Overwegingen bij COM(2018)397 - Aanvulling van de wetgeving inzake EU-typegoedkeuring in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dit betekent dat de wetgeving van de Unie vanaf 30 maart 2019 niet langer van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk, tenzij in een geratificeerd terugtrekkingsakkoord, of door de Europese Raad in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, unaniem een andere datum wordt vastgesteld. Het Verenigd Koninkrijk wordt dan een derde land.

(2) Bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad 1 , Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad 2 , Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad 3 en Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad 4 is een breed wetgevingskader voor EU-typegoedkeuringen vastgesteld.

(3) Deze handelingen laten de fabrikanten de keuze van de instantie voor het verkrijgen van een typegoedkeuring die hen in staat stelt producten in alle lidstaten in de handel te brengen.

(4) Als er geen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, zou de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie tot gevolg hebben dat de typegoedkeuringen die eerder door de typegoedkeuringsinstantie van het Verenigd Koninkrijk zijn verleend, niet langer toegang bieden tot de markt van de Unie. Ook fabrikanten in de andere lidstaten dan het Verenigd Koninkrijk zijn in het bezit van dergelijke goedkeuringen. Voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden met een in het Verenigd Koninkrijk verleende typegoedkeuring kunnen in de Unie in de handel worden gebracht tot het moment waarop het Unierecht niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, maar er moet worden voorzien in bijzondere bepalingen om het in de Unie in de handel brengen van die producten na die datum te vergemakkelijken.

(5) De huidige wetgeving van de Unie voorziet niet in de mogelijkheid om typen die reeds elders in de Unie zijn goedgekeurd, opnieuw goed te keuren. Fabrikanten moeten echter kunnen doorgaan met de productie van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die eerder op typegoedkeuringen van het Verenigd Koninkrijk was gebaseerd, en zij moeten dergelijke producten in de Unie in de handel kunnen blijven brengen. Daarom moet fabrikanten de mogelijkheid worden geboden nieuwe goedkeuringen te verkrijgen van instanties in de andere lidstaten van de Unie dan het Verenigd Koninkrijk.

(6) Deze verordening moet ook waarborgen dat fabrikanten de grootst mogelijke vrijheid behouden bij hun keuze van een goedkeuringsinstantie. In het bijzonder moet die keuze van de fabrikant niet onderworpen zijn aan toestemming van de typegoedkeuringsinstantie van het Verenigd Koninkrijk, of afhankelijk zijn van eventuele afspraken tussen de typegoedkeuringsinstantie van het Verenigd Koninkrijk en de nieuwe typegoedkeuringsinstantie.

(7) Om alle belanghebbenden de nodige rechtszekerheid te bieden en een gelijk speelveld voor fabrikanten te waarborgen, is het noodzakelijk op transparante wijze gelijke voorwaarden vast te stellen die in alle lidstaten van toepassing zijn.

(8) Om de voortzetting van de productie en het in de handel brengen van de voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat de voorschriften waaraan de desbetreffende typen moeten voldoen om door de instantie van een andere lidstaat van de Unie dan het Verenigd Koninkrijk te worden erkend, overeenkomen met de voorschriften die gelden voor het op de markt brengen van nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden, niet met de voorschriften die gelden voor nieuwe typen.

(9) De voorschriften voor nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden gelden evenzeer voor fabrikanten met typegoedkeuringen die door een andere lidstaat dan het Verenigd Koninkrijk zijn verleend. Met de keuze om voor de goedkeuring van typen uit hoofde van deze verordening dezelfde voorschriften toe te passen als die welke gelden voor het in de handel brengen van nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden, wordt dus beoogd te waarborgen dat de fabrikanten die de gevolgen ondervinden van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk gelijk worden behandeld als fabrikanten waarvan de typegoedkeuringen zijn verleend door andere lidstaten dan het Verenigd Koninkrijk.

(10) Niets in deze verordening mag de fabrikant van een voertuig ervan weerhouden om voor een voertuigtype dat eerder in het Verenigd Koninkrijk is goedgekeurd, op vrijwillige basis goedkeuring van de Unie aan te vragen aan de hand van bepaalde voorschriften die van toepassing zijn op nieuwe typen systemen, onderdelen of technische eenheden en waarbij het voertuigtype voor het overige identiek blijft aan het type dat in het Verenigd Koninkrijk was goedgekeurd.

