Overwegingen bij COM(2018)393 - Financiering, beheer en monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel 'De toekomst van voeding en landbouw' wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna 'GLB' genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering en het brengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie.

(2) [Tekst over resoluties van de Raad en het EP].

(3) Het nalevingsgestuurde uitvoeringsmodel van het GLB moet zodanig worden aangepast dat een grotere nadruk komt te liggen op resultaten en prestaties. In het kader daarvan moet de Unie de basisbeleidsdoelstellingen, interventietypen en basisvereisten van de Unie vaststellen terwijl de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor en meer verantwoording moeten afleggen over de wijze waarop zij aan die doelstellingen voldoen. Bijgevolg moet worden gezorgd voor een grotere subsidiariteit zodat beter rekening kan worden gehouden met de lokale omstandigheden en behoeften. Daarom moeten de lidstaten in het nieuwe uitvoeringsmodel de verantwoordelijkheid krijgen om hun GLB-interventies toe te snijden op de basisvereisten van de Unie zodat ze maximaal kunnen bijdragen aan de GLB-doelstellingen, en om het nalevings- en controlekader voor begunstigden op te zetten en uit te werken.

(4) Het GLB omvat interventies en maatregelen die in veel gevallen onder de in titel III van Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad [de verordening inzake de strategische GLB-plannen] 10 bedoelde strategische GLB-plannen vallen. Andere volgen nog de traditionele nalevingslogica. Het is van belang dat financiering wordt verstrekt voor alle interventies en maatregelen die bijdragen tot de verwezenlijking van de GLB-doelstellingen. Omdat die maatregelen en interventies bepaalde elementen gemeen hebben, moet de financiering ervan worden geregeld in hetzelfde samenstel van bepalingen. Waar nodig, moeten deze bepalingen echter in een verschillende behandeling voorzien. Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad 11 bevatte voorschriften voor twee Europese landbouwfondsen, namelijk het Europees landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (hierna de 'fondsen' genoemd). Die fondsen moeten in deze verordening in stand worden gehouden. Gezien de reikwijdte van de hervorming moet Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden vervangen.

(5) De bepalingen van Verordening (EU, Euratom) .../... van het Europees Parlement en de Raad [nieuw Financieel Reglement] 12 , en met name die welke betrekking hebben op het gedeeld beheer met de lidstaten, de werking van geaccrediteerde instanties en de begrotingsbeginselen, moeten gelden voor de interventies en maatregelen in deze verordening.

(6) Om de praktijken tussen de lidstaten bij de toepassing van de overmachtsclausule te harmoniseren, moet deze verordening, waar nodig, voorzien in vrijstellingen van de GLB-regels voor gevallen van overmacht en uitzonderlijke omstandigheden en in een niet-uitputtende lijst van mogelijke, door de nationale bevoegde autoriteiten te erkennen gevallen van overmacht en uitzonderlijke omstandigheden. De nationale bevoegde autoriteiten moeten hun besluiten inzake overmacht of uitzonderlijke omstandigheden per geval nemen op basis van relevant bewijsmateriaal.

(7) De GLB-uitgaven, met inbegrip van de uitgaven voor interventies van het strategisch GLB-plan in het kader van titel III van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], moeten hetzij rechtstreeks via de fondsen hetzij in het kader van gedeeld beheer met de lidstaten worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie. De soorten uitgaven die uit de fondsen kunnen worden gefinancierd, moeten worden gespecificeerd.

(8) Om de in artikel 39 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (het 'Verdrag') vastgelegde doelstellingen van het GLB te kunnen verwezenlijken en om te voldoen aan het principe van gedeeld beheer waarin artikel 59 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 voorziet, moeten de lidstaten de nodige governancesystemen opzetten. Daarom moeten voorschriften worden vastgesteld voor het aanwijzen van de bevoegde autoriteit, het betaalorgaan, de coördinerende instantie en de certificerende instantie.

(9) Er moet een regeling komen voor de accreditering van betaalorganen en coördinerende instanties door de lidstaten en voor de instelling van de procedures voor het verkrijgen van de beheersverklaringen en jaarlijkse prestatieverslagen en voor het verkrijgen van de certificering van de beheers- en monitoringsystemen, van de rapportagesystemen en de certificering van de jaarrekeningen door onafhankelijke instanties. Voor de transparantie van het systeem van op nationaal niveau te verrichten controles, vooral wat de autorisatie-, validerings- en betalingsprocedures betreft, en voor een vermindering van de administratieve en de auditdruk voor de Commissie en voor de lidstaten wanneer elk afzonderlijk betaalorgaan moet worden geaccrediteerd, moet voorts het aantal diensten en instanties waaraan die taken worden gedelegeerd, worden beperkt, zulks met inachtneming van de grondwettelijke bepalingen van elke lidstaat.

(10) Een lidstaat die meer dan één betaalorgaan accrediteert, moet één publieke coördinerende instantie aanwijzen die voor consistentie in het beheer van de middelen moet zorgen, als schakel tussen de Commissie en de verschillende geaccrediteerde betaalorganen moet fungeren en ervoor moet zorgen dat de gegevens die de Commissie vraagt over de verrichtingen van de diverse betaalorganen, vlot worden verstrekt. De coördinerende instantie moet daarnaast corrigerende actie ondernemen en coördineren om tekortkomingen van algemene aard die op nationaal worden ondervonden, op te lossen en moet de Commissie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen ter zake.

(11) Het is van cruciaal belang om door de lidstaten geaccrediteerde betaalorganen te betrekken in het nieuwe uitvoeringsmodel voor het verkrijgen van redelijke zekerheid dat de doelstellingen en streefcijfers van de desbetreffende strategische GLB-plannen worden bereikt met de interventies die uit de Uniebegroting worden gefinancierd. Daarom moet in deze verordening uitdrukkelijk worden bepaald dat alleen uitgaven van geaccrediteerde betaalorganen vergoed mogen worden uit de Uniebegroting. Daarnaast moeten de uitgaven die de Unie financiert voor de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] genoemde interventies, een corresponderende output hebben met betrekking tot en voldoen aan de basisvereisten van de Unie en de governancesystemen.

(12) In het kader van de naleving van de begrotingsdiscipline moet het jaarlijkse maximum voor de uit het ELGF gefinancierde uitgaven worden bepaald door uit te gaan van de maximumbedragen die voor dit fonds zijn vastgelegd in het meerjarig financieel kader waarin Verordening (EU, Euratom) van de Raad [COM(2018)322 final – MFK-verordening] 13 voorziet.

