Overwegingen bij COM(2011)331 - Financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingfonds, met inbegrip van de tweede tranche voor 2011

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2011)331 - Financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingfonds, met inbegrip van de tweede tranche voor 2011.
document COM(2011)331 NLEN
datum 9 juni 2011
 
(1) Overeenkomstig de procedure van de artikelen 57 tot en met 61 van het financieel reglement van het tiende EOF moet de Commissie uiterlijk op 15 juni een voorstel indienen voor a) het bedrag van de tweede tranche van de bijdrage voor 2011, en b) een herzien jaarlijks bedrag van de bijdrage voor het jaar n + 1 dat is afgestemd op de werkelijke behoeften, indien het jaarlijkse bedrag afwijkt van de werkelijke behoeften zoals bedoeld in artikel 7, lid 3, van het Intern Akkoord.

(2) Op 17 november 2010 heeft de Raad op voorstel van de Commissie besloten het aandeel van de Commissie van het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de lidstaten aan het EOF voor 2011 vast te stellen op 3,69 miljard euro en het aandeel van de Europese Ontwikkelingsbank (EIB) op 210 miljoen euro.

(3) Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van het Intern Akkoord inzake het tiende EOF moet de Commissie, als de vastgestelde bijdragen afwijken van de werkelijke behoeften van het EOF, bij de Raad een voorstel indienen tot wijziging van de omvang van de bijdragen, met inachtneming van het reeds vastgestelde maximum. Het aan de Commissie toegewezen jaarlijkse bedrag voor 2011 van de bijdragen van de lidstaten aan het EOF moet daarom worden vastgesteld op 3,1 miljard euro.

(4) Overeenkomstig artikel 145, eerste alinea, van het financieel reglement van het tiende EOF heeft de EIB de Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen voor de door haar beheerde instrumenten toegezonden.

(5) Overeenkomstig artikel 58, lid 2, van het financieel reglement van het tiende EOF moeten bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige EOF’s worden opgebruikt. Derhalve moet het verzoek om bijdragen in het kader van het negende EOF tevens gebaseerd worden op artikel 58, lid 2, van het financieel reglement van het tiende EOF.