(11) Aanvragen voor goedkeuringen voor geheel nieuwe typen voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden moeten niet onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

(12) Het moet mogelijk zijn om typegoedkeuringen die op basis van deze verordening worden verleend, te baseren op testrapporten die al waren ingediend met het oog op het verkrijgen van de goedkeuring in het Verenigd Koninkrijk, mits de voorschriften die aan de desbetreffende test ten grondslag liggen niet zijn gewijzigd. Om een dergelijk gebruik van de testrapporten van een door het Verenigd Koninkrijk aangemelde technische dienst mogelijk te maken, moet deze verordening voorzien in een vrijstelling van de eis dat de desbetreffende technische dienst moet zijn aangewezen en bij de Commissie moet zijn aangemeld door de instantie die de typegoedkeuring verleent. Om ook de tijd te bestrijken waarin het recht van de Unie niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, moet deze verordening ook voorzien in een vrijstelling van de specifieke voorschriften met betrekking tot de aanwijzing en aanmelding van technische diensten van derde landen.

(13) Tegelijkertijd moeten typegoedkeuringsinstanties, die immers de volledige verantwoordelijkheid dragen voor de door hen verleende nieuwe goedkeuringen, de mogelijkheid hebben om de uitvoering van aanvullende tests te verlangen voor elk element van de goedkeuring waarvoor zij dat wenselijk achten.

(14) Voor zover in deze handeling niet anders wordt bepaald, moeten de algemene bepalingen inzake de EU-typegoedkeuring van toepassing blijven.

(15) Er moet rekening mee worden gehouden dat de aan typegoedkeuringsinstanties toebedeelde rol niet eindigt met de productie of het in de handel brengen van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid, maar zich tot meerdere jaren na het in de handel brengen van de desbetreffende producten uitstrekt. Dit geldt in het bijzonder met betrekking tot de verplichtingen inzake de conformiteit tijdens het gebruik van voertuigen die vallen onder Richtlijn 2007/46/EG, en de verplichtingen inzake reparatie- en onderhoudsinformatie en eventuele terugroepacties voor voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die vallen onder Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 of Verordening (EU) 2016/1628. Om te garanderen dat er in alle gevallen een verantwoordelijke typegoedkeuringsinstantie is, moet de instantie die overeenkomstig deze verordening de typegoedkeuring verleent, die verplichtingen ook op zich nemen met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die op hetzelfde type gebaseerd zijn en die op basis van een in het Verenigd Koninkrijk verleende typegoedkeuring al in de Unie in de handel zijn gebracht.

(16) Om dezelfde redenen is het ook noodzakelijk dat een typegoedkeuringsinstantie van de Unie bepaalde verplichtingen op zich neemt met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die in de Unie in de handel zijn gebracht op basis van door het Verenigd Koninkrijk verleende typegoedkeuringen die ofwel niet meer geldig zijn in de zin van artikel 17 van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 32 van Verordening (EU) nr. 167/2013, artikel 37 van Verordening (EU) nr. 168/2013 of artikel 30 van Verordening (EU) 2016/1628, of waarvoor geen typegoedkeuring uit hoofde van deze verordening wordt aangevraagd. Om ervoor te zorgen dat er een verantwoordelijke goedkeuringsinstantie is, moet van de fabrikanten worden verlangd dat zij de instantie door wie zij de eerder in het Verenigd Koninkrijk goedgekeurde typen laten goedkeuren, verzoeken verplichtingen op zich te nemen ten aanzien van terugroepacties, reparatie- en onderhoudsinformatie en controles van de conformiteit tijdens het gebruik met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die op andere typen gebaseerd zijn en reeds in de Unie in de handel zijn gebracht. Om de omvang van de verplichtingen die door de typegoedkeuringsinstantie van de Unie worden aangegaan te beperken, moeten die verplichtingen alleen betrekking hebben op producten gebaseerd op typegoedkeuringen van het VK die zijn verleend na 1 januari 2008.

(17) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk het aanvullen van Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 en Verordening (EU) 2016/1628 met bijzondere regels in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van die regels beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen vaststellen in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel zoals uiteengezet in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(18) Om de fabrikanten in staat te stellen de nodige maatregelen te treffen om zich wat de wetgeving inzake typegoedkeuring betreft zo tijdig mogelijk op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk voor te bereiden, moet deze verordening in werking treden op de derde dag na die van de bekendmaking ervan.