Overwegingen bij COM(2019)189 - Standpunt EU in de Gemengde Commissie EU-CTC inzake douanevervoer met betrekking tot wijzigingen van deze overeenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De     overeenkomst     betreffende     een     gemeenschappelijke     regeling     inzake douanevervoer12 (hierna 'de overeenkomst' genoemd) is gesloten tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat op 20 mei 1987 en in werking getreden op 1 januari 1988.

(2) Ingevolge artikel 15, lid 3, onder a), van de overeenkomst kan de bij die overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie bij besluit wijzigingen in de aanhangsels van de overeenkomst vaststellen.

(3) De bepalingen van de overeenkomst over de bescherming van persoonsgegevens die voor de toepassing van de overeenkomst worden uitgewisseld, moeten een verwijzing naar Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad13 bevatten.

(4) Artikel 84 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie14, waarin de door een aanvrager te vervullen voorwaarden zijn vastgelegd om een doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag te mogen stellen of van zekerheidstelling te worden ontheven, is gewijzigd15. Als gevolg van de wijziging is de verplichting om over voldoende financiële middelen te beschikken als afzonderlijke voorwaarde afgeschaft, omdat uit praktijkervaring in de lidstaten bleek dat deze voorwaarde te restrictief is uitgelegd en alleen op de beschikbaarheid van liquide

12 13

PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2.

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1). Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1118 van de Commissie van 7 juni 2018 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de voorwaarden voor een vermindering van het bedrag van de doorlopende zekerheid en ontheffing van zekerheidstelling (PB L 204 van 13.8.2018, blz. 11).

4

5

middelen was gericht. Daarom moet bij de beoordeling van de financiële draagkracht van marktdeelnemers rekening worden gehouden met de beoordeling van de mate waarin zij het volledige schuldbedrag kunnen betalen. Artikel 75 van aanhangsel I van de overeenkomst, waarin de bepalingen van artikel 84 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie worden weergegeven, moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5) Met ingang van 1 mei 2018 gelden de bepalingen over de nieuwe vereenvoudiging van het douanevervoer (het gebruik van het elektronische vervoersdocument (ETD) als aangifte voor douanevervoer door de lucht) in overeenstemming met artikel 24, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie16. De vorige vereenvoudiging van het douanevervoer door de lucht, op grond waarvan een marktdeelnemer een aangifte voor douanevervoer op basis van een elektronisch manifest kon opstellen, kon slechts tot 1 mei 2018 worden gebruikt. Daarom moeten alle verwijzingen naar deze verouderde douanevereenvoudiging voor vervoer door de lucht in de overeenkomst dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6) Momenteel zijn de voorwaarden waaronder via de T2-corridor vervoerde goederen de douanestatus van Uniegoederen behouden, vastgelegd in titel I van aanhangsel II van de overeenkomst, waarvan het toepassingsgebied beperkt is tot goederen die niet onder de regeling uitvoer worden geplaatst. Het was niet de bedoeling om een dergelijke beperking voor via de T2-corridor vervoerde Uniegoederen vast te stellen. Daarom moet artikel 2 bis van aanhangsel II van de overeenkomst uit titel I worden geschrapt en moet een nieuw artikel worden ingevoegd in een nieuwe titel I bis, waarin een dergelijke beperking niet geldt.

(7) Naar aanleiding van de kennisgeving door Noord-Macedonië aan de Verenigde Naties en de Europese Unie van de inwerkingtreding van de Prespa-overeenkomst met ingang van 15 februari 2019, heeft het land dat voorheen 'de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië' werd genoemd, zijn naam veranderd in 'de Republiek Noord-Macedonië'. Daarom moeten de naam en de code van het land in aanhangsel III en in aanhangsel III bis van de overