Overwegingen bij COM(2012)332 - Wijzging in het gemeenschappelijk systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen[1] heeft de Commissie bevoegdheden gekregen om enkele bepalingen van die verordening uit te voeren en zijn bepaalde uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad voorbehouden.

(2) Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten bepaalde in het kader van Verordening (EG) nr. 1005/2008 verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(3) Om sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1005/2008 te kunnen toepassen moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden gedelegeerd ten aanzien van de volgende punten:

– de ontheffing van vissersvaartuigen van de verplichting tot kennisgeving van bepaalde gegevens of de vaststelling van andere kennisgevingstermijnen voor bepaalde categorieën vissersvaartuigen;

– de vaststelling van benchmarks voor de inspecties van aanlandings- en overladingsactiviteiten door vissersvaartuigen van derde landen;

– de vaststelling van de lijst van producten die worden uitgesloten van het toepassingsgebied van het vangstcertificaat;

– de aanpassing van de vangstcertificeringsregeling voor sommige door kleine vissersvaartuigen verkregen visserijproducten, met inbegrip van de mogelijkheid om een vereenvoudigd vangstcertificaat te gebruiken;

– de aanpassing van de termijn voor de indiening van het vangstcertificaat op grond van het soort visserijproduct, de afstand tot de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Unie of het gebruikte vervoermiddel;

– de vaststelling van regels voor de verlening, de wijziging of de intrekking van de het certificaat van 'erkend marktdeelnemer' of voor de schorsing of herroeping van de status van 'erkend marktdeelnemer' en inzake de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat van 'erkend marktdeelnemer', en

– de vaststelling van criteria van de Unie voor de verificaties in het kader van risicobeheer.

(4) Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen passende raadplegingen houdt, onder meer op expertniveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

(5) Om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad moeten overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend aan de Commissie ten aanzien van de volgende punten:

– de vaststelling van formulieren voor voorafgaande kennisgeving;

– de vaststelling van procedures en formulieren voor de aangifte van aanlanding en overlading;

– de goedkeuring, in overeenstemming met de vlaggenstaten, van vangstcertificaten die elektronisch worden opgesteld, gevalideerd of ingediend, dan wel op basis van elektronische traceerbaarheidssystemen die hetzelfde niveau van controle door de autoriteiten garanderen;

– de vaststelling en wijziging van de lijst met vangstcertificeringsregelingen die door regionale visserijorganisaties zijn vastgesteld en die aan de IOO-verordening van de EU voldoen;

– de vaststelling van gemeenschappelijke voorwaarden in alle lidstaten voor procedures en formulieren inzake de aanvraag en de afgifte van het certificaat van 'erkend marktdeelnemer', van de regels inzake de verificatie van erkende marktdeelnemers en van de regels inzake de uitwisseling van informatie tussen de erkende marktdeelnemers en de autoriteiten in de lidstaten, tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie;

– de vaststelling van de EU-lijst van IOO-vaartuigen;

– de schrapping van vaartuigen van de EU-lijst van IOO-vaartuigen;

– de opneming van door de regionale visserijorganisaties goedgekeurde lijsten van IOO-vaartuigen in de EU-lijst van IOO-vaartuigen;

– de identificatie van niet-meewerkende derde landen;

– de opneming van geïdentificeerde derde landen op een lijst van niet-meewerkende derde landen;

– de schrapping van derde landen van de lijst van niet-meewerkende derde landen;

– de goedkeuring van noodmaatregelen tegen derde landen in specifieke omstandigheden;

– de vaststelling van het formaat voor de indiening door de lidstaten van informatie over waargenomen vissersvaartuigen, en

– de vaststelling van regels inzake wederzijdse bijstand.         Wanneer controle door de lidstaten vereist is, moeten die bevoegdheden worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[2].

(6) Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moet artikel 52 worden geschrapt. Dit artikel werd reeds gebruikt voor de vaststelling van het wettelijk kader voor het vereenvoudigde vangstcertificaat en voor de vaststelling van administratieve regelingen met derde landen in het kader van artikel 12, lid 4, en artikel 20, lid 4. De Commissie moet nog de nodige bevoegdheden krijgen om gedelegeerde handelingen voor de aanpassing van de vangstcertificeringsregeling voor bepaalde door kleine vissersvaartuigen verkregen visserijproducten vast te stellen, met inbegrip van de mogelijkheid om een vereenvoudigd vangstcertificaat te gebruiken, en moet bovendien uitvoeringsbevoegdheden krijgen om, in overeenstemming met vlaggenstaten, vangstcertificaten vast te stellen die elektronisch worden opgesteld, gevalideerd en ingediend, dan wel die te vervangen door elektronische traceerbaarheidssystemen die hetzelfde niveau van controle door de autoriteiten garanderen.

(7) Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moet de bepaling inzake tijdelijke maatregelen waarbij is bepaald dat bepaalde maatregelen van de Commissie in bepaalde omstandigheden naar de Raad moeten worden verwezen, worden aangepast.

(8) In de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1005/2008 betreffende de vaststelling van een lijst van niet-meewerkende derde landen en de schrapping van niet-meewerkende derde landen van die lijst zijn besluitvormingsbevoegdheden aan de Raad toegekend. Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten die bepalingen worden aangepast aan de nieuwe procedures die van toepassing zijn op het gemeenschappelijk visserijbeleid.

(9) Verordening (EG) nr. 1005/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.