Overwegingen bij COM(2011)937 - Standpunt in het douane-comité EU-VS over onderlinge erkenning van het AEO-programma (EU) en het “Partnerschap tussen de douane en het bedrijfsleven tegen terrorisme” (VS)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
18. In artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken (“CMAA”) worden de douaneautoriteiten opgeroepen om de douanesamenwerking zo ruim mogelijk te ontwikkelen, terwijl artikel 7 eraan herinnert dat de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe hebben verbonden de handel te vergemakkelijken.

19. De wederzijdse erkenning van handelspartnerschapsprogramma´s, namelijk het AEO-programma van de Europese Unie en het programma “Partnerschap tussen de douane en het bedrijfsleven tegen terrorisme” van de Verenigde Staten, verhoogt de veiligheid van de toeleveringsketen en vergemakkelijkt de internationale handel.

20. Daarom is het nuttig om over te gaan tot wederzijdse erkenning van de handelspartnerschapsprogramma´s.

21. De wederzijdse erkenning moet tot stand worden gebracht door een besluit van het Gemengd Comité douanesamenwerking dat op grond van artikel 22 van de CMAA werd opgericht.

22. De Unie moet daarom in het Gemengd Comité douanesamenwerking het standpunt innemen dat in bijgevoegd ontwerpbesluit is opgenomen.