Overwegingen bij COM(2018)368 - Wijziging van verordeningen 1224/2009, 768/2005, 1967/2006, 1005/2008 en 2016/1139 wat betreft visserijcontroles

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het gemeenschappelijk visserijbeleid is hervormd bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad 28 . In de artikelen 2 en 36 van die verordening zijn de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de vereisten voor visserijcontroles en handhaving vastgelegd. De succesvolle tenuitvoerlegging ervan hangt af van het doeltreffende en actuele controle- en handhavingssysteem.

(2) In Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad 29 is een systeem voor visserijcontroles van de Unie vastgesteld dat inter alia voorziet in controlecentra, monitoring van vissersvaartuigen, aangifteverplichtingen voor vangsten, voorafgaande kennisgevingen, machtigingen voor overlading in derde landen, publicatie van sluitingen van de visserij, controle van de vangstcapaciteit, nationale controleprogramma's, controle van de recreatievisserij, controles in de aanbodketen van visserijproducten en aquacultuurproducten, weging van visserijproducten, vervoersdocumenten, aangiften van aanlanding, verkoopdocumenten en aangiften van overname, inspecties en audits, sancties voor inbreuken en toegang tot gegevens.

(3) Verordening (EG) nr. 1224/2009 werd echter voorafgaand aan de vaststelling van het nieuwe gemeenschappelijke visserijbeleid opgesteld. Zij moet derhalve worden gewijzigd teneinde beter te voorzien in vereisten voor de controle en handhaving van het gemeenschappelijke visserijbeleid in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1380/2013 en te profiteren van moderne en kostenefficiëntere controletechnologieën.

(4) In Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet worden verwezen naar de definities in Verordening (EU) nr. 1380/2013 en Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad 30 . Voor de duidelijkheid en de samenhang moeten bepaalde definities in Verordening (EG) nr. 1224/2009 worden geschrapt of gewijzigd en moeten nieuwe definities worden toegevoegd.

(5) De definitie van ‘regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid’ moet worden gewijzigd om duidelijk te maken dat het toepassingsgebied ervan alle Unievoorschriften die van toepassing zijn op de visserijsector bestrijkt, met inbegrip van regels inzake technische en instandhoudingsmaatregelen voor de biologische rijkdommen van de zee, het beheer en de controle van vloten van de Unie die dergelijke rijkdommen exploiteren, de verwerking en afzet van visserijproducten en aquacultuurproducten, het systeem van de Unie om illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen en door de Unie gesloten internationale overeenkomsten.

(6) De term ‘gegevens van het volgsysteem voor vaartuigen’ moet worden vervangen door de duidelijkere uitdrukking ‘gegevens over de positie van het vaartuig’. De definitie van ‘gegevens over de positie van het vaartuig’ moet niet langer verwijzen naar doorgifte via satellietvolgapparatuur, aangezien er nu verschillende technologieën beschikbaar zijn voor het volgen van vaartuigen en het doorgeven van de gegevens over de positie van vaartuigen.

(7) De definitie van ‘partij’ moet in overeenstemming worden gebracht met de definitie van ‘partij’ zoals vastgesteld in de levensmiddelenwetgeving.

(8) De definities van ‘meerjarenplannen’ moeten worden bijgewerkt om rekening te houden met de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake meerjarenplannen.

(9) In de definities van ‘visvergunning’, ‘voor de visserij beperkte gebieden’ en ‘recreatievisserij’, moet de term ‘mariene levende aquatische rijkdommen’ worden vervangen door ‘biologische rijkdommen van de zee’ om die definitie aan te passen aan Verordening (EU) nr. 1380/2013.

(10) Een definitie van ‘vissersvaartuig’ wordt gegeven in Verordening (EU) nr. 1380/2013 en omvat vaartuigen die zijn uitgerust voor de commerciële exploitatie van biologische rijkdommen van de zee, zoals vangstvaartuigen, ondersteuningsvaartuigen, vaartuigen voor visverwerking, vaartuigen waarop vangsten worden overgeladen en transportvaartuigen die zijn uitgerust voor het vervoer van visserijproducten, met uitzondering van containerschepen. De definitie van vissersvaartuig in Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet derhalve worden geschrapt.

(11) Teneinde de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verbeteren, moeten er nieuwe definities worden toegevoegd voor ‘vangstvaartuig’ en ‘slipping’.

(12) Kleinschalige visserij speelt vanuit biologisch, economisch en sociaal oogpunt een belangrijke rol in de Unie. Rekening houdend met de mogelijke gevolgen van kleinschalige visserij voor de visbestanden, is het belangrijk om te controleren of de visserijactiviteiten en visserijinspanningen van kleinere vaartuigen in overeenstemming zijn met de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Hiertoe is het noodzakelijk om gegevens over de positie van die vaartuigen te verkrijgen. Derhalve moeten de lidstaten alle vissersvaartuigen kunnen volgen, met inbegrip van vissersvaartuigen van minder dan 12 meter lang. Voor vaartuigen met een lengte van 12 meter is het nu mogelijk om mobiele apparaten te gebruiken, die goedkoper en gebruiksvriendelijk zijn.

(13) Teneinde de rol van de visserijcontrolecentra te verduidelijken, moeten de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 betreffende die centra in een afzonderlijk artikel worden geplaatst.

(14) Verordening (EG) nr. 1224/2009 is gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/812 van het Parlement en de Raad 31 teneinde bepaalde bepalingen ervan aan te passen aan de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde aanlandingsverplichting. Teneinde de correcte controle van de aanlandingsverplichting mogelijk te maken, is het noodzakelijk om een bepaald percentage van de vissersvaartuigen, op basis van een risicobeoordeling, uit te rusten met elektronische toezichtapparatuur voor continue registratie, zoals televisiesystemen met een gesloten circuit (CCTV). CCTV-gegevens kunnen worden aangevuld met gegevens van andere elektronische toezichtapparatuur. De gegevens van deze apparatuur, met inbegrip van CCTV, geven de functionarissen in de lidstaten middelen in handen om te controleren of de aanlandingsverplichting op zee wordt nageleefd. De CCTV-beelden mogen alleen betrekking hebben op het vistuig en de onderdelen van de vaartuigen waar visserijproducten aan boord gebracht, behandeld en bewaard worden. Beelden van CCTV-systemen moeten lokaal worden opgenomen en mogen uitsluitend op verzoek aan de functionarissen in de lidstaten of de inspecteurs van de Unie openbaar worden gemaakt, in het bijzonder in het kader van inspecties, onderzoeken en audits.

(15) Teneinde de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verwezenlijken, zijn de betrouwbaarheid en algehele verzameling van gegevens over de vangsten van het grootste belang.

(16) De indiening van vangstregistratiegegevens op papier heeft geleid tot onvolledige en onbetrouwbare aangiften en uiteindelijk tot een inadequate vangstaangifte door marktdeelnemers aan de lidstaten en door de lidstaten aan de Commissie, en heeft de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten belemmerd. Het wordt derhalve noodzakelijk geacht dat kapiteins gegevens over de vangsten digitaal registreren en elektronisch indienen, in het bijzonder de logboeken en de aangiften van overlading en de aangiften van aanlanding.

(17) Het gebrek aan rapportageverplichtingen voor vangsten door de kapiteins van vaartuigen van minder dan 10 meter lang heeft geleid tot onvolledige en onbetrouwbare gegevens voor die vaartuigen aangezien de gegevensverzameling voor die vaartuigen was gebaseerd op steekproefplannen. Het is derhalve belangrijk om rapportage van vangsten te vereisen voor alle vissersvaartuigen, ongeacht de afmetingen ervan. Op die manier worden de regels ook vereenvoudigd en worden de naleving en controles verbeterd.

(18) Voor vaartuigen van 12 meter of langer is het belangrijk dat de informatie in het logboek nauwkeuriger wordt bijgehouden en gegevens bevat over de vangsten per trek of per visserijactiviteit, aangezien dit de doeltreffendheid van de controles zal vergroten. Voor vaartuigen van minder dan 12 meter lang moeten de verplichtingen met betrekking tot het invullen en indienen van het logboek worden vereenvoudigd en moet van kapiteins alleen worden verlangd dat ze de informatie in het logboek eenmaal, vóór aankomst in de haven, indienen.

(19) De bepalingen betreffende de tolerantiemarge in de in het logboek vermelde ramingen van de hoeveelheden aan boord gehouden vis moeten worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe regels inzake de rapportage van vangsten van minder dan 50 kg in logboeken. Bovendien moeten de bepalingen betreffende de tolerantiemarge worden gewijzigd teneinde rekening te houden met het specifieke karakter van vangsten die ongesorteerd worden aangeland.

(20) Wanneer een vissersvaartuig vertrekt, moet het onmiddellijk een elektronisch logboek starten en wordt er een uniek identificatienummer aan die visreis toegewezen. Het logboek en de aangiften van overlading en de aangiften van aanlanding moeten een verwijzing naar dit unieke identificatienummer voor de visreis bevatten om versterkte controles mogelijk te maken en de validatie van de gegevens door de lidstaten en de traceerbaarheid van visserijproducten in de aanbodketen te verbeteren. Teneinde de melding van het verlies van vistuig aan de bevoegde instanties in de lidstaten te verbeteren en te vereenvoudigen, moet het logboek informatie over verloren vistuig bevatten.

(21) Voorafgaande kennisgeving van aanlanding maakt een betere controle door functionarissen van de naleving van de regels inzake vangstrapportage en visserijactiviteiten mogelijk. Teneinde de naleving van de regels inzake vangstrapportage te verbeteren, moeten de bepalingen betreffende voorafgaande kennisgevingen van toepassing zijn op alle vaartuigen van meer dan 12 meter lang en niet alleen op vissersvaartuigen die vissen op visbestanden die onder een meerjarenplan vallen. De lidstaten moeten het recht hebben om een kortere periode van voorafgaande kennisgeving vast te stellen voor vaartuigen die hun vlag voeren en uitsluitend binnen hun territoriale wateren actief zijn, zolang dit geen afbreuk doet aan hun vermogen om vaartuigen te inspecteren bij aankomst.

(22) Vissersvaartuigen van de Unie die visserijproducten aanlanden in derde landen of visserijproducten overladen in de wateren van derde landen of in gebieden op volle zee moeten een voorafgaande kennisgeving indienen of een machtiging verkrijgen van de vlaggenlidstaten. Dergelijke voorafgaande kennisgevingen en machtigingen zijn vereist, rekening houdend met de verantwoordelijkheden van de vlaggenlidstaten voor wat betreft het voorkomen dat visserijproducten die afkomstig zijn uit de IOO-visserij internationaal in de handel worden gebracht.

(23) Bepalingen betreffende de registratie van vangstgegevens en visserijinspanningen door de lidstaten moeten worden gewijzigd om gegevens op te nemen die voorkomen in weegregisters, overnamedocumenten en vervoersdocumenten.

(24) De regels inzake de indiening van geaggregeerde gegevens over vangsten en visserijinspanningen bij de Commissie moeten worden vereenvoudigd door te voorzien in een enkele datum voor alle indieningen.

(25) De bepalingen betreffende de publicatie door de Commissie van sluitingen van de visserij als gevolg van de uitputting van vangstquota of de maximaal toelaatbare visserijinspanning moeten worden vereenvoudigd teneinde een tijdige publicatie van dergelijke sluitingen mogelijk te maken. Deze bepalingen moeten bovendien in overeenstemming worden gebracht met de aanlandingsverplichting zoals vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1380/2013.

(26) De bepalingen betreffende de vangstcapaciteit moeten worden bijgewerkt om te verwijzen naar Verordening (EU) nr. 1380/2013.

(27) De bepalingen betreffende de verificatie van de tonnage van de vissersvaartuigen met als doel de controle van de vangstcapaciteit moeten worden vereenvoudigd en de bepalingen betreffende de verificatie van het motorvermogen moeten worden verduidelijkt. Als vissersvaartuigen die uitgerust zijn met actief vistuig, werken met motoren die een hoger motorvermogen hebben dan dat in hun registratie staat vermeld, kan geen naleving van de capaciteitsmaxima zoals vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden gewaarborgd. Het is derhalve belangrijk om het motorvermogen van vissersvaartuigen die uitgerust zijn met actief vistuig, op doeltreffende wijze te controleren, met gebruikmaking van apparaten die het motorvermogen continu monitoren.

(28) Teneinde naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te waarborgen, moeten alle lidstaten worden verplicht een jaarlijks of meerjarig nationaal controleprogramma dat van toepassing is op alle regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, op te zetten en regelmatig bij te werken. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat er op risicogebaseerde wijze officiële controles worden uitgevoerd. Ook moeten er jaarverslagen over nationale inspecties en controles worden opgesteld.

(29) Voor de visserij beperkte gebieden worden vastgesteld in het kader van de wetgeving van de Unie, nationale wetgeving en internationale overeenkomsten. Derhalve moeten de bepalingen betreffende de controle van voor de visserij beperkte gebieden door de lidstaten van toepassing zijn op voor de visserij beperkte gebieden, ongeacht waar die zich bevinden. Ook recreatievaartuigen die vissen in beperkte gebieden moeten, in voorkomend geval, worden gecontroleerd.

