Overwegingen bij COM(2015)175 - Standpunt in de Associatieraad EU-Tunesië over een nieuw protocol betreffende "producten van oorsprong"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) In artikel 29 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd), wordt verwezen naar Protocol nr. 4 bij de overeenkomst (hierna "Protocol nr. 4" genoemd), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Tunesië en andere partijen bij de conventie.

(2) Krachtens artikel 39 van Protocol nr. 4 kan de bij artikel 78 van de overeenkomst opgerichte Associatieraad besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen.

(3) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels 2 (hierna 'de conventie' genoemd) strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen.

(4) De Europese Unie en Tunesië hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 16 januari 2013 ondertekend.

(5) De Europese Unie en Tunesië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 21 november 2014 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Europese Unie en Tunesië op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 januari 2015 in werking getreden.

(6) Protocol nr. 4 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst.