Overwegingen bij COM(2018)69 - Standpunt EU in VN/ECE m.b.t. een reeks wijzigingsvoorstellen van de VN-Reglementen, resoluties en het voorstel voor een nieuw mondiaal technisch VN-reglement - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2018)69 - Standpunt EU in VN/ECE m.b.t. een reeks wijzigingsvoorstellen van de VN-Reglementen, resoluties en het voorstel voor een ... |
---|---|
document | COM(2018)69 ![]() ![]() |
datum | 14 februari 2018 |
(2) Bij Besluit 2000/125/EG van de Raad 2 is de Unie toegetreden tot de overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen („parallelle overeenkomst”).
(3) Bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad 3 zijn de nationale goedkeuringssystemen van de lidstaten vervangen door een goedkeuringsprocedure van de Unie en is een geharmoniseerd kader vastgesteld met bestuursrechtelijke bepalingen en algemene technische voorschriften voor alle nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden. Met die richtlijn zijn de in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 vastgestelde reglementen („VN-reglementen”) als voorschriften voor typegoedkeuring of als alternatieven voor de wetgeving van de Unie in het EU-typegoedkeuringssysteem opgenomen. Sinds de vaststelling van Richtlijn 2007/46/EG zijn VN-reglementen steeds meer opgenomen in de wetgeving van de Unie.
(4) Gezien de opgedane ervaring en de technische ontwikkelingen moeten de voorschriften voor bepaalde elementen of kenmerken die onder de VN-Reglementen nrs. 6, 13, 13-H, 30, 37, 41, 43, 46, 51, 67, 79, 90, 107, 110, 118, 121, 122, 128, 140 en 142 vallen, worden aangepast.
(5) Om uniforme bepalingen betreffende de veiligheid van elektrische voertuigen vast te stellen moet het voorstel voor een mondiaal technisch VN-reglement (GTR) worden aangenomen.
(6) Om het gebruik van eenheden in de geconsolideerde resolutie betreffende de constructie van voertuigen (R.E.3) in overeenstemming te brengen met het internationale SI-stelsel en te zorgen voor uniformiteit bij de toewijzing van de eenheid voor het meten van de massa van voertuigen van de categorieën L, M, N en O in R.E.3 en tussen R.E.3 en het Verdrag inzake het wegverkeer uit 1968, moet een voorstel tot wijziging van R.E.3 worden aangenomen.
(7) Om enkele details van de specificaties van lichtbroncategorieën te corrigeren en te wijzigen en een nieuwe categorie ledlichtbron voor voorwaartse verlichting op te nemen in de geconsolideerde resolutie betreffende de gemeenschappelijke specificatie van lichtbroncategorieën (R.E.5), moeten de voorstellen tot wijziging van R.E.5 worden aangenomen.
(8) Om de verwijzingen naar de ISO-normen in gemeenschappelijke resolutie nr. 1 in het kader van de Overeenkomsten van 1958 en 1998 (M.R.1) te actualiseren, moet het voorstel tot wijziging van M.R.1 worden aangenomen.
(9) Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie in het Administratief Comité van de herziene overeenkomst van 1958 en in het Uitvoerend Comité van de parallelle overeenkomst ten aanzien van het aannemen van die voorstellen moet worden ingenomen,
(10) De Unie wordt overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie in die comités vertegenwoordigd door de Commissie.