(30) De recreatievisserij speelt vanuit biologisch, economisch en sociaal oogpunt een belangrijke rol in de Unie. Rekening houdend met de aanzienlijke gevolgen van de recreatievisserij voor bepaalde visbestanden, is het noodzakelijk om te zorgen voor specifieke instrumenten waarmee een doeltreffende controle van de recreatievisserij door de lidstaten mogelijk wordt gemaakt. Een registratie- of vergunningensysteem moet een nauwkeurige telling van de natuurlijke en rechtspersonen die deelnemen aan de recreatievisserij en de verzameling van betrouwbare gegevens over vangsten en praktijken mogelijk maken. De verzameling van voldoende en betrouwbare gegevens over de recreatievisserij is noodzakelijk om de gevolgen van dergelijke visserijpraktijken voor de visbestanden te beoordelen en de lidstaten en de Commissie van de informatie te voorzien die nodig is voor een doeltreffend beheer en de controle van biologische rijkdommen van de zee.

(31) In het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid is al een aantal specifieke instandhoudingsmaatregelen die van toepassing zijn op de recreatievisserij vastgesteld. De registratie- of vergunningensystemen en de vangstregistratiesystemen moeten de doeltreffende controle van die specifieke instandhoudingsmaatregelen mogelijk maken.

(32) De bepalingen betreffende de controles in de aanbodketen moeten worden verduidelijkt om de lidstaten in staat te stellen controles en inspecties uit te voeren in alle stadia van de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, van de eerste verkoop tot de detailverkoop, met inbegrip van het vervoer.

(33) De regels die gelden voor de verdeling van visserij- en aquacultuurproducten in partijen moeten worden verduidelijkt. Er moet duidelijk worden gemaakt dat partijen moeten bestaan uit visserij- en aquacultuurproducten van één soort, behalve indien zij uit zeer kleine hoeveelheden bestaan.

(34) In overeenstemming met de traceerbaarheidsvoorschriften zoals bedoeld in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 32 , worden in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 931/2011 van de Commissie 33 bepaalde traceerbaarheidsvoorschriften vastgesteld voor de specifieke sector van levensmiddelen van dierlijke oorsprong, namelijk dat specifieke informatie moet worden bijgehouden door marktdeelnemers, op verzoek openbaar moet worden gemaakt aan de bevoegde instanties, en overgedragen moet worden aan de marktdeelnemer waaraan het visserijproduct wordt geleverd. In de visserijsector is traceerbaarheid niet alleen belangrijk met het oog op de voedselveiligheid, maar ook om controles mogelijk te maken en bescherming van consumentenbelangen te waarborgen.

(35) Het is derhalve passend om voort te bouwen op de bestaande regels inzake traceerbaarheid zoals vastgesteld in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 931/2011 van de Commissie. Specifieke informatie over visserij- en aquacultuurproducten moet worden bijgehouden door marktdeelnemers, op verzoek ter beschikking worden gesteld van de bevoegde instanties, en worden overgedragen aan de marktdeelnemer waaraan het visserijproduct wordt geleverd. In het geval van visserijproducten die niet ingevoerd worden, moet de traceerbaarheidsinformatie het unieke identificatienummer van de visreis bevatten, aangezien daarmee een bepaalde partij visserijproducten gekoppeld kan worden aan een bepaalde aanlanding door een vissersvaartuig van de Unie of meerdere vissersvaartuigen van de Unie in hetzelfde betrokken relevante geografische gebied.

(36) In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 931/2011 moeten traceerbaarheidsgegevens die relevant zijn voor de controle van visserij- en aquacultuurproducten beschikbaar zijn vanaf de eerste verkoop tot de detailverkoop. Dat zorgt er in het bijzonder voor dat de aan de klant verstrekte informatie over de soort en de herkomst van het visserij-of aquacultuurproduct juist is.

(37) Dezelfde regels moeten gelden voor visserij- en aquacultuurproducten die uit derde landen worden ingevoerd. In het geval van ingevoerde producten moet de verplichte traceerbaarheidsinformatie een verwijzing bevatten naar het vangstcertificaat zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1005/2008 34 .

(38) Teneinde een doeltreffende en tijdige overdracht van de traceerbaarheidsgegevens met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten te waarborgen, moet die informatie digitaal worden geregistreerd en binnen de aanbodketen elektronisch en op hun verzoek bij de bevoegde instanties worden ingediend.

