Overwegingen bij COM(2018)473 - Oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Gezien de evoluerende uitdagingen op het gebied van migratie in de Europese Unie, alsook de zorgen om de veiligheid, is het van het hoogste belang het delicate evenwicht in stand te houden tussen enerzijds het vrije verkeer van personen en anderzijds de veiligheid. Het doel van de Unie om een hoog niveau van veiligheid binnen de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te verzekeren op grond van artikel 67, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet onder meer worden bereikt door gezamenlijke maatregelen inzake de overschrijding van de binnengrenzen door personen, grenscontroles aan de buitengrenzen en het gemeenschappelijke visumbeleid.

(2) Krachtens artikel 80 VWEU moeten aan dit beleid van de Unie en de uitvoering ervan de beginselen ten grondslag liggen van solidariteit en billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, ook op financieel vlak.

(3) In de Verklaring van Rome, die op 25 september 2017 is ondertekend, hebben de leiders van 27 lidstaten beloofd toe te werken naar een veilige en zekere Unie waar alle burgers zich veilig voelen en zich vrij kunnen bewegen, een Unie waarvan de buitengrenzen beveiligd zijn, een Unie met een efficiënt, verantwoord en duurzaam migratiebeleid met eerbied voor de internationale normen, een Europa dat vastbesloten is het terrorisme en de georganiseerde criminaliteit te bestrijden.

(4) Het beleid van de Unie op het gebied van het beheer van de buitengrenzen is gericht op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van een Europees geïntegreerd grensbeheer op nationaal en Unieniveau, hetgeen een randvoorwaarde is voor het vrije verkeer van personen in de Unie en een wezenlijk onderdeel van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

(5) Europees geïntegreerd grensbeheer, zoals uitgevoerd door de Europese grens- en kustwacht, die is opgericht bij Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad 13 en bestaat uit het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor grensbeheer, inclusief de kustwachten voor zover deze taken op het gebied van grenstoezicht uitoefenen, is nodig om het migratiebeheer en de veiligheid te verbeteren.

(6) Legaal reizen vergemakkelijken, en daarbij risico’s uit migratie- en veiligheidsoogpunt tegengaan, is in de mededeling van de Commissie getiteld “Een Europese migratieagenda” 14 aangemerkt als een van de belangrijkste doelstellingen van het optreden van de Unie op het gebied van migratie en veiligheid.

(7) De Europese Raad van 15 december 2016 15 heeft gevraagd om te blijven werken aan de interoperabiliteit van informatiesystemen en databanken. De Europese Raad heeft op 23 juni 2017 16 onderstreept dat de interoperabiliteit tussen databanken moet worden verbeterd, en de Commissie heeft op 12 december 2017 een voorstel aangenomen voor een verordening tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de informatiesystemen van de EU 17 .

(8) Om de integriteit van het Schengengebied te vrijwaren en de werking ervan te versterken, zijn de lidstaten er met ingang van 6 april 2017 toe verplicht om EU-burgers die de buitengrenzen van de EU overschrijden, systematisch te controleren aan de hand van relevante databanken. Voorts heeft de Commissie een aanbeveling tot de lidstaten gericht opdat deze beter gebruik zouden maken van politiecontroles en grensoverschrijdende samenwerking.

(9) Financiële steun uit de begroting van de Unie is onontbeerlijk voor de uitvoering van het Europees geïntegreerd grensbeheer ter ondersteuning van de lidstaten bij het doeltreffend beheren van overschrijding van de buitengrenzen en bij het aanpakken van uitdagingen op het gebied van migratie en mogelijke toekomstige dreigingen aan die grenzen, waarbij met volledige eerbiediging van de grondrechten wordt bijgedragen aan de bestrijding van zware criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie.

(10) De lidstaten moeten voldoende financiële steun van de Unie krijgen teneinde de uitvoering te bevorderen van het Europees geïntegreerd grensbeheer, dat in artikel 4 van Verordening (EU) 2016/1624 is omschreven aan de hand van zijn onderdelen, namelijk grenstoezicht, opsporings- en reddingsoperaties tijdens grensbewakingsoperaties, risicoanalyse, samenwerking tussen de lidstaten (ondersteund en gecoördineerd door het Europees Grens- en kustwachtagentschap), samenwerking tussen autoriteiten (met inbegrip van regelmatige uitwisseling van informatie), samenwerking met derde landen, technische en operationele maatregelen binnen het Schengengebied die samenhangen met grenstoezicht en bedoeld zijn om irreguliere immigratie beter aan te pakken en grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden, gebruik van geavanceerde technologie, kwaliteitscontrole en solidariteitsmechanismen, alsmede teneinde te verzekeren dat dit beheer in de praktijk operationeel wordt.

(11) Aangezien de douaneautoriteiten van de lidstaten een toenemend aantal taken op zich hebben genomen, die zich dikwijls tot het gebied van beveiliging uitstrekken en aan de buitengrens worden verricht, moeten de lidstaten voldoende financiële steun van de Unie krijgen om te waarborgen dat het grenstoezicht en de douanecontrole aan de buitengrenzen op uniforme wijze worden uitgevoerd. Doel is niet alleen de douanecontroles te versterken, maar ook de legitieme handel te vergemakkelijken en zo bij te dragen tot een veilige en doelmatige douane-unie.

(12) Als opvolger van het bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad 18 vastgestelde Fonds voor interne veiligheid 2014-2020 moet derhalve een Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (hierna “het fonds” genoemd) worden opgezet.

(13) Vanwege de juridische bijzonderheden die op titel V van het VWEU van toepassing zijn en de verschillende toepasselijke rechtsgrondslagen voor het beleid inzake buitengrenzen respectievelijk douanecontrole, is het juridisch niet mogelijk om het fonds in één enkel instrument onder te brengen.

(14) Het fonds moet derhalve worden opgezet als een breed kader voor financiële steun van de Unie op het gebied van grensbeheer en visa, bestaande uit het bij deze verordening opgerichte instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa (hierna „het instrument” genoemd) en het bij Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 19 vastgestelde instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur. Dit kader moet worden gecomplementeerd bij Verordening (EU) .../... [verordening gemeenschappelijke bepalingen] van het Europees Parlement en de Raad 20 , waarnaar deze verordening moet verwijzen wat betreft de voorschriften voor gedeeld beheer.

(15) Het instrument dient te worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de rechten en beginselen die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, alsook van de internationale verplichtingen van de Unie op het gebied van de grondrechten.

(16) Het instrument moet voortbouwen op de resultaten en investeringen die zijn verwezenlijkt met ondersteuning van zijn voorgangers, namelijk het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013, als ingesteld bij Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad 21 en het instrument voor buitengrenzen en visa, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020, als vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad 22 , en moet met het oog op nieuwe ontwikkelingen een bredere opzet krijgen.

(17) Om een uniform, hoogwaardig toezicht aan de buitengrenzen en een vlot legaal grensverkeer langs de buitengrenzen mogelijk te maken, dient het instrument bij te dragen aan de ontwikkeling van een Europees geïntegreerd grensbeheersysteem dat alle maatregelen omvat die in verband met beleid, recht, systematische samenwerking, lastenverdeling, situatiebeoordeling en veranderende omstandigheden met betrekking tot grensposten voor irreguliere migranten, personeel, uitrusting en technologie op verschillende niveaus worden genomen door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en het Europees Grens- en kustwachtagentschap, in samenwerking met andere actoren zoals derde landen en andere EU-organen (met name het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), Europol en internationale organisaties.

(18) Het instrument moet bijdragen aan de verbetering van de doelmatigheid van de visumbehandeling wat betreft het opsporen en beoordelen van de risico’s uit migratie- en veiligheidsoogpunt en het vereenvoudigen van de visumprocedures voor bonafide reizigers. Het instrument moet met name financiële bijstand verlenen om de digitalisering van de visumbehandeling te ondersteunen, teneinde voor snelle, veilige en klantvriendelijke visumprocedures te zorgen, waar zowel visumaanvragers als consulaten belang bij hebben. Ook moet het instrument wereldwijd ruimere consulaire vertegenwoordiging waarborgen. De uniforme uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid en de modernisering daarvan moeten eveneens in het instrument aan bod komen.