(13) In het kader van de begrotingsdiscipline is het tevens noodzakelijk dat het jaarlijkse maximum van de uit het ELGF gefinancierde uitgaven onder alle omstandigheden en in elk stadium van de begrotingsprocedure en van de uitvoering van de begroting in acht wordt genomen. Derhalve moet het nationale maximum voor de rechtstreekse betalingen per lidstaat als vermeld in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], worden beschouwd als financieel maximum voor dergelijke rechtstreekse betalingen voor de betrokken lidstaat en moeten de vergoedingen van deze betalingen binnen dit financiële maximum blijven.

(14) Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Wel moet de drempel van 2 000 EUR worden afgeschaft. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. In artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] is bepaald dat niet-vastgelegde kredieten uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen. Om de uitvoering voor begunstigden en nationale instanties aanzienlijk te vergemakkelijken, is voor ongebruikte bedragen van de in 2020 aan te leggen reserve voor crises in de landbouwsector een doorrolmechanisme nodig. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Voorts is voor begrotingsjaar 2020 een tweede afwijking nodig aangezien het totale ongebruikte bedrag van de reserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, moet worden overgedragen naar het desbetreffende begrotingsonderdeel van de nieuwe landbouwreserve voor 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen in het kader van het strategisch GLB-plan.

(15) Om een buitensporige administratieve druk op de nationale instanties en landbouwers te voorkomen, moet worden bepaald dat geen terugbetaling van de uit het voorgaande begrotingsjaar overgedragen bedragen van de financiële discipline mag plaatsvinden wanneer voor een tweede opeenvolgende jaar (jaar N+1) financiële discipline wordt toegepast dan wel wanneer het totale bedrag van de niet-vastgelegde kredieten minder dan 0,2 % van het jaarlijkse ELGF-maximum is.

(16) Gelet op de hoogte van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in Kroatië in het kader van de toepassing van het infaseringsmechanisme op alle rechtstreekse betalingen die in die lidstaat worden toegekend, geldt het instrument van financiële discipline in Kroatië pas vanaf 1 januari 2022.

(17) De maatregelen die worden genomen om de financiële bijdrage uit de fondsen te bepalen met betrekking tot de berekening van de financiële maxima, laten de bevoegdheden van de in het Verdrag aangewezen begrotingsautoriteit onverlet. Die maatregelen moeten derhalve zijn gebaseerd op de financiële enveloppes die zijn vastgesteld overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van […] [COM(2018) 322 final - MFK-verordening]. 

(18) De begrotingsdiscipline vereist ook een voortdurend onderzoek van de begrotingssituatie op middellange termijn. De Commissie moet de wetgever, indien nodig, passende maatregelen voorstellen die ervoor zorgen dat de lidstaten de maxima van Verordening (EU, Euratom) .../... van het Europees Parlement en de Raad [COM(2018) 322 final MFK-verordening] in acht nemen. Bovendien moet de Commissie te allen tijde haar beheersbevoegdheden ten volle gebruiken om de inachtneming van het jaarlijkse maximum te waarborgen, en moet zij het Europees Parlement en de Raad, of de Raad, zo nodig passende maatregelen voorstellen om de begrotingssituatie te corrigeren. Indien aan het einde van een begrotingsjaar het jaarlijkse maximum als gevolg van de door de lidstaten gevraagde vergoedingen niet in acht kan worden genomen, moet de Commissie maatregelen kunnen nemen om de beschikbare begrotingsmiddelen voorlopig over de lidstaten te verdelen naar evenredigheid van hun nog hangende vergoedingsverzoeken, alsook maatregelen die de naleving van het voor het betrokken jaar vastgestelde maximum waarborgen. Betalingen voor het betrokken jaar moeten dan ten laste komen van het volgende begrotingsjaar, en het totale Uniefinancieringsbedrag per lidstaat en ook verrekeningen tussen lidstaten moeten definitief worden vastgesteld, om ervoor te zorgen dat het vastgestelde bedrag in acht wordt genomen.

(19) Bij de uitvoering van de begroting moet de Commissie een maandelijks systeem voor vroegtijdige waarschuwing en monitoring voor de landbouwuitgaven toepassen zodat zij bij een dreigende overschrijding van het jaarlijkse maximum zo snel mogelijk kan ingrijpen in het kader van haar beheersbevoegdheden en, als die maatregelen niet afdoende blijken, andere maatregelen kan voorstellen. In een periodiek verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad moet de ontwikkeling van de tot dan toe verrichte uitgaven worden vergeleken met de profielen en moet een inschatting worden gemaakt van de voor de rest van het begrotingsjaar te verwachten uitvoering van de begroting.

(20) Wat betreft het ELGF, moet de Commissie de lidstaten de financiële middelen ter dekking van de uitgaven van de geaccrediteerde betaalorganen verstrekken in de vorm van vergoedingen op basis van de boeking van de uitgaven van deze betaalorganen. Ook moet worden bepaald dat, in afwachting van die vergoedingen in de vorm van maandelijkse betalingen, de lidstaten de nodige middelen moeten verstrekken naargelang van de behoeften van hun geaccrediteerde betaalorganen. In deze verordening moet uitdrukkelijk worden vastgesteld dat de administratieve en personeelskosten die de lidstaten en de bij de uitvoering van het GLB betrokken begunstigden maken, voor hun rekening zijn.

(21) Om de Commissie van met name de middelen voor het beheer van de landbouwmarkten te voorzien, om de monitoring van de landbouwuitgaven te vergemakkelijken en om de agrarische hulpbronnen op middellange en lange termijn te monitoren, moeten regels worden vastgesteld voor het gebruik van het agrometeorologische systeem en voor de verwerving en verbetering van satellietgegevens.

(22) Wat het financiële beheer van het Elfpo betreft, moeten bepalingen worden vastgesteld voor begrotingsvastleggingen, betalingstermijnen, schrappingen en onderbrekingen. Plattelandsontwikkelingsinterventies worden gefinancierd uit de Uniebegroting op basis van vastleggingen in jaarlijkse termijnen. Als de strategische GLB-plannen eenmaal zijn goedgekeurd, moeten de lidstaten over de Uniemiddelen kunnen beschikken. Daarom is een op passende wijze begrensd voorfinancieringssysteem nodig dat voor een gestage geldstroom zorgt zodat de betalingen aan de begunstigden in het kader van de interventies tijdig worden verricht.

(23) Naast de voorfinanciering moet ook een onderscheid worden gemaakt tussen tussentijdse betalingen en de saldobetaling van de Commissie aan de geaccrediteerde betaalorganen. Ook moet worden voorzien in nadere regels voor die betalingen. De regel inzake automatische schrapping moet leiden tot een snellere uitvoering van interventies en moet bijdragen tot een solide financieel beheer. De regels voor de nationale kaders van lidstaten met regionale interventies zoals beschreven in Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 14 [verordening inzake de strategische GLB-plannen], bieden de lidstaten eveneens een hulpmiddel om de uitvoering en een goed financieel beheer zeker te stellen.

(24) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de steun van de Unie tijdig aan de begunstigden wordt betaald zodat zij er doeltreffend gebruik van kunnen maken. Als de lidstaten de in het Unierecht bepaalde betalingstermijnen niet naleven, kunnen de begunstigden ernstige problemen ondervinden en kan de jaarlijkse opstelling van de Uniebegroting in gevaar komen. Daarom moeten de na het verstrijken van de betalingstermijnen verrichte uitgaven worden onttrokken aan Uniefinanciering. In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om voor beide fondsen te voorzien in uitzonderingen op deze algemene regel.

(25) Conform de structuur en hoofdkenmerken van het nieuwe GLB-uitvoeringsmodel mag de subsidiabiliteit van door de lidstaten gedane betalingen die voor Uniefinanciering in aanmerking komen, niet meer afhangen van de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen aan individuele begunstigden. In plaats daarvan moeten, wat de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes betreft, betalingen van de lidstaten subsidiabel zijn als ze matchen met een corresponderende output en in overeenstemming zijn met de toepasselijke basisvereisten van de Unie.

(26) Ter ondersteuning van de controle van de wettigheid en regelmatigheid voorziet Verordening (EU) nr. 1306/2013 in verlagingen en schorsingen van maandelijkse en tussentijdse betalingen. In het nieuwe uitvoeringsmodel moeten die instrumenten worden gebruikt ter ondersteuning van de prestatiegerichte uitvoering. Ook moet duidelijkheid worden verschaft over het verschil tussen verlagingen en schorsingen.

(27) De procedure voor de verlaging van ELGF-betalingen vanwege niet-inachtneming van de in het Unierecht vastgestelde financiële maxima moet worden gestroomlijnd en worden aangepast aan die welke in dit verband gevolgd wordt voor Elfpo-betalingen.

(28) Uiterlijk op 15 februari N+1 moeten de lidstaten de jaarrekeningen en een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan toezenden aan de Commissie. Ingeval deze documenten niet worden toegezonden en de Commissie de rekeningen voor het betrokken betaalorgaan dus niet kan goedkeuren en de subsidiabiliteit van de uitgaven niet kan toetsen aan de gerapporteerde output, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse betalingen te schorsen en de kwartaalvergoeding te onderbreken tot die documenten zijn ontvangen.

(29) Voor situaties waarin sprake is van een abnormaal lage output, moet een nieuwe vorm van opschorting van betaling worden ingevoerd. Ingeval de gerapporteerde output op een abnormaal laag niveau ligt ten opzichte van de gedeclareerde uitgaven en waarin de lidstaten geen goede, begrijpelijke redenen voor deze situatie kunnen aanvoeren, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om naast een verlaging van de uitgaven voor begrotingsjaar N-1 ook toekomstige uitgaven te schorsen voor interventies waarbij de output abnormaal laag was. Dergelijke schorsingen moeten worden bevestigd in het jaarlijkse prestatiegoedkeuringsbesluit.

(30) Wat de meerjarige prestatiemonitoring betreft, moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen. Daarom moet de Commissie ingeval er sprake is van te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan, de bevoegdheid krijgen om de betrokken lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling te verzoeken de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie. Ingeval de lidstaat het actieplan niet indient of uitvoert of ingeval het actieplan duidelijk tekortschiet, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse of tussentijdse betalingen door middel van een uitvoeringshandeling te schorsen.

(31) Evenals in het kader van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen wanneer de governancesystemen ernstige tekortkomingen vertonen, zoals niet-naleving van de basisvereisten van de Unie en onbetrouwbaarheid van de rapportage. Wel moeten de voorwaarden voor de schorsing van betalingen worden getoetst om het mechanisme efficiënter te maken. De financiële gevolgen van dergelijke schorsingen moeten in een ad-hocconformiteitsprocedure worden bepaald.

(32) De bevoegde nationale autoriteiten moeten de GLB-betalingen waarin het Unierecht voorziet, volledig aan de begunstigden uitkeren.

(33) Om bepaalde soorten GLB-gerelateerde uitgaven te kunnen hergebruiken voor het GLB, moeten deze worden aangemerkt als bestemmingsontvangsten. Het overzicht van de bedragen in artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet worden gewijzigd en die bepalingen moeten worden geharmoniseerd en samengevoegd met de bestaande bepalingen inzake bestemmingsontvangsten.

(34) Verordening (EU) nr. 1306/2013 bevat een overzicht van de GLB-voorlichtingsmaatregelen en de doelstellingen ervan en bevat de regels voor de financiering ervan en voor de uitvoering van de desbetreffende projecten. De specifieke bepalingen inzake de doelstellingen en soorten voorlichtingsmaatregelen die moeten worden gefinancierd, moeten worden overgenomen in deze verordening.

(35) De in het kader van het GLB vereiste maatregelen en interventies worden grotendeels volgens het beginsel van gedeeld beheer gefinancierd. Met het oog op een solide beheer van die Uniemiddelen moet de Commissie controleren op welke wijze de instanties van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het doen van betalingen, de middelen beheren. Het is wenselijk de aard van de door de Commissie te verrichten controles te bepalen, de voorwaarden voor de uitvoering van de Uniebegroting te specificeren en de door de lidstaten na te komen samenwerkingsverplichtingen te verduidelijken.

(36) Om ervoor te zorgen dat de Commissie kan voldoen aan haar verplichting om het bestaan en correct functioneren in de lidstaten van de beheers- en inspectiesystemen voor de Unie-uitgaven te controleren, moet, onafhankelijk van de door de lidstaten zelf verrichte inspecties, worden voorzien in controles door personen die door de Commissie zijn gemachtigd om namens haar te handelen, en in de mogelijkheid dat de andere lidstaten bij deze werkzaamheden om bijstand kan worden verzocht.

(37) Voor het samenstellen van de aan de Commissie te verstrekken informatie moet een zo ruim mogelijk gebruik worden gemaakt van informatietechnologie. Bij de controles moet de Commissie volledig en onmiddellijk toegang hebben tot de op papier en in elektronische vorm vastgelegde informatie over de uitgaven. 

(38) Om de vereisten van het [nieuwe] Financieel Reglement met betrekking tot het wederzijds gebruik van audits te kunnen toepassen en het risico van overlapping van audits van de diverse instellingen te beperken, moeten regels worden vastgesteld voor de single audit-benadering en moet worden voorzien in de mogelijkheid voor de Commissie om zekerheid aan het werk van betrouwbare certificerende instanties te ontlenen.

(39) Om heldere financiële betrekkingen tussen de geaccrediteerde betaalorganen en de Uniebegroting tot stand te brengen, moet de Commissie de rekeningen van die betaalorganen jaarlijks goedkeuren in het kader van de jaarlijkse financiële goedkeuring van de rekeningen. Het besluit inzake de goedkeuring van de rekeningen moet beperkt blijven tot de volledigheid, nauwkeurigheid en waarheidsgetrouwheid van de rekeningen en mag geen betrekking hebben op de conformiteit van de uitgaven met het Unierecht.

(40) In lijn met het nieuwe uitvoeringsmodel moet een jaarlijkse prestatiegoedkeuring worden ingesteld waarbij de subsidiabiliteit van de uitgaven wordt getoetst aan de gerapporteerde output. Voor situaties waarin de gedeclareerde uitgaven geen corresponderende gerapporteerde output hebben en de lidstaat deze afwijking niet kan verklaren, moet een mechanisme van verlaging van betalingen worden opgezet.

(41) Overeenkomstig artikel 317 van het Verdrag is de Commissie verantwoordelijk voor de uitvoering van de Uniebegroting in samenwerking met de lidstaten. De Commissie moet derhalve bevoegd zijn om door middel van uitvoeringshandelingen te bepalen of de door de lidstaten verrichte uitgaven in overeenstemming zijn met het Unierecht. De lidstaten moeten het recht hebben hun betalingsbesluiten te verantwoorden en een beroep te doen op bemiddeling wanneer zij het niet met de Commissie eens kunnen worden. Om de lidstaten juridische en financiële zekerheid te bieden over de in het verleden verrichte uitgaven moet een verjaringstermijn worden vastgesteld waarbinnen de Commissie moet bepalen welke financiële gevolgen moeten worden verbonden aan de niet-conformiteit.

(42) Ter bescherming van de financiële belangen van de Uniebegroting moeten de lidstaten systemen invoeren om zich ervan te vergewissen dat de uit de fondsen gefinancierde interventies daadwerkelijk plaatsvinden en correct worden uitgevoerd, terwijl het bestaande robuuste kader voor een solide financieel beheer in stand moet worden gehouden. Overeenkomstig het Financieel Reglement, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 15 , Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad 16 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 17 en Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad 18 moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door evenredige maatregelen, daaronder begrepen voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden en fraude, terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. Bovendien kan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 administratief onderzoek, daaronder begrepen controles ter plaatse en inspecties, verrichten om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 kan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) overgaan tot onderzoek en vervolging van fraude en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in de zin van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad 19 . Personen of entiteiten die Uniemiddelen ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie meewerken, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, het EOM en de Europese Rekenkamer alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van Uniemiddelen gelijkwaardige rechten verlenen. Om ervoor te zorgen dat OLAF zijn bevoegdheden kan uitoefenen en voor een efficiënte analyse van gevallen van onregelmatigheden kan zorgen, moeten de lidstaten over systemen beschikken waarmee zij verslag kunnen uitbrengen aan de Commissie over ontdekte onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving van de voorwaarden die de lidstaten in hun strategisch GLB-plan hebben vastgelegd, fraude daaronder begrepen, en over de follow-up ervan, alsmede over de follow-up van onderzoek van OLAF. De lidstaten moeten over de nodige regelingen beschikken die een doeltreffend onderzoek van klachten over de fondsen waarborgen.

(43) De horizontale regels die het Europees Parlement en de Raad op basis van artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie hebben aangenomen, gelden ook voor deze verordening. Deze regels zijn vastgelegd in het Financieel Reglement en betreffen met name de procedure voor de vaststelling en uitvoering van de begroting door middel van subsidies, opdrachten, prijzen en uitvoering en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van de financiële spelers. De op basis van artikel 322 VWEU aangenomen regels betreffen ook de bescherming van de Uniebegroting in geval van algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat omdat de eerbiediging van de rechtsstaat van essentieel belang is voor een solide financieel beheer en een doeltreffende Uniefinanciering.

(44) Het is dienstig ervoor te zorgen dat de weigering of terugvordering van betalingen die het gevolg is van de niet-naleving van de regels voor de plaatsing van overheidsopdrachten, de ernst van een dergelijke niet-naleving markeert en het evenredigheidsbeginsel eerbiedigt, zoals bijvoorbeeld verwoord in de richtsnoeren van de Commissie voor de financiële correcties die vanwege niet-naleving van dergelijke regels moeten worden toegepast op de uitgaven die de Unie in het kader van gedeeld beheer heeft gefinancierd. Voorts moet worden verduidelijkt dat de wettigheid en regelmatigheid van de transacties alleen in het geding is voor ten hoogste het gedeelte van de steun dat niet mag worden betaald of moet worden ingetrokken.

(45) Krachtens diverse bepalingen in de sectorale landbouwwetgeving moet een zekerheid worden gesteld die waarborgt dat een verschuldigde som wordt betaald als een verplichting niet wordt nagekomen. Ter versterking van het kader voor zekerheden moet voor al deze bepalingen één horizontale regeling gelden.

(46) De lidstaten moeten een geïntegreerd beheers- en controlesysteem (het 'geïntegreerd systeem') opzetten en toepassen voor bepaalde interventies waarin Verordening (EU) .../... (verordening inzake de strategische GLB-plannen) voorziet, en voor de maatregelen als bedoeld in hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad 20 en in hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad 21 . Om de Uniesteun doeltreffender te maken en beter te kunnen monitoren, moet het de lidstaten worden toegestaan om het geïntegreerd systeem te gebruiken voor andere interventies van de Unie.

(47) De bestaande hoofdelementen van het geïntegreerd systeem, en met name de bepalingen inzake een systeem voor de identificatie van landbouwpercelen, een geospatiaal en een diergebonden aanvraagsysteem, een systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten, een systeem voor de registratie van de identiteit van begunstigden en een controle- en sanctiesysteem, moeten blijven bestaan. Voor de monitoring van agromilieuklimaatbeleid en voor de bevordering van het gebruik van volledige, gratis en open gegevens en informatie van de Sentinel-satellieten en diensten van het Copernicus-programma moeten de lidstaten naast informatietechnologieën als Galileo en Egnos ook gebruik blijven maken van de gegevens- of informatieproducten van het Copernicus-programma zodat gewaarborgd is dat de gegevens in de gehele Unie onderling vergelijkbaar zijn. Daartoe moet het geïntegreerd systeem ook een areaalmonitoringsysteem bevatten.