(39) In het geval van visserijproducten die rechtstreeks van vissersvaartuigen aan de consument worden verkocht, gelden de regels met betrekking tot traceerbaarheid, geregistreerde kopers en verkoopdocumenten niet voor hoeveelheden onder bepaalde drempelwaarden. Die drempelwaarden moeten worden geharmoniseerd en verlaagd om het in de handel brengen van visserijproducten die niet getraceerd en derhalve niet gecontroleerd kunnen worden tot een minimum te beperken.

(40) Teneinde de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verwezenlijken, zijn de betrouwbaarheid en algehele verzameling van gegevens over de vangsten van het grootste belang. Met name de registratie van de vangsten ten tijde van de aanlanding moet op zo betrouwbaar mogelijke wijze worden uitgevoerd. Daartoe is het noodzakelijk om de procedures met betrekking tot de weging van visserijproducten die worden aangeland, aan te scherpen.

(41) De weging moet worden uitgevoerd op systemen die zijn goedgekeurd door de bevoegde instanties en door marktdeelnemers die door de lidstaten geregistreerd zijn om die taak uit te voeren. Alle producten moeten bij de aanlanding per soort worden gewogen, aangezien op die manier een nauwkeurigere rapportage van de vangsten gewaarborgd wordt. Bovendien moeten de weeggegevens elektronisch worden geregistreerd en drie jaar worden bewaard.

(42) De aanlanding van ongesorteerde soorten mag alleen worden toegestaan indien aan strikte voorwaarden is voldaan, met inbegrip van de weging op systemen die door de instanties van de lidstaten worden beheerd of gecontroleerd.

(43) Teneinde de controle te verbeteren en een snelle validatie van vangstregistratiegegevens en een snelle uitwisseling van informatie tussen de lidstaten mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat alle marktdeelnemers gegevens digitaal registreren en die gegevens binnen 24 uur elektronisch indienen bij de lidstaten. Dit geldt in het bijzonder voor aangiften van aanlanding, verkoopdocumenten en overnamedocumenten.

(44) Vanwege de beschikbaarheid van adequate technologische instrumenten, moet de vereiste om gegevens digitaal te registreren en binnen 24 uur elektronisch in te dienen bij de lidstaten voor alle kopers van visserijproducten gelden.

(45) De overdracht van vervoersdocumenten aan de betrokken lidstaten moet worden vereenvoudigd en moet voor vertrek plaatsvinden teneinde controles door de bevoegde instanties mogelijk te maken.

(46) De aangiften van aanlanding, verkoopdocumenten, overnamedocumenten en vervoersdocumenten moeten een verwijzing naar het unieke identificatienummer voor de visreis bevatten om versterkte controles mogelijk te maken en de validatie van de gegevens door de lidstaten en de traceerbaarheid van visserijproducten in de aanbodketen te verbeteren.

(47) De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 met betrekking tot de controle van producentenorganisaties en de controle van de prijs- en interventieregelingen zijn niet langer relevant en moeten worden geschrapt, aangezien Verordening (EU) nr. 1379/2013 nu in die controles voorziet.

(48) Teneinde de risicobeoordeling die door de nationale autoriteiten bij de planning van controleactiviteiten wordt uitgevoerd en de doeltreffendheid van inspecties te verbeteren, moeten de vereisten met betrekking tot het nationale register van inbreuken worden aangescherpt.

(49) Teneinde een gelijk speelveld in de lidstaten te waarborgen met betrekking tot de juridische behandeling van alle overtreders van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, moeten de bepalingen betreffende de vaststelling van gedragingen die een ernstige inbreuk op die regels inhouden, worden verduidelijkt en aangescherpt.

(50) Teneinde een doeltreffende afschrikkende werking tegen de meest schadelijke gedragingen te waarborgen, is het overeenkomstig de internationale verplichtingen van de Unie noodzakelijk om een uitputtende lijst op te stellen van inbreuken die onder alle omstandigheden als ernstig moeten worden beschouwd. Bovendien is het met het oog op evenredigheid noodzakelijk om een uitputtende lijst op te stellen van criteria die door de bevoegde nationale instanties gehanteerd moeten worden bij de vaststelling van de ernst van bepaalde andere inbreuken.

(51) Teneinde een snellere, doeltreffendere en afschrikkender reactie op de ernstige inbreuken te waarborgen, moeten de lidstaten administratieve procedures tegen die ernstige inbreuken invoeren, zonder afbreuk te doen aan reeds bestaande strafrechtelijke vorderingen. De vaststelling van gestandaardiseerde minimumniveaus van boetes en de verbetering van het puntensysteem dat kan leiden tot de opschorting of intrekking van visvergunningen of van het recht op het bevel over een vaartuig, zullen ook de afschrikkende werking van het sanctiestelsel van alle lidstaten vergroten en recidive voorkomen.

(52) Nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de activiteiten op het gebied van visserijcontrole, alsook alle betrokken gerechtelijke instanties, moeten toegang hebben tot het nationale register van inbreuken. Een volledig transparante uitwisseling van de informatie in de nationale registers tussen de lidstaten zal ook zorgen voor een betere doeltreffendheid en een gelijk speelveld voor controleactiviteiten.

(53) Validatie is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 door de lidstaten verzamelde gegevens betrouwbaar en volledig zijn. Er moet duidelijkheid worden verschaft over de te valideren gegevens en de verplichtingen van de lidstaten in geval van inconsistenties.

(54) Teneinde haar plicht na te komen in het kader van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, moet de Commissie toegang hebben tot de verschillende door de lidstaten verzamelde gegevens. En moet duidelijk worden gemaakt welke gegevens toegankelijk moeten zijn voor de Commissie en welke taken de Commissie moet verrichten met gebruikmaking van die gegevens.

(55) De door de lidstaten verzamelde gegevens zijn ook van grote waarde voor wetenschappelijke doeleinden. Er moet duidelijk worden gemaakt dat de wetenschappelijke instanties in de lidstaten en de wetenschappelijke instanties van de Unie toegang kan worden verleend tot de verzamelde gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009, in het bijzonder met betrekking tot gegevens over de positie van vaartuigen en gegevens over visserijactiviteiten. Ten slotte zijn de door de lidstaten verzamelde gegevens over visserijactiviteiten ook van waarde voor het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie (Eurostat), dat de gegevens kan gebruiken om statistieken over de visserij te verstrekken.

(56) Aangezien de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten van het grootste belang is voor de controle en de handhaving van verplichtingen in het kader van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, moeten de bepalingen met betrekking tot die uitwisseling worden verduidelijkt. In het bijzonder moeten de lidstaten elkaar toegang tot hun registers van inbreuken verlenen, aangezien ze daardoor de handhaving kunnen verbeteren van de regels met betrekking tot vissersvaartuigen van de Unie die in hun wateren de vlag van een andere lidstaat voeren en met betrekking tot vissersvaartuigen die hun vlag voeren en inbreuken hebben begaan in de wateren van andere lidstaten.

(57) De door de lidstaten verzamelde gegevens waartoe de Commissie toegang zou moeten hebben, zoals gegevens over visserijactiviteiten, gegevens over controles, andere elektronische visserijdatabanken en het nationale register van inbreuken, bevatten mogelijk persoonsgegevens. Aangezien aan de hand van het identificatienummer van de visreis of de naam van het vissersvaartuig natuurlijke personen, zoals de eigenaar of de kapitein van een vissersvaartuig, geïdentificeerd kunnen worden, kan informatie die dergelijke gegevens bevat onder bepaalde omstandigheden persoonsgegevens vormen.

(58) De verwerking van persoonsgegevens is noodzakelijk voor visserijcontrole en wetshandhaving. De Commissie moet met name voor de monitoring van vangstmogelijkheden, met inbegrip van het quotumverbruik, gegevens kunnen verwerken uit logboeken, aangiften van aanlanding, verkoopdocumenten en andere gegevens over visserijactiviteiten, teneinde de door de lidstaten ingediende geaggregeerde gegevens te valideren. Voor de uitvoering van verificaties, audits en om de controleactiviteiten van de lidstaten te monitoren, moet de Commissie toegang hebben tot en informatie verwerken zoals de verslagen van inspecteurs en met controle belaste waarnemers en de databank van inbreuken. In het kader van de voorbereiding en naleving van de internationale overeenkomsten en instandhoudingsmaatregelen, moet de Commissie, indien noodzakelijk, gegevens verwerken van de visserijactiviteiten van vissersvaartuigen van de Unie buiten de wateren van de Unie, met inbegrip van de identificatiegegevens van de vaartuigen, de naam van de eigenaar van het vaartuig en de kapitein van het vaartuig.

(59) Persoonsgegevens die worden verwerkt voor visserijcontrole en wetshandhaving moeten over het algemeen worden bewaard voor een periode van vijf jaar, omdat de Commissie voor de monitoring van vangstmogelijkheden de door de lidstaten ingediende geaggregeerde gegevens binnen vijf jaar na de overdracht van die gegevens valideert. In het geval van de follow-up van inbreuken, inspecties, verificaties, klachten of audits, of in het geval van lopende gerechtelijke of administratieve procedures, is een specifieke langere bewaartermijn van tien jaar noodzakelijk, vanwege de duur van dergelijke processen en de noodzaak om die gegevens gedurende de gehele periode wanneer dergelijke processen lopen, te gebruiken.