(19) Voorts moet het instrument maatregelen op het grondgebied van de Schengenlanden die verband houden met grenstoezicht, ondersteunen in het kader van de ontwikkeling van een gemeenschappelijk geïntegreerd grensbeheersysteem dat de algemene werking van het Schengengebied versterkt.

(20) Ter verbetering van het beheer van de buitengrenzen, teneinde bij te dragen aan het voorkomen en bestrijden van irreguliere migratie en aan een hoog niveau van veiligheid in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht van de Unie, moet het instrument de ontwikkeling ondersteunen van grootschalige IT-systemen, op basis van bestaande of nieuwe IT-systemen. Ook moet het instrument de totstandbrenging ondersteunen van interoperabiliteit tussen die EUinformatiesystemen (het inreis-uitreissysteem (EES) 23 , het Visuminformatiesysteem (VIS) 24 , het Europees Systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) 25 , Eurodac 26 , het Schengeninformatiesysteem (SIS) 27 en het Europees Strafregister Informatiesysteem voor onderdanen van derde landen (ECRIS-TCN) 28 ) in de lidstaten, zodat deze EU-informatiesystemen en de gegevens daarin elkaar kunnen aanvullen. Dit instrument moet ook bijdragen aan de noodzakelijke ontwikkelingen op nationaal niveau naar aanleiding van de invoering van de interoperabiliteitscomponenten op centraal niveau (Europees zoekportaal (ESP), een gezamenlijke dienst voor biometrische matching (gezamenlijke BMS), een gemeenschappelijk register van identiteitsgegevens (CIR) en een detector van meerdere identiteiten (MID)) 29 .

(21) Dit instrument dient de activiteiten tot uitvoering van het Europees geïntegreerd grensbeheer te complementeren en versterken, overeenkomstig de twee pijlers van de Europese grens- en kustwacht, namelijk gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit tussen de lidstaten en het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Dit betekent met name dat de lidstaten bij de opstelling van hun programma’s rekening moeten houden met de door het Europees Grens- en kustwachtagentschap ontwikkelde analyse-instrumenten en operationele en technische richtsnoeren alsook met de door het agentschap ontwikkelde opleidingscurricula, zoals de gemeenschappelijke basisinhoud voor de opleiding van grenswachters, met inbegrip van de onderdelen betreffende grondrechten en toegang tot internationale bescherming. Teneinde complementariteit te ontwikkelen tussen deze opdracht en de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor het toezicht aan de buitengrenzen, alsmede om consistentie en kostenefficiëntie te waarborgen, moet het Europees Grens- en kustwachtagentschap door de Commissie worden geraadpleegd over de door de lidstaten ingediende ontwerpen van nationale programma's, voor zover zulks onder de bevoegdheden van het agentschap valt, en in het bijzonder over de in het kader van operationele steun gefinancierde activiteiten.

(22) Het instrument dient de uitvoering van de hotspotaanpak te ondersteunen, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie getiteld “Een Europese migratieagenda” en bevestigd door de Europese Raad van 25 en 26 juni 2015 30 . Met de hotspotaanpak wordt operationele ondersteuning verleend aan de lidstaten die te maken hebben met onevenredige migratiedruk aan de buitengrenzen van de Unie. Daarbij wordt in een geest van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid geïntegreerde, brede en gerichte bijstand geboden om de integriteit van het Schengengebied te vrijwaren.

(23) In het belang van de solidariteit binnen het Schengengebied als geheel, en in een geest van gedeelde verantwoordelijkheid voor de bescherming van de buitengrenzen van de Unie, moet, als tekortkomingen of risico's worden vastgesteld, met name naar aanleiding van een Schengenevaluatie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1053/2013 31 , de betrokken lidstaat de kwestie adequaat aanpakken door de in het kader van zijn programma beschikbare middelen te gebruiken om uitvoering te geven aan aanbevelingen die zijn vastgesteld op grond van die verordening en overeenkomstig kwetsbaarheidsbeoordelingen die het Europees Grens- en kustwachtagentschap conform artikel 13 van Verordening (EU) 2016/1624 verricht.