(48) Het geïntegreerd systeem moet, als onderdeel van de vereiste governancesystemen voor de uitvoering van het GLB, ervoor zorgen dat de geaggregeerde gegevens in de jaarlijkse prestatierapportage betrouwbaar en verifieerbaar zijn. Gezien het belang van een correct werkend geïntegreerd systeem moeten ook kwaliteitseisen worden vastgesteld. De lidstaten moeten een jaarlijkse kwaliteitsbeoordeling van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoringsysteem verrichten. De lidstaten moeten ook tekortkomingen verhelpen en op verzoek van de Commissie een actieplan opstellen.

(49) In de mededeling van de Commissie 'De toekomst van voeding en landbouw' worden het intensiveren van milieuzorg en klimaatactie en het bijdragen tot de verwezenlijking van de milieu- en klimaatdoelstellingen van de Unie genoemd als strategische hoofdlijnen van het toekomstige GLB. Derhalve is het voor milieu- en klimaatdoeleinden op nationaal en Unieniveau nodig dat gegevens uit het systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen en andere gegevens uit het geïntegreerd beheers- en controlesysteem worden gedeeld. Er moet een regeling komen die ervoor zorgt dat de met het geïntegreerd systeem verzamelde milieu- en klimaatrelevante gegevens worden gedeeld tussen de publieke instanties van de lidstaten en met de instellingen en organen van de Unie. Om de gegevens van de verschillende publieke instanties efficiënter te kunnen gebruiken voor de productie van Europese statistieken, moet ook worden bepaald dat gegevens uit het geïntegreerd systeem voor statistische doeleinden beschikbaar moeten worden gesteld aan de organen die deel uitmaken van het Europees statistisch systeem.

(50) De doorlichting van handelsdocumenten van ondernemingen die betalingen ontvangen of verrichten, kan een zeer doeltreffend middel zijn om op transacties toe te zien die deel uitmaken van het ELGF-financieringssysteem. Een dergelijke doorlichting vormt een aanvulling op andere, door de lidstaten al verrichte controles. Voorts kunnen nationale doorlichtingsvoorschriften verder gaan dan die waarin het Unierecht voorziet.

(51) De voor een dergelijke doorlichting te gebruiken documenten moeten zo worden gekozen dat een volledige doorlichting mogelijk wordt. De keuze van de door te lichten ondernemingen moet berusten op de aard van de transacties die onder hun verantwoordelijkheid plaatsvinden, en op de verdeling per sector van de ondernemingen die betalingen ontvangen of verrichten, naargelang van hun financiële belang ELGF-financieringssysteem.

(52) De bevoegdheden van de voor doorlichtingen verantwoordelijke ambtenaren moeten worden vastgesteld, alsmede de plicht van de ondernemingen om de handelsdocumenten voor een bepaalde periode ter beschikking van deze ambtenaren te houden en alle door de ambtenaren gevraagde informatie te verstrekken. Ook moet het mogelijk zijn dat handelsdocumenten in sommige gevallen in beslag kunnen worden genomen.

(53) Gelet op de internationale structuur van het handelsverkeer van landbouwproducten en omwille van een goede werking van de interne markt moet de samenwerking tussen de lidstaten worden georganiseerd. Ook moet op Unieniveau een centraal documentatiesysteem worden opgezet over in derde landen gevestigde ondernemingen die betalingen ontvangen of verrichten.

(54) Hoewel de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de vaststelling van hun eigen doorlichtingsprogramma's, moeten deze aan de Commissie worden meegedeeld zodat zij haar toezichthoudende en coördinerende rol kan vervullen en ervoor kan zorgen dat deze programma's op basis van passende criteria worden vastgesteld en doorlichtingen worden toegespitst op sectoren of ondernemingen met een hoog frauderisico. Het is van essentieel belang dat elke lidstaat een dienst aanwijst die verantwoordelijk is voor de monitoring van doorlichtingen van handelsdocumenten en voor de coördinatie van deze doorlichtingen. Die aangewezen diensten moeten onafhankelijk zijn van de diensten die doorlichtingen vóór betalingen uitvoeren. De bij die doorlichtingen verzamelde informatie moet vertrouwelijk blijven zodat bedrijfsgeheimen worden beschermd. 

(55) Conditionaliteit is een belangrijk onderdeel van het GLB, met name wat de milieu- en klimaatelementen van dit beleid betreft, maar ook in het kader van de volksgezondheid en diergerelateerde aangelegenheden. Dit impliceert dat controles moeten worden verricht en zo nodig sancties moeten worden toegepast om de doeltreffendheid van het conditionaliteitssysteem te waarborgen. Voor een gelijk speelveld tussen begunstigden in verschillende lidstaten is het noodzakelijk dat bepaalde algemene regels voor conditionaliteitscontroles en -sancties op Unieniveau worden ingevoerd.

(56) Om ervoor te zorgen dat de lidstaten conditionaliteit op geharmoniseerde wijze handhaven, moet worden voorzien in een minimumcontrolepercentage op Unieniveau, terwijl de lidstaten de bevoegde controle-instanties en de controles naar eigen inzicht mogen organiseren.

(57) Hoewel het de lidstaten moet worden toegestaan om zelf een nadere invulling te geven aan sancties, moeten die sancties wel evenredig, doeltreffend en afschrikkend zijn en moeten ze andere in nationaal of Unierecht vastgelegde sancties onverlet laten. Voor een doeltreffende en coherente aanpak van de lidstaten is het noodzakelijk dat wordt voorzien in een minimumsanctiepercentage op Unieniveau voor gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en te wijten zijn aan nalatigheid, terwijl herhaling tot een hoger percentage moet leiden en opzettelijkheid kan resulteren in de totale uitsluiting van de betaling. Om de evenredigheid van de sancties te waarborgen, moet het de lidstaten voor lichte gevallen van niet-nalevingen die zich voor het eerst voordoen, worden toegestaan om een systeem voor vroegtijdige waarschuwing in te voeren. 

(58) Om te zorgen voor een gelijk speelveld tussen de lidstaten en voor de doeltreffendheid en een afschrikkend effect van het sanctiesysteem voor conditionaliteit, is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen voor de toepassing en berekening van dergelijke sancties.

(59) Om voor een harmonische samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten op het gebied van de financiering van de GLB-uitgaven te zorgen, en meer in het bijzonder om de Commissie in staat te stellen om het financiële beheer van de lidstaten te monitoren en de rekeningen van de geaccrediteerde betaalorganen goed te keuren, moeten de lidstaten bepaalde informatie verstrekken aan of ter beschikking houden van de Commissie.