(60) Er moet te allen tijde en op alle niveaus worden gewaarborgd dat de verplichtingen met betrekking tot persoonsgegevens zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 35 , Verordening (EU) 2018/XX 36 , en, indien van toepassing, de nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2016/680 37 , worden nagekomen.

(61) Bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om uitvoering te geven aan een aantal bepalingen van die verordening.

(62) Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten de in het kader van Verordening (EG) nr. 1224/2009 overgedragen bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(63) De Commissie moet ertoe worden gemachtigd overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen aan te nemen ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1224/2009 met specifieke regels inzake controles, met betrekking tot:

–de vrijstelling van bepaalde vissersvaartuigen van de verplichting van een vismachtiging;

–bepalingen die van toepassing zijn in geval van storingen in elektronische registratie- en meldsystemen, met betrekking tot volgapparatuur, logboeken, voorafgaande kennisgevingen, overladingen, aangiften van aanlanding;

–de vrijstelling van bepaalde categorieën vissersvaartuigen van de verplichting een voorafgaande kennisgeving en een aangifte van overlading in te vullen en over te leggen;

–de gedetailleerde regels inzake de werking van volgsystemen;

–de criteria en procedure voor de registratie van wegers en de inhoud van weegregisters;

–de regels inzake weegprocedures en speciale regels voor kleine pelagische soorten;

–de regels inzake met controle belaste waarnemers;

–de regels inzake inspecties voor de bevoegde instanties in de lidstaten en marktdeelnemers;

–de vaststelling van de aanleiding voor de opschorting of intrekking van de visvergunning, de follow-up van de opschorting of intrekking, de schrapping van punten;

–de minimumvereisten voor nationale controleactieprogramma’s, jaarverslagen en de vaststelling van ijkpunten;

–de vaststelling van de uiterste termijn voor de lidstaten om aan te tonen dat de visbestanden veilig geëxploiteerd kunnen worden;

Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (1). Om met name te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, moeten het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde moment ontvangen als de deskundigen van de lidstaten, en moeten hun deskundigen systematisch toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

(64) Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te waarborgen, moet de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend, met betrekking tot:

–visvergunningen en -machtigingen;

–de markering en identificatie van vissersvaartuigen, vistuig en sloepen;

–de technische vereisten en kenmerken van volgapparatuur;

–de tolerantiemarge;

–omrekeningsfactoren voor de omrekening van opgeslagen of verwerkte vis naar levend visgewicht;

–de inhoud van de gegevens over de positie van vaartuigen en de inhoud en het formaat, regels inzake de invulling en de digitale registratie en de overdracht van logboeken, voorafgaande kennisgevingen, aangiften van overlading, en aangiften van aanlanding;

–de technische vereisten en kenmerken van elektronische toezichtapparatuur, zoals CCTV;

–het formaat voor de indiening van vangstregistratiegegevens en visserijinspanningen bij de Commissie;

–maatregelen in geval van schade die is berokkend aan een lidstaat;

–de verificaties van het motorvermogen, de tonnage van het vissersvaartuig, de verificatie van het soort vistuig, het aantal vistuigen en de kenmerken ervan;

–de technische kenmerken en eigenschappen van apparatuur voor continue monitoring van het motorvermogen;

–de certificering van het motorvermogen;

–het registratie- of vergunningensysteem, de monitoring van vaartuigen en de controle van vistuig voor bepaalde recreatievisserij;

–steekproefplannen voor ongesorteerde aanvoer;

–geregistreerde kopers;

–bewakings- en inspectieverslagen;

–het gebruik van de databank voor het inspectie- en bewakingsverslag;

–de vaststelling van hoeveelheden in verhouding tot quota in geval van corrigerende maatregelen;

–de uitvoering van het puntensysteem voor houders van een visvergunning en voor kapiteins;

–specifieke controle- en inspectieprogramma's;

–de verlaging van quota;

–de toegang tot gegevens en uitwisseling van gegevens;

–rapportage door de lidstaten;

–wederzijdse bijstand,

Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 38 .

