Overwegingen bij COM(2007)849 - Ontwerp van verordening van de Raad tot vaststelling van de vorm der laissez passer die worden verstrekt aan de leden en het personeel van de instellingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De laissez passer worden als geldige reispapieren erkend door de autoriteiten van de lidstaten en de Commissie sluit akkoorden om deze als reisdocumenten erkend te doen worden op het grondgebied van derde landen.

(2) Teneinde maximale veiligheidsgaranties te bieden en met name het risico van vervalsing te voorkomen, is het van belang dat de laissez passer van de leden en het personeel van de instellingen van de Gemeenschappen voldoen aan de normen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, in het bijzonder die van document 9309 betreffende machineleesbare reisdocumenten, en aan de minimale veiligheidsnormen van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten[6]. Het is derhalve wenselijk regels op te stellen voor de laissez passer die dergelijke veiligheidsgaranties bieden.

(3) Er zouden biometrische kenmerken in de laissez passer moeten worden opgenomen om te waarborgen dat de wettige houder van het laissez passer op betrouwbare wijze kan worden geïdentificeerd met behulp van het document zelf, en aldus een aanzienlijke bijdrage te leveren tot het voorkomen van frauduleus gebruik ervan.

(4) Ter bescherming van de persoonsgegevens dient erop te worden toegezien dat het laissez passer geen andere informatie bevat dan de in deze verordening voorgeschreven informatie.

(5) Gelet op de deskundigheid die de Commissie op dit terrein heeft ontwikkeld, is het zaak om haar te machtigen de nodige maatregelen vast te stellen voor de toepassing van deze verordening, met inachtneming van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[7].

(6) De Commissie dient met name te worden gemachtigd de veiligheidsnormen en technische specificaties voor het laissez passer vast te stellen, op grond van de beschikkingen C(2005) 409 van 28 februari 2005 en C(2006) 2909 van 28 juni 2006 van de Commissie tot vaststelling van de technische specificaties in verband met de normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten, teneinde een vergelijkbaar veiligheidsniveau te waarborgen. De Commissie dient in dit kader ook specificaties vast te stellen die geheim moeten blijven om het risico van namaak en vervalsing te voorkomen.

(7) Teneinde vervalsing en frauduleus gebruik van het laissez passer tegen te gaan, dient de Commissie te worden opgedragen één organisatie aan te wijzen die wordt belast met het drukken van de laissez passer voor alle instellingen. Deze organisatie dient te worden aangewezen overeenkomstig de bepalingen inzake overheidsopdrachten, met name die van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[8], en rekening houdend met de gevoelige aard van de te vervaardigen documenten.

(8) Er dient te worden bepaald dat de Commissie de bijlage bij deze verordening mag wijzigen naar aanleiding van wijzigingen in Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap[9].

(9) Deze verordening vervangt Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1826/69 van de Raad van 15 september 1969 tot vaststelling van de vorm der laissez passer, te verstrekken aan de leden en het personeel van de instellingen[10]. Deze laatstgenoemde verordening dient bijgevolg te worden ingetrokken.