(24) Het instrument moet bij wijze van blijk van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid financiële bijstand verlenen aan die lidstaten die de bepalingen van Schengen inzake de buitengrenzen en visa volledig toepassen, alsmede aan die lidstaten die zich voorbereiden op een volledige deelname aan Schengen, en moet door de lidstaten worden aangewend in het belang van het gemeenschappelijke beleid van de Unie voor het beheer van de buitengrenzen.

(25) Overeenkomstig Protocol nr. 5 bij de Toetredingsakte van 2003 32 betreffende de doorreis van personen over land tussen de regio Kaliningrad en andere delen van de Russische Federatie moet het instrument alle extra kosten dragen voor de uitvoering van de specifieke bepalingen van het acquis van de Unie in verband met deze doorreis, namelijk Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad 33 en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad 34 . De behoefte aan verdere financiële steun voor gederfde leges moet echter afhankelijk worden gesteld van de vigerende visumregeling van de Unie met de Russische Federatie.

(26) Om bij te dragen tot de verwezenlijking van de beleidsdoelstelling van het instrument, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat hun programma's gericht zijn op de specifieke doelstellingen van het instrument, dat de gekozen prioriteiten in overeenstemming zijn met de overeengekomen EU-prioriteiten en de uitvoeringsmaatregelen als vastgesteld in bijlage II, en dat de verdeling van middelen over de doelstellingen en acties evenredig is met de uitdagingen en behoeften waarmee zij te maken hebben.

(27) Er moet worden gestreefd naar een synergetische, consistente en doelmatige band met andere EU-fondsen, en overlapping tussen de acties moet worden vermeden.

(28) De terugkeer van onderdanen van derde landen voor wie een door een lidstaat uitgevaardigd terugkeerbesluit geldt, is één van de onderdelen van het Europees geïntegreerd grensbeheer als uiteengezet in Verordening (EU) 2016/1624. Naar aard en doelstelling vallen maatregelen op het gebied van terugkeer echter niet onder het toepassingsgebied van steunverlening in het kader van het instrument, maar onder Verordening (EU) .../... [nieuw AMF] 35 .

(29) Om recht te doen aan de belangrijke rol die de douaneautoriteiten van de lidstaten aan de buitengrenzen vervullen en te waarborgen dat zij over voldoende middelen beschikken voor het uitvoeren van hun brede takenpakket aan deze grenzen, dient het bij Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur deze nationale autoriteiten te voorzien van de noodzakelijke financiering om te investeren in apparatuur voor douanecontroles alsook in apparatuur die behalve voor douanecontrole ook voor andere doeleinden, zoals grenstoezicht, kan worden gebruikt.

(30) De meeste douanecontroleapparatuur is eveneens geschikt voor controles op de naleving van andere wetgeving, zoals bepalingen inzake grensbeheer, visa of politiële samenwerking. Het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer bestaat dan ook uit twee complementaire onderdelen, met onderscheiden doch coherente toepassingsgebieden voor de aankoop van uitrusting. Enerzijds is uitrusting die zowel voor grensbeheer als douanecontrole kan worden gebruikt, uitgesloten van het bij deze verordening opgerichte instrument voor grensbeheer en visa. Anderzijds biedt het instrument voor douanecontroleapparatuur niet alleen financiële steun voor hoofdzakelijk voor douanecontroles bestemde apparatuur; het staat ook het gebruik ervan voor aanvullende doeleinden toe, zoals grenscontroles en -beveiliging. Deze rolverdeling bevordert samenwerking tussen instanties in het kader van het Europees geïntegreerd grensbeheer, zoals bedoeld in artikel 4, onder e), van Verordening (EU) 2016/1624, en stelt douane- en grensautoriteiten in staat samen te werken, met gedeelde en interoperabele apparatuur, waardoor het effect van de begroting van de Unie wordt gemaximaliseerd.

(31) Grensbewaking op zee wordt beschouwd als één van de kustwachttaken die binnen de Unie op maritiem gebied wordt uitgeoefend. De nationale autoriteiten die kustwachttaken uitvoeren zijn ook verantwoordelijk voor een breed spectrum van werkzaamheden, zoals onder meer, doch niet uitsluitend, maritieme veiligheid, beveiliging, opsporing en redding, grenstoezicht, visserijcontrole, douanetoezicht, algemene rechtshandhaving en milieubescherming. Doordat kustwachttaken zo breed zijn, vallen zij onder verschillende beleidsterreinen van de Unie. Het is dan ook zaak synergie na te streven om op doeltreffender en doelmatiger wijze resultaten te behalen.

(32) Naast de samenwerking binnen de Unie inzake kustwachttaken tussen het Europees Grens- en kustwachtagentschap (opgericht bij Verordening (EU) 2016/1624), het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (opgericht bij Verordening (EU) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad 36 ) en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (opgericht bij Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad 37 ) dient de coherentie van de activiteiten op maritiem gebied ook op nationaal niveau te worden verbeterd. De synergieën tussen de verschillende actoren op het gebied van maritieme zaken dienen aan te sluiten bij de strategieën voor Europees geïntegreerd grensbeheer en maritieme veiligheid.

(33) Om de complementariteit en de consistentie van maritieme activiteiten te versterken, dubbel werk te voorkomen en de budgettaire beperkingen op het gebied van maritiem beleid – dat kostbare activiteiten betreft – te verlichten, dient het instrument maritieme operaties met meerdere doeleinden te ondersteunen als de belangrijkste doelstelling grensbewaking is, maar tegelijkertijd andere doelstellingen zouden kunnen worden nagestreefd.

(34) De in het kader van het instrument gesteunde maatregelen in of met betrekking tot derde landen dienen te worden genomen in synergie, samenhang en complementariteit met andere acties buiten de Unie die door de externe financieringsinstrumenten van de Unie worden ondersteund. In het bijzonder dient bij de uitvoering van dergelijke acties te worden gestreefd naar volledige samenhang met de beginselen en de algemene doelstellingen van het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Unie ten aanzien van het land of de regio in kwestie. Met betrekking tot de externe dimensie dient het instrument op gebieden die van belang zijn voor het migratiebeleid van de Unie en doelstellingen van de Unie voor interne veiligheid gerichte steun te verlenen ter versterking van de samenwerking met derde landen en van bepaalde belangrijke aspecten van hun grensbewaking en grensbeheer.

(35) Financiering uit de begroting van de Unie dient te worden geconcentreerd op activiteiten waarbij het optreden van de Unie voor een meerwaarde kan zorgen ten opzichte van acties door de lidstaten alleen. Aangezien de Unie beter in staat is dan de lidstaten om een kader te bieden voor het tonen van solidariteit binnen de Unie met betrekking tot grenstoezicht, het gemeenschappelijk visumbeleid en het beheer van migratiestromen, en om een platform te bieden voor de ontwikkeling van gemeenschappelijke IT-systemen ter ondersteuning van die beleidsterreinen, zal financiële steun die in het kader van deze verordening wordt verleend, in het bijzonder bijdragen aan grotere nationale en Unie-capaciteiten op deze gebieden.

(36) Een lidstaat kan worden geacht niet aan het relevante acquis van de Unie te voldoen, ook wat betreft het gebruik van operationele steun uit hoofde van dit instrument, als hij zijn verplichtingen op grond van de Verdragen op het gebied van grensbeheer en visa niet is nagekomen, als er een duidelijk risico bestaat dat de lidstaat bij het uitvoeren van het acquis inzake grensbeheer en visa een waarde van de Unie ernstig schendt of als in een evaluatieverslag in het kader van het Schengenmechanisme voor evaluatie en toezicht tekortkomingen op het betrokken gebied zijn vastgesteld.

(37) Het instrument dient de behoefte aan meer flexibiliteit en vereenvoudiging te weerspiegelen, zonder daarbij de vereisten op het gebied van voorspelbaarheid uit het oog te verliezen, en dient, met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, ervoor te zorgen dat de middelen eerlijk en transparant worden verdeeld.

