordt voldaan aan prioritaire behoeften en daaraan wordt ook in het werkprogramma aandacht besteed.

- Er wordt periodiek onderzoek gedaan naar de tevredenheid van gebruikers.

Beginsel 12: Nauwkeurigheid en betrouwbaarheid – De Europese statistieken moeten een accuraat en betrouwbaar beeld van de werkelijkheid geven.

Indicatoren

- De brondata, tussenresultaten en statistische output worden beoordeeld en gevalideerd.

- Steekproeffouten e niet-steekproeffouten worden gemeten en systematisch gedocumenteerd overeenkomstig het kader van ESS-kwaliteitscomponenten.

- Er worden regelmatig studies and analyses van herzieningen verricht en deze worden ook intern gebruikt voor de verbetering van statistische processen.

Beginsel 13: Actualiteit en stiptheid – Europese statistieken moeten actueel zijn en op de aangekondigde tijdstippen verspreid worden.

Indicatoren

- De actualiteit voldoet aan de hoogste Europese en internationale normen inzake verspreiding.

- Er wordt een vast moment van de dag bepaald voor de bekendmaking van Europese statistieken.

- Bij het bepalen van de frequentie van de Europese statistieken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de behoeften van de gebruikers.

- Iedere afwijking van het tijdschema voor de verspreiding wordt van te voren aangekondigd en uitgelegd, en er wordt een nieuwe datum voor verspreiding bepaald.

- Voorlopige resultaten waarvan de kwaliteit in geaggregeerde vorm aanvaardbaar is, kunnen worden verspreid als dat als nuttig wordt beschouwd.

Beginsel 14: Coherentie en vergelijkbaarheid – De Europese statistieken moeten intern consistent in de tijd en vergelijkbaar tussen regio's en landen zijn; het moet mogelijk zijn om gerelateerde gegevens uit verschillende bronnen te combineren en gezamenlijk te gebruiken .

Indicatoren

- De statistieken zijn intern coherent en consistent (bv. inachtneming van de wiskundige en boekhoudkundige identiteit).

- De statistieken zijn coherent of verenigbaar over een redelijk lang tijdsbestek.

- De statistieken worden op basis van gemeenschappelijke normen ten aanzien van omvang, definities, eenheden en classificaties in de verschillende onderzoeken en bronnen opgesteld.

- De statistieken uit verschillende onderzoeken en bronnen worden met elkaar vergeleken en op elkaar afgestemd.

- De grensoverschrijdende vergelijkbaarheid van gegevens wordt verzekerd door regelmatige uitwisselingen tussen het ESS en andere statistische systemen; de lidstaten en Eurostat voeren in nauwe samenwerking methodologische studies uit.

Beginsel 15: Toegankelijkheid en duidelijkheid – De Europese statistieken moeten in een duidelijke en begrijpelijke vorm gepresenteerd worden en op passende en gebruikersvriendelijke wijze verspreid worden; zij moeten op onpartijdige basis beschikbaar en toegankelijk zijn, met ondersteunende metadata en toelichtingen .

Indicatoren

- De statistieken worden gepresenteerd in een vorm die een juiste interpretatie en zinvolle vergelijking mogelijk maakt.

- De verspreidingsdiensten maken gebruik van moderne informatie- en communicatietechnologie en waar nodig ook van traditionele papieren edities.

- Zo mogelijk worden op de behoeften van specifieke gebruikers toegesneden analyses aangeboden en openbaar gemaakt.

- De toegang tot microdata kan worden toegestaan voor onderzoeksdoeleinden. Deze toegang is onderworpen aan strikte protocollen.

- De metadata worden gedocumenteerd volgens gestandaardiseerde metadatasystemen.

- De gebruikers worden op de hoogte gehouden van de voor statistische processen toegepaste methoden en van de kwaliteit van de statistische output met het oog op de ESS-kwaliteitscriteria.

meerjarenprogramma’s en dat door de Commissie uitgebreid wordt geraadpleegd over tal van verschillende onderwerpen (Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad van 19 juni 1989 tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen - PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47).
– Een nieuwe start voor de Lissabonstrategie.