Overwegingen bij COM(2015)238 - Gebruikmaking van het flexibiliteitsinstrument ten behoeve van Italië en Griekenland voor de tijdelijke maatregelen op het gebied van internationale bescherming

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij artikel 11 van Verordening nr. 1311/2013 van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 4 is een flexibiliteitsinstrument ingesteld dat maximaal 471 miljoen EUR per jaar (in prijzen van 2011) bedraagt.

(2) Na alle mogelijkheden tot herschikking van kredieten onder het uitgavenmaximum voor Veiligheid en burgerschap (rubriek 3) te hebben onderzocht en de niet -toegewezen marge volledig te hebben benut, stelt de Commissie voor om 123 966 698 miljoen EUR via het flexibiliteitsinstrument ter beschikking te stellen ter aanvulling van de middelen in de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016, boven het uitgavenplafond van rubriek 3, voor een serie tijdelijke maatregelen op het gebied van asiel om de onmiddellijke en uitzonderlijke druk op de asiel- en migratiestelsels in Italië en Griekenland te helpen verlichten. De totale kosten van die maatregelen worden voor 2016 geraamd op 150 000 000 EUR.

(3) De betalingskredieten die samenhangen met het voorgestelde gebruik van het flexibiliteitsinstrument in 2016, zullen naar verwachting geheel worden gebruikt in 2017 en worden opgenomen in de ontwerpbegroting voor 2017.