(38) In deze verordening dienen de initiële, voor de programma’s van de lidstaten bestemde bedragen te worden vastgesteld, berekend op basis van de criteria in bijlage I, die betrekking hebben op de lengte en de dreigingsniveaus van de land- en zeegrenssegmenten, de werklast op de luchthavens en de consulaten, alsook het aantal consulaten.

(39) Deze initiële bedragen zullen een basis vormen voor de langetermijninvesteringen van de lidstaten. Om rekening te houden met veranderingen in de uitgangssituatie, zoals de druk op de buitengrens van de Unie en de werklast aan de buitengrenzen en op de consulaten, wordt tussentijds een aanvullend bedrag aan de lidstaten toegekend, dat wordt gebaseerd op de laatste beschikbare statistische gegevens, zoals uiteengezet in de verdeelsleutel, rekening houdend met de stand van uitvoering van het programma.

(40) Omdat uitdagingen op het gebied van grensbeheer en visa voortdurend evolueren, moet de toewijzing van de financiering aan de veranderingen betreffende migratiestromen, druk aan de grens en veiligheidsdreigingen worden aangepast en moet de financiering worden toegespitst op de prioriteiten met de hoogste toegevoegde waarde voor de Unie. Om tegemoet te komen aan dringende behoeften, veranderingen in het beleid en prioriteiten van de Unie, en om de financiering toe te spitsen op acties met een hoge toegevoegde waarde voor de Unie, zal een deel van de financiering periodiek worden toegewezen aan specifieke acties, acties van de Unie en noodhulp via een thematische faciliteit.

(41) De lidstaten moeten met een hogere bijdrage van de Unie worden aangemoedigd om een deel van de aan hun programma toegewezen middelen te gebruiken voor de acties die zijn opgenomen in bijlage IV.

(42) Het instrument moet bijdragen in de operationele kosten in verband met het grensbeheer, het gemeenschappelijk visumbeleid en grootschalige IT-systemen, en de lidstaten aldus in staat stellen capaciteit te reserveren die cruciaal is voor de hele Unie. Deze steun bestaat uit de volledige terugbetaling van een reeks specifieke kosten in verband met de doelstellingen van het instrument en moet integraal deel uitmaken van de programma's van de lidstaten.

(43) Een deel van de beschikbare middelen van het instrument kan ook worden toegewezen aan programma’s van de lidstaten voor de uitvoering van specifieke acties, bovenop hun initiële toewijzing. Deze specifieke acties dienen te worden vastgesteld op het niveau van de Unie. Daarbij moet het gaan om acties die een gezamenlijke inspanning vergen of nodig zijn om te reageren op ontwikkelingen in de Unie waarvoor aan één of meer lidstaten extra financiering ter beschikking moet worden gesteld, zoals de aankoop in het kader van de nationale programma’s van lidstaten van technische uitrusting die het Europees Grens- en kustwachtagentschap voor het uitvoeren van zijn operationele activiteiten nodig heeft, de modernisering van de behandeling van visumaanvragen, de ontwikkeling van nieuwe grootschalige ITsystemen en de totstandbrenging van interoperabiliteit tussen die systemen. Deze specifieke acties zullen door de Commissie in haar werkprogramma's worden vastgesteld .

(44) Om de verwezenlijking van de beleidsdoelstelling van dit instrument op nationaal niveau te complementeren met programma’s van de lidstaten, dient het instrument ook ondersteuning te bieden voor acties op het niveau van de Unie. Dergelijke acties moeten algemene strategische doelen binnen het toepassingsgebied van het instrument dienen die betrekking hebben op beleidsanalyse en innovatie, transnationale vormen van onderling leren en partnerschap en het beproeven van nieuwe initiatieven en acties in de hele Unie.

(45) Om de Unie beter in staat te stellen om onmiddellijk te reageren op onverwachte of onevenredige migratiedruk, met name aan de grenssegmenten ten aanzien waarvan overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1052/2013 van het Europees Parlement en de Raad 38 een zodanig impactniveau is vastgesteld dat de werking van het Schengengebied er in zijn geheel door in gevaar komt, dan wel op druk op de visumafdelingen van de consulaten van de lidstaten of risico’s voor de veiligheid aan de grens, moet het mogelijk zijn om noodhulp te bieden overeenkomstig het bij deze verordening ingestelde kader.

