Overwegingen bij COM(2016)779 - Standpunt EU in de OESO-werkgroep van de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten met betrekking tot referentiemarktwaarden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Een internationaal kader voor het ordelijke gebruik van exportkredieten is van wezenlijk belang om op mondiaal niveau een gelijk speelveld te creëren en de internationale handel te bevorderen. Een dergelijk kader moet regelmatig worden bijgewerkt, zoals in de voorgestelde actualisering van de regels inzake referentiemarktwaarden die door de deelnemers aan de OESO-regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten ("de regeling") is besproken.

(2) De leden van de OESO-werkgroep inzake exportkredieten en kredietgaranties hebben uitvoerig gediscussieerd over de regels inzake referentiemarktwaarden.

(3) De wijzigingen van de OESO-regeling inzake referentiemarktwaarden worden naar verwachting op 1 februari 2017 vastgesteld.

(5) De OESO-regeling met de bijbehorende bijlagen en de wijzigingen daarvan heeft uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1233/2011 van het Europees Parlement en de Raad 1 rechtsgevolgen in de Unie. Artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1233/2011 bepaalt als volgt: "De Commissie stelt overeenkomstig artikel 3 gedelegeerde handelingen vast om bijlage II te wijzigen naar aanleiding van wijzigingen in de richtsnoeren die de deelnemers aan de regeling overeenkomen".

(6) Bijgevolg is het zaak, overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het VWEU, te bepalen welk standpunt de Unie moet innemen in de OESO-werkgroepen voor exportkredieten met betrekking tot de wijzigingen van de regeling.

(7) Een wijziging van de regeling op basis van de grondlijnen van het aan dit besluit gehechte herziene voorstel van de voorzitter voor regels inzake referentiemarktwaarden moet worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in de OESO-werkgroepen voor exportkredieten. Ingeval van wijzigingen van specifieke punten die niet raken aan de grondlijnen van het voorstel, kunnen zij deze ook zonder nader besluit van de Raad goedkeuren.

(8) Om de doeltreffendheid van de in dit besluit vastgestelde maatregelen te garanderen, dient het besluit onmiddellijk in werking te treden.