(60) Voor de samenstelling van de aan de Commissie toe te zenden gegevens en om ervoor te zorgen dat de Commissie volledig en onmiddellijk toegang kan hebben tot de gegevens over de uitgaven, niet alleen op papier maar ook in elektronische vorm, moeten voorschriften worden vastgesteld voor de presentatie en indiening van gegevens, zoals de uiterste datums.

(61) Aangezien persoonsgegevens en bedrijfsgeheimen kunnen worden geraakt door de toepassing van de nationale controlesystemen en de conformiteitsgoedkeuring, moeten de lidstaten en de Commissie de vertrouwelijkheid van de in dit verband ontvangen informatie waarborgen.

(62) Voor een goed financieel beheer van de Uniebegroting, waarbij de beginselen van billijkheid zowel op het niveau van de lidstaten als op dat van de begunstigden in acht worden genomen, moeten voorschriften voor het gebruik van de euro worden vastgesteld.

(63) De wisselkoers voor de omrekening van de euro in nationale valuta kan variëren in de periode waarin een verrichting wordt uitgevoerd. Daarom moet de voor de betrokken bedragen toe te passen koers worden bepaald, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit waardoor het economisch doel van de betrokken verrichting wordt bereikt. De gehanteerde wisselkoers moet de koers zijn die geldt op de dag waarop dat feit zich heeft voorgedaan. Het is noodzakelijk om dit ontstaansfeit te preciseren of ervan af te wijken, met inachtneming van bepaalde criteria, en met name de snelheid waarmee de monetaire schommelingen zich doen gelden. Er moeten bijzondere bepalingen worden vastgesteld voor uitzonderlijke monetaire situaties die zich zowel binnen de Unie als op de wereldmarkt kunnen voordoen en waarop onmiddellijk moet worden gereageerd met het oog op het goed functioneren van de in het kader van het GLB vastgestelde regelingen.

(64) De lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, moeten de mogelijkheid hebben betalingen voor uitgaven die verband houden met de GLB-wetgeving in euro in plaats van nationale valuta te verrichten. Er zijn specifieke voorschriften nodig die ervoor zorgen dat deze mogelijkheid geen ongerechtvaardigd voordeel verschaft aan partijen die de betaling verrichten of ontvangen.

(65) Het Unierecht inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en met name de Verordeningen (EG) No 45/2001 22 en (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 23 , moet van toepassing zijn op de verzameling van persoonsgegevens door de lidstaten en de Commissie met het oog op het vervullen van hun beheers-, controle-, audit-, monitoring- en evaluatieverplichtingen uit hoofde van deze verordening.

(66) De bekendmaking van de naam van de begunstigden van de fondsen is een middel om de publieke controle op de besteding van de middelen te versterken, en is derhalve nodig is om het financiële belang van de Unie te beschermen. Dit wordt gedeeltelijk bereikt door het preventieve en afschrikkende effect van een dergelijke bekendmaking, gedeeltelijk door het ontmoedigen van individuele begunstigden onregelmatigheden te begaan, en ook gedeeltelijk door het versterken van de persoonlijke verantwoordingsplicht van de landbouwers voor de besteding van de door hen ontvangen publieke middelen. De bekendmaking van de desbetreffende informatie strookt met recente arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en ook met de aanpak van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

(67) In dit verband moet de rol van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van de media en niet-gouvernementele organisaties en hun bijdrage aan het versterken van het overheidscontrolekader tegen fraude en misbruik van publieke gelden, worden onderkend.

(68) Verordening (EU) .../... [CPR-verordening 24 ] bevat regels die voorzien in transparantie bij de uitvoering van de Europese structuur- en investeringsfondsen en bij de communicatie over programma's in het kader van de fondsen. Met het oog op de coherentie moet worden bepaald dat die regels in voorkomend geval ook gelden voor begunstigden van Elfpo- en ELGF-interventies.

(69) De doelstelling van de publieke controle op het gebruik van middelen uit de fondsen kan alleen worden bereikt als een bepaald niveau van informatie over de begunstigden ter kennis van het publiek wordt gebracht. Die informatie moet de identiteit van de begunstigde, het toegekende bedrag en het fonds waaruit het afkomstig is, en het doel en de aard van de betrokken interventie of maatregel omvatten. Deze informatie moet op een zodanige wijze bekend worden gemaakt dat zo weinig mogelijk afbreuk wordt gedaan aan het recht van de begunstigden op eerbiediging van hun privéleven en hun recht op bescherming van hun persoonsgegevens — rechten die zijn erkend in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(70) Door het bekendmaken van nadere informatie over de maatregel of interventie op grond waarvan de landbouwer recht op steun heeft, en over het karakter en het doel van de steun krijgt het publiek concrete informatie over de gesubsidieerde activiteit en het doel waarvoor de steun is verleend. Dergelijke aan het publiek verstrekte informatie heeft een preventief en afschrikkend effect en helpt bij de bescherming van het financiële belang van de Unie.

(71) Samen met de algemene voorlichting waarin deze verordening voorziet, zorgt de bekendmaking van die informatie voor een grotere transparantie op het gebied van de besteding van de Uniemiddelen voor het GLB en wordt daarmee de zichtbaarheid van en het inzicht in dat beleid vergroot. Het stelt burgers in staat om meer invloed uit te oefenen op het besluitvormingsproces, en waarborgt dat de overheid een grotere legitimiteit krijgt en doeltreffender werkt en meer verantwoording aflegt aan de burger. Ook kunnen de burgers concreet zien welke 'publieke goederen' de landbouw levert, hetgeen de legitimiteit van staatssteun voor de landbouwsector ten goede zal komen.

(72) Derhalve gaat de algemene bekendmaking van de relevante informatie niet verder dan hetgeen in een democratische samenleving nodig is om de financiële belangen van de Unie te beschermen en het hoofddoel van inzicht van het publiek in de besteding van de gelden uit de fondsen te bereiken.

(73) In het kader van de gegevensbeschermingseisen moeten de begunstigden ervan in kennis worden gesteld dat hun gegevens bekend worden gemaakt, voordat die bekendmaking plaatsvindt. Zij moeten ook worden geïnformeerd over de mogelijkheid dat deze gegevens door audit- en onderzoeksorganen van de Unie en de lidstaten worden verwerkt ten behoeve van de bescherming van de financiële belangen van de Unie. De begunstigden moeten voorts worden ingelicht over hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 en over de voor de uitoefening van die rechten geldende procedures. 