(46) De beleidsdoelstelling van dit instrument zal mede worden gerealiseerd via financiële instrumenten en begrotingsgaranties in het kader van de beleidscomponent(en) [...] van het InvestEU-fonds. Financiële steun moet worden gebruikt om marktfalen of suboptimale investeringssituaties aan te pakken, op evenredige wijze, en de acties mogen particuliere financiering niet overlappen of verdringen, noch de concurrentie op de interne markt verstoren. De acties moeten een duidelijke toegevoegde waarde voor Europa hebben.

(47) In deze verordening worden voor het hele instrument de financiële middelen vastgelegd die voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiebedrag vormen in de zin van [punt 17 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer] 39 .

(48) Verordening (EU, Euratom) .../... [nieuw Financieel Reglement] (Financieel Reglement) 40 is op dit instrument van toepassing. De verordening bevat regels voor de uitvoering van de Uniebegroting, daaronder begrepen regels voor subsidies, prijzen, aanbestedingen, indirecte uitvoering, financiële bijstand, financiële instrumenten en begrotingsgaranties. Om te zorgen voor samenhang bij de uitvoering van de financieringsprogramma’s van de Unie, moet het Financieel Reglement van toepassing zijn op de acties in het kader van het instrument die in direct of indirect beheer dienen te worden uitgevoerd.

(49) Voor het uitvoeren van acties in gedeeld beheer dient het instrument deel uit te maken van een samenhangend kader bestaande uit de onderhavige verordening, het Financieel Reglement en Verordening (EU) .../... [GB-verordening].

(50) Verordening (EU) .../... [GB-verordening] stelt het kader vast voor actie door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+), het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMV), het Fonds voor asiel en migratie (AMF), het Fonds voor interne veiligheid (ISF), en het instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF), en omvat met name de regels inzake programmering, toezicht en evaluatie, beheer en controle voor in gedeeld beheer uitgevoerde EU-fondsen. Daarnaast moeten in deze verordening de doelstellingen van het instrument voor grensbeheer en visa worden omschreven en specifieke bepalingen worden vastgesteld betreffende activiteiten die met dit instrument kunnen worden gefinancierd.

(51) Bepalend voor de keuze van zowel de vorm van financiering als de wijze van uitvoering ervan in het kader van deze verordening is of deze geschikt is om de specifieke doelstellingen van de acties te bereiken en om resultaten te boeken, rekening houdend met, in het bijzonder, de kosten van controles, de administratieve belasting en het verwachte risico van niet-naleving. Vaste bedragen, forfaits en eenheidskosten, alsook financiering die geen verband houdt met kosten als bedoeld in artikel 125, lid 1, van het Financieel Reglement, moeten hierbij in aanmerking worden genomen.

(52) Overeenkomstig Verordening (EU) .../... [nieuwe Financieel Reglement] 41 , Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 42 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2988/95 van de Raad 43 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 44 en Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad 45 moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, daaronder begrepen voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden en fraude, terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. In het bijzonder kan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 administratieve onderzoeken, daaronder begrepen controles en verificaties ter plaatse, uitvoeren om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 kan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) fraude en andere strafbare feiten onderzoeken en vervolgen die de financiële belangen van de Unie als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad 46 schaden. Personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle meewerken aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, het EMO en de Europese Rekenkamer alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van middelen van de Unie gelijkwaardige rechten verlenen.

(53) De horizontale financiële voorschriften die het Europees Parlement en de Raad op basis van artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie hebben vastgesteld, zijn van toepassing op deze verordening. Deze voorschriften zijn vastgelegd in het Financieel Reglement en betreffen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting via subsidies, aanbestedingen, prijzen en indirecte uitvoering, alsmede de controle van de verantwoordelijkheid van de financiële actoren. Op grond van artikel 322 VWEU vastgestelde voorschriften hebben tevens betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie in geval van algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten, aangezien de eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële voorwaarde is voor een goed financieel beheer en doeltreffende EU-financiering.