(65) Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten sommige bepalingen krachtens welke alleen aan de Raad besluitvormingsbevoegdheden worden overgedragen, worden aangepast aan de nieuwe procedures die van toepassing zijn op het gemeenschappelijk visserijbeleid. Daarom moeten de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 met betrekking tot de volgende aspecten worden geherformuleerd:

–de vaststelling in elke meerjarenplan van een vangstdrempel waarboven een aangewezen haven of een plaats dichtbij de kust moet worden aangedaan, alsmede de vaststelling van de frequentie voor de melding van gegevens;

–de vaststelling van een regeling van met controle belaste waarnemers.

(66) Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(67) Om de samenhang met de reikwijdte van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te waarborgen, dienen de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad 39 te worden verruimd. De taken van het Europees Bureau voor visserijcontrole dienen ook de harmonisering van de toepassing van het gemeenschappelijk visserijbeleid in zijn geheel te omvatten. Daarnaast maken ook onderzoek en ontwikkeling op het gebied van controle- en inspectietechnieken en het verlenen van bijstand aan de Commissie op specifieke domeinen deel uit van het takenpakket van het Bureau.

(68) Er moet worden gewaarborgd dat het Bureau de verplichtingen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens uit Verordening (EU) 2018/XX nakomt bij de verwerking en uitwisseling van gegevens.

Vertegenwoordigers van de instellingen van de Unie moeten de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan de raad van bestuur van het Bureau.

(69) Er moet worden verduidelijkt dat de ontwerpversies van zowel het jaarlijkse als het meerjarige werkprogramma van het Bureau die door de uitvoerend directeur worden opgesteld aan de raad van bestuur van het Bureau worden voorgelegd.

(70) Er moet worden verduidelijkt dat het Bureau ook financiering kan ontvangen in de vorm van delegatieovereenkomsten of ad-hoctoelagen, onverminderd andere ontvangsten.

(71) Tot slot dienen ook de bepalingen inzake de beoordeling van het Bureau door de Commissie te worden verduidelijkt.

(72) Verordening (EG) nr. 768/2005 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(73) Om de samenhang tussen de controlebepalingen te verzekeren, dienen Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad 40 en Verordening (EU) 2016/1139 van het Europees Parlement en de Raad 41 te worden gewijzigd. Meer in het bijzonder dienen de bepalingen inzake de controle op de sportvisserij, het noteren en rapporteren van overladingen en de vangstregistratie van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad en de bepalingen inzake logboeken en de tolerantiemarge voor de in het visserijlogboek vermelde ramingen van Verordening (EU) 2016/1139 te worden geschrapt en dienen in plaats daarvan de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te worden toegepast.

(74) De in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1005/2008 vastgestelde vangstcertificeringsregeling is een op papier gebaseerde regeling en is dus niet efficiënt en niet verenigbaar met een gedigitaliseerd traceerbaarheidssysteem voor visserijproducten. In overeenstemming met de internationale verbintenissen en om een effectieve tenuitvoerlegging van de regeling te verzekeren, dient Verordening (EG) nr. 1005/2008 te worden gewijzigd om een gegevensbank voor het beheer van vangstcertificaten (CATCH) op te zetten op basis van het informatiebeheersysteem voor officiële controles, zodat controles kunnen worden verricht op basis van een risicoanalyse, om zo de mogelijkheden voor frauduleuze invoer te beperken en de administratieve lasten voor de lidstaten te verlagen. De operationele functies van de CATCH zullen in verschillende fases worden ontwikkeld.

(75) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1005/2008, en meer in het bijzonder om het geïntegreerde beheer en de geïntegreerde behandeling, bewaring en uitwisseling van informatie en documenten voor officiële controles, verificaties, controles en andere relevante officiële activiteiten met betrekking tot de invoer en uitvoer van visserijproducten in het kader van Verordening (EG) nr. 1005/2008 mogelijk te maken, dienen aan de Commissie gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden te worden toegekend met betrekking tot de werking en ontwikkeling van de CATCH op basis van het informatiebeheersysteem voor officiële controles.

(76) Om de samenhang tussen de rechtsinstrumenten van de Unie met betrekking tot visserijcontrole te verzekeren, dienen sommige bepalingen inzake ernstige inbreuken van Verordening (EG) nr. 1005/2008 te worden geschrapt en indien nodig te worden verplaatst naar Verordening (EG) nr. 1224/2009, dat het belangrijkste rechtsinstrument op het gebied van visserijcontrole is. In Verordening (EG) nr. 1005/2008 dient consequent te worden verwezen naar de bepalingen inzake ernstige inbreuken in Verordening (EG) nr. 1224/2009.

(77) Verordening (EG) nr. 1005/2008 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.