(74) Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(75) Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen. Die bevoegdheid moet betrekking hebben op de accreditering van de betaalorganen en coördinerende instanties, de verplichtingen van de betaalorganen op het gebied van openbare interventie, de regels inzake de inhoud van de beheers- en controletaken van de betaalorganen, de regels inzake de berekening van de financiële discipline die de lidstaten op de landbouwers moeten toepassen, de soorten maatregelen die in het kader van openbare interventie moeten worden gefinancierd uit de Uniebegroting, en de vergoedingsvoorwaarden, de subsidiabiliteitsvoorwaarden en berekeningsmethoden op basis van de feitelijke waarnemingen van de betaalorganen of op basis van door de Commissie bepaalde forfaits of op basis van forfaitaire of niet-forfaitaire bedragen waarin de sectorale landbouwwetgeving voorziet, de waardering van de verrichtingen die verband houden met openbare interventie, en de maatregelen die moeten worden genomen bij verlies of achteruitgang van producten die onder de openbare interventie vallen, en de bepaling van de te financieren bedragen. Die bevoegdheid moet gelden voor afwijkingen van de niet-subsidiabiliteit van de betalingen die de betaalorganen aan de begunstigden doen vóór de vroegst mogelijke of na de laatst mogelijke datum van betaling. Ook moet die bevoegdheid gelden voor het schorsingspercentage voor betalingen in het kader van de jaarlijkse goedkeuringen, het percentage en de duur van schorsingen van betalingen en de voorwaarden om die bedragen te verlagen of alsnog te vergoeden in het kader van de meerjarige prestatiemonitoring. Voorts moet die bevoegdheid gelden voor de interventies of maatregelen waarvoor de lidstaten voorschotten mogen betalen, en de voorwaarden waaronder bepaalde soorten uitgaven en ontvangsten in het kader van de fondsen met elkaar moeten worden verrekend. Die bevoegdheid moet daarnaast gelden voor de methoden die van toepassing zijn op de vastleggingen en de betaling van de bedragen indien de Uniebegroting aan het begin van het begrotingsjaar niet is aangenomen of indien het totale bedrag van de in de begroting opgenomen vastleggingen de drempel van artikel 170, lid 3, van het Financieel Reglement overschrijdt.

Verder moet die bevoegdheid gelden voor de specifieke verplichtingen waaraan de lidstaten moeten voldoen op het gebied van controles en toegang tot documenten en informatie, de criteria voor de verantwoording door de lidstaten, de methodiek en criteria voor de toepassing van verlagingen in het kader van de jaarlijkse prestatiegoedkeuring, en de criteria en methodiek voor de toepassing van financiële correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring.

Ook moet die bevoegdheid gelden voor, wanneer het goede beheer van het systeem zulks vereist, aanvullende vereisten voor de douaneprocedures, en in het bijzonder die welke zijn vervat in Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 25 , regels voor zekerheden waarin een gelijke behandeling wordt gewaarborgd en de aansprakelijke partij wordt aangewezen ingeval een verplichting niet wordt nagekomen, regels waarin specifieke situaties worden beschreven waarin de bevoegde autoriteit mag afzien van de eis dat een zekerheid wordt gesteld, regels waarin de voorwaarden worden vastgelegd die verbonden zijn aan de te stellen zekerheid en de zekerheidssteller en de voorwaarden voor het stellen en vrijgeven van de zekerheden, regels waarin wordt vastgelegd welke specifieke voorwaarden verbonden zijn aan de zekerheid die in verband met betalingen van voorschotten wordt gesteld, en regels waarin wordt aangegeven wat de gevolgen zijn van niet-naleving van de verplichtingen waarvoor een zekerheid is gesteld.

Wat het geïntegreerd systeem betreft, moet die bevoegdheid gelden voor regels inzake de kwaliteitsbeoordeling van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoringsysteem, en definities, basiskenmerken en regels voor het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, het systeem voor de identificatie van begunstigden en het systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten.

Bovendien moet die bevoegdheid gelden voor de regels voor de interventies die uitgesloten zijn van de doorlichting van transacties, voor de ontstaansfeiten en de wisselkoers die gehanteerd moet worden door de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, en voor de wisselkoers die geldt bij de opstelling van uitgavendeclaraties en bij de vastlegging van openbare-opslagverrichtingen in de rekeningen van het betaalorgaan, voor maatregelen om de toepassing van het Unierecht te vrijwaren indien ervan uit mag worden gegaan dat het in gevaar wordt gebracht door uitzonderlijke monetaire praktijken in verband met een nationale munteenheid.

Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen voor de drempelwaarde die bepaalt of ondernemingen alleen om bijzondere redenen mogen worden doorgelicht.

(76) Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 26 . Die bevoegdheden hebben betrekking op de regels voor de procedures voor toekenning, intrekking en evaluatie van de accreditatie van betaalorganen en coördinerende instanties en de procedures voor het toezicht op de accreditatie van betaalorganen, de werkzaamheden en controles die ten grondslag liggen aan de beheersverklaring van de betaalorganen, de werking van de coördinerende instantie en het doorgeven door die coördinerende instantie van informatie aan de Commissie, de taken van de certificerende instanties, waaronder de te verrichten controles en de te controleren instanties, en de door de certificerende instanties op te stellen certificaten en rapporten, samen met de begeleidende documenten.

(77) De uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie moeten ook gelden voor de auditbeginselen waarop de oordelen van de certificerende instantie gebaseerd zijn, waaronder een beoordeling van de risico's, interne controles en het vereiste auditbewijs en de auditmethoden die de certificerende instanties, gelet op internationale auditnormen, moeten volgen voor het uitbrengen van hun oordeel.

(78) Ook moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor de vaststelling van de bedragen voor de financiering van openbare-interventiemaatregelen, regels voor de financiering van de verwerving door de Commissie van de satellietgegevens die nodig zijn voor het areaalmonitoringsysteem en de maatregelen die de Commissie neemt met behulp van teledetectietoepassingen voor het areaalmonitoringsysteem, de procedure voor de uitvoering van de verwerving door de Commissie van die satellietgegevens en het areaalmonitoringsysteem, en het kader voor de verwerving, de verbetering en het gebruik van satellietgegevens en meteorologische gegevens, en de toepasselijke termijnen.

(79) Daarnaast moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor, in het kader van de procedure inzake financiële discipline, de vaststelling van het aanpassingspercentage voor de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen en de bijstelling van dat percentage, alsmede de voorwaarden voor de overdracht van kredieten overeenkomstig artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] om de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen te financieren en, in het kader van de procedure inzake begrotingsdiscipline, de voorlopige vaststelling van het bedrag van de betalingen en de voorlopige verdeling van de beschikbare begrotingsmiddelen over de lidstaten en de bepaling van de maandelijkse betalingen die de Commissie doet op basis van een uitgavendeclaratie.