(54) Overeenkomstig artikel 94 van Besluit 2013/755/EU van de Raad 47 komen personen en entiteiten die gevestigd zijn in landen en gebieden overzee (LGO), in aanmerking voor financiering overeenkomstig de voorschriften en doelstellingen van het instrument en eventuele regelingen die van toepassing zijn op de lidstaat waarmee een LGO banden heeft.

(55) Op grond van artikel 349 VWEU en in overeenstemming met de mededeling van de Commissie 'Een nieuw en strategisch sterker partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU', die de Raad in zijn conclusies van 12 april 2018 heeft bekrachtigd, moeten de betrokken lidstaten erop toezien dat hun nationale programma's de nieuwe dreigingen aanpakken waarmee de ultraperifere regio's worden geconfronteerd. Het instrument ondersteunt deze lidstaten met adequate middelen om de ultraperifere regio's op gepaste wijze te helpen.

(56) Krachtens de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 48 moet het instrument worden geëvalueerd op basis van gegevens die uit hoofde van specifieke voorschriften voor monitoring worden verzameld, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, moeten worden vermeden. Voor zover van toepassing kunnen deze eisen meetbare indicatoren bevatten, als basis voor de evaluatie van de effecten van het instrument in de praktijk. Om de resultaten van het instrument te kunnen meten, moeten voor elke specifieke doelstelling van het instrument indicatoren en bijbehorende streefdoelen worden vastgesteld.

(57) Om recht te doen aan het belang van de strijd tegen de klimaatverandering, in overeenstemming met de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ten uitvoer te leggen, zal dit instrument bijdragen aan de integratie van klimaatactie in alle beleidsdomeinen en aan de verwezenlijking van het streefdoel om globaal 25 % van de EU-begrotingsuitgaven te gebruiken ter ondersteuning van klimaatdoelstellingen. Acties ter zake zullen worden vastgesteld tijdens de voorbereiding en uitvoering van het instrument, en worden heroverwogen in het kader van de betrokken evaluatie- en beoordelingsprocessen.

(58) Via de indicatoren en de financiële verslaglegging moeten de Commissie en de lidstaten toezien op de uitvoering van het instrument overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) .../... [GB-verordening] en de onderhavige verordening.

(59) Met het oog op de aanvulling en wijziging van niet-essentiële elementen van deze verordening moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de in bijlage IV opgenomen lijst van acties die in aanmerking komen voor een hoger medefinancieringspercentage, operationele steun en de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk kader voor toezicht en evaluatie. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden, onder meer op deskundigenniveau, passende raadplegingen verricht overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 49 .

(60) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 50 . De onderzoeksprocedure moet worden toegepast voor uitvoeringshandelingen waarin de gezamenlijke verplichtingen van de lidstaten worden vastgesteld, met name inzake het verstrekken van informatie aan de Commissie, en de raadplegingsprocedure moet worden toegepast voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen betreffende de methoden voor het verstrekken van informatie aan de Commissie in het kader van de programmering en verslaglegging, gelet op de zuiver technische aard ervan.

(61) Deelname van een lidstaat aan dit instrument mag niet samenvallen met deelname aan een tijdelijk financieel instrument van de Unie dat de begunstigde lidstaten moet helpen bij de financiering van onder meer acties aan nieuwe buitengrenzen van de Unie met het oog op de uitvoering van het Schengenacquis inzake grenzen en visa en toezicht aan de buitengrenzen.

(62) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van het Schengenacquis in de zin van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 51 die valt onder de gebieden bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad 52 .

(63) Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop de Zwitserse Bondsstaat wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 53 , die valt onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG, gelezen in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad 54 .

(64) Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het door de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein ondertekende Protocol betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop de Zwitserse Bondsstaat wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 55 , die valt onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG, gelezen in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad 56 .

(65) Overeenkomstig artikelen 1 en 2 van het Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend, noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze verordening of het deze verordening in zijn interne recht zal omzetten.

(66) Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad 57 . Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland.

(67) Het is passend dat de periode waarin deze verordening van toepassing is, in overeenstemming wordt gebracht met die van Verordening (EU, Euratom) .../... van de Raad [verordening betreffende het meerjarig financieel kader] 58 .