Overwegingen bij COM(2013)243 - Standpunt EU ten aanzien van bepaalde resoluties waarover moet worden gestemd in het kader van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2013)243 - Standpunt EU ten aanzien van bepaalde resoluties waarover moet worden gestemd in het kader van de Internationale Organisatie ... |
---|---|
document | COM(2013)243 ![]() ![]() |
datum | 25 april 2013 |
(2) Op EU-niveau hebben bepaalde door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte resoluties krachtens Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening, PB L 299, blz. 1) gevolgen voor de wetgeving van de Unie. In de integrale-GMO-verordening wordt in de volgende bepalingen naar resoluties van de OIV verwezen:
- de analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten en bepaalde specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij oenologische procedés gebruikte stoffen, waardoor de door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte regels ipso facto ter zake bindend worden in de Unie (artikel 120 octies van de integrale-GMO-verordening en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (PB L 193, blz. 1);
- de door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte oenologische procedés waarvan de Commissie moet uitgaan wanneer zij dergelijke procedés toestaat (artikel 120 septies van de integrale-GMO-verordening); en
- dezelfde oenologische procedés op basis waarvan de Unie in derde landen geproduceerde wijnen moet aanvaarden en die dus ipso facto bindend worden in de Unie (artikel 158 bis van de integrale-GMO-verordening).
(3) Daarnaast hebben bepaalde door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte resoluties krachtens Verordening (EG) nr. 2870/2000 van de Commissie van 19 december 2000 tot vaststelling van communautaire referentiemethoden voor de analyse van gedistilleerde dranken (PB L 333, blz. 20) gevolgen voor de wetgeving van de Unie. In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2870/2000 wordt verwezen naar resoluties van de OIV wanneer voor de detectie en kwantificering van stoffen in een bepaalde gedistilleerde drank geen communautaire referentieanalysemethoden zijn vastgesteld.
(4) De volgende bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de OIV vindt plaats op 8 juni 2013. Daar zal de Algemene Vergadering resoluties die de vermelde rechtsgevolgen hebben, onderzoeken en mogelijk goedkeuren.
(5) Daarom moeten, vóór die bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de OIV, de standpunten worden bepaald die de lidstaten die lid van de OIV zijn en gezamenlijk in het belang van de Unie handelen, ten aanzien van deze resoluties moeten innemen in de Algemene Vergadering van de OIV.
(6) Bij de ontwerpresoluties OENO-TECHNO 11-498 en 11-499 worden nieuwe oenologische procedés vastgesteld. Overeenkomstig de artikelen 120 septies en 158 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het acquis.
(7) Bij de ontwerpresoluties OENO-SCMA 9-418, 10-440, 10-480, 11-477, 11-478, 12-510 en 12-511 worden analysemethoden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 120 octies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het acquis.
(8) Bij de ontwerpresoluties OENO-MICRO 11-496 en 11-497, OENO-SPECIF 10-459, 11-481, 11-482, 11-487, 11-488 en 11-495 worden specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen vastgesteld. Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het acquis.
(9) Bij ontwerpresolutie OENO-SCMA 12-521 wordt een methode voor de analyse van bepaalde gedistilleerde dranken vastgesteld. Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2870/2000 zal deze resolutie gevolgen hebben voor het acquis.
(10) Wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector hebben de bovengenoemde resoluties uitvoerig besproken. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten zij worden gesteund.
(11) Om tijdens de onderhandelingen in de aanloop naar de bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de OIV over de nodige flexibiliteit te beschikken, moeten de lidstaten die lid van de OIV zijn, worden gemachtigd om met wijzigingen in deze resoluties in te stemmen voor zover die wijzigingen die resoluties inhoudelijk niet veranderen.