Overwegingen bij COM(2016)529 - Ondertekening en voorlopige toepassing van een protocol bij de associatieovereenkomst met Jordanië in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1) De Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds 2 , is op 24 november 1997 in Brussel ondertekend en op 1 mei 2002 in werking getreden.

2) De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie.

3) Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, dient de toetreding van de Republiek Kroatië tot de overeenkomst te worden geregeld door middel van een protocol bij de overeenkomst. Daarbij wordt een vereenvoudigde procedure toegepast, waarbij een protocol wordt gesloten door de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en het betrokken derde land.

4) Op 14 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de betrokken derde landen in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Unie. De onderhandelingen met het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië zijn op 6 mei 2014 succesvol afgesloten bij briefwisseling.

5) Het protocol dient te worden ondertekend namens de Unie en haar lidstaten, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip.

6) Het protocol dient voorlopig te worden toegepast in afwachting van zijn inwerkingtreding, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van het protocol,