Overwegingen bij COM(2013)467 - Standpunt EU in de EVA over het aanpassen van de Conventie over een gemeenschappelijke douanevervoerregeling nav de toetreding van Kroatië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Volgens artikel 1 van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer[1] (hierna 'de overeenkomst' genoemd) zijn in de overeenkomst bepalingen neergelegd voor het vervoer van goederen in doorvoer tussen de Gemeenschap en de EVA‑landen, evenals tussen de EVA‑landen onderling, in de vorm van een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer voor goederen van om het even welke aard en oorsprong.

(2) Artikel 15 van de overeenkomst machtigt de bij de overeenkomst opgestelde Gemengde Commissie om wijzigingen in de overeenkomst en haar aanhangsels aan te bevelen en bij besluit vast te stellen.

(3) Kroatië treedt op 1 juli 2013 toe tot de Unie.

(4) De vertalingen in de Kroatische taal van bepaalde vermeldingen in de overeenkomst moeten dientengevolge uit het deel van de EVA‑landen worden gehaald en in hun respectieve volgorde in het deel van de lidstaten van de Europese Unie worden ingevoegd.

(5) Er dienen als gevolg van de toetreding van Kroatië tot de Unie eveneens technische wijzigingen in de overeenkomst te worden ingevoerd met betrekking tot de in aanhangsel III opgenomen akten van borgtocht.

(6) De toepassing van dit besluit is gekoppeld aan de datum van toetreding van Kroatië tot de Unie.

(7) Om het gebruik mogelijk te maken van akten van borgtocht die zijn gedrukt volgens de criteria die vóór de datum van toetreding van Kroatië tot de Unie van kracht waren, moet een overgangsperiode worden ingesteld waarin deze gedrukte formulieren, met enige aanpassingen, verder kunnen worden gebruikt.

(8) De overeenkomst dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(9) Het standpunt van de Unie met betrekking tot de voorgestelde wijziging moet derhalve worden vastgesteld.