(80) Voorts moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor de vaststelling van de termijnen waarbinnen geaccrediteerde betaalorganen tussentijdse uitgavendeclaraties voor plattelandsontwikkelingsinterventies moeten opstellen en indienen bij de Commissie, alsmede regels voor de procedure en andere praktische regelingen voor de correcte werking van het mechanisme voor betalingstermijnen, de verlaging en schorsing van de maandelijkse en tussentijdse betalingen aan de lidstaten, alsmede regels voor de verschillende elementen van actieplannen en de procedure voor de opstelling ervan. Verder moeten ze gelden voor regels die in een spoedeisende situatie noodzakelijk en verdedigbaar zijn om specifieke problemen op te lossen in verband met betalingstermijnen en de betaling van voorschotten, het bijhouden van afzonderlijke rekeningen door de betaalorganen, specifieke voorwaarden waaraan de informatie in de boekhouding van de betaalorganen moet voldoen, regels voor de financiering en boekhoudkundige verantwoording van interventiemaatregelen in de vorm van openbare opslag en andere uit de fondsen gefinancierde uitgaven, en de voorwaarden voor de uitvoering van de procedure voor automatische schrappingen.

(81) De uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie moeten bovendien gelden voor de procedures inzake de samenwerkingsverplichtingen waaraan de lidstaten moeten voldoen met betrekking tot de door de Commissie uit te voeren controles ter plaatse en toegang tot informatie, de voorwaarden waaronder de bewijsstukken van betalingen moeten worden bewaard, de jaarlijkse financiële goedkeuring, waaronder de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling en uitvoering van die uitvoeringshandelingen, de jaarlijkse prestatiegoedkeuring, waaronder de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling en uitvoering van die uitvoeringshandelingen, en de uitwisseling van informatie tussen de Commissie en de lidstaten, de procedures en de in acht te nemen termijnen, de conformiteitsgoedkeuringsprocedure, waaronder de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling en uitvoering van die uitvoeringshandelingen, de uitwisseling van informatie tussen de Commissie en de lidstaten, de in acht te nemen termijnen, en de regels voor de bemiddelingsprocedure, de onttrekking van ten laste van de Uniebegroting gebrachte bedragen aan Uniefinanciering, en de wijze waarop de lidstaten aan de Commissie kennisgeving of mededeling moeten doen in verband met terugvorderingen vanwege niet-naleving.

(82) Daarnaast moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor regels voor een uniforme uitvoering van de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, en de regels die nodig zijn voor een uniforme toepassing van controles in de Unie. 

(83) Voorts moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor de vorm van te stellen zekerheden en de procedure voor het stellen van zekerheden, voor de aanvaarding ervan en voor de vervanging van oorspronkelijke zekerheden en de procedures voor het vrijgeven van zekerheden en de kennisgeving die door de lidstaten of de Commissie moet worden gedaan in het kader van zekerheden.

(84) Ook moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor regels voor de vorm, inhoud en regelingen voor de toezending of terbeschikkingstelling aan de Commissie van de beoordelingsverslagen over de kwaliteit van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoringsysteem, de door de lidstaten uit te voeren corrigerende acties met betrekking tot tekortkomingen die in die systemen aan het licht zijn gekomen, en de basiskenmerken en regels voor het geospatiale aanvraagsysteem en het areaalmonitoringsysteem.

(85) Daarnaast moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor regels voor een uniforme toepassing van de regels voor de doorlichting van handelsdocumenten. Ook moeten ze gelden voor regels voor de mededeling van informatie door de lidstaten aan de Commissie en maatregelen om de toepassing van het Unierecht te vrijwaren indien ervan uit mag worden gegaan dat het in gevaar wordt gebracht door uitzonderlijke monetaire praktijken in verband met een nationale munteenheid.

(86) Verder moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor de vorm en het tijdschema van de bekendmaking van de begunstigden van de fondsen, de uniforme toepassing van de verplichting om de begunstigden ervan in kennis te stellen dat hun gegevens openbaar zullen worden gemaakt, en de samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten in het kader van de bekendmaking van de begunstigden van de fondsen.

(87) Voor de vaststelling van bepaalde uitvoeringshandelingen moet de raadplegingsprocedure worden gevolgd. Wat de uitvoeringshandelingen voor de berekening van bedragen door de Commissie betreft, kan de Commissie haar volle verantwoordelijkheid voor het beheer van de begroting nemen dankzij de raadplegingsprocedure, die bedoeld is om de efficiëntie, voorspelbaarheid en snelheid te verhogen bij de naleving van de termijnen en de begrotingsprocedures. Wat de uitvoeringshandelingen in het kader van de betalingen aan de lidstaten en de werking van de procedure voor de goedkeuring van de rekeningen en de jaarlijkse prestatiegoedkeuring betreft, kan de Commissie dankzij de raadplegingsprocedure haar volle verantwoordelijkheid nemen voor het beheer van de begroting en voor de verificatie van de jaarrekeningen van de nationale betaalorganen met het oog op de aanvaarding van deze rekeningen of, indien de uitgaven niet overeenkomstig de Unievoorschriften zijn verricht, met het oog op de onttrekking van dergelijke uitgaven aan Uniefinanciering. Voor de vaststelling van de andere uitvoeringshandelingen moet de onderzoeksprocedure worden gevolgd.

(88) Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden toegekend om zonder toepassing van Verordening (EU) nr. 182/2011 uitvoeringshandelingen vast te stellen voor de vaststelling van het voor de ELGF-uitgaven beschikbare nettosaldo, de bepaling van de maandelijkse betalingen die zij moet doen op basis van de uitgavendeclaraties van de lidstaten, en de aanvullende betalingen of het in mindering brengen van bedragen in het kader van de procedure voor maandelijkse betalingen.

(89) Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet derhalve worden ingetrokken.

(90) Om een vlotte overgang van de regels van Verordening (EU) nr. 1306/2013 naar de regels van deze verordening mogelijk te maken, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag vast te stellen voor de overgangsbepalingen.

(91) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd en heeft advies uitgebracht 27 .

(92) Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt gezien de samenhang ervan met de andere instrumenten van het GLB en de beperkte financiële middelen van de lidstaten, en vanwege de meerjarengarantie van Uniefinanciering en door het op één punt samenbrengen van de prioriteiten van de Unie, beter op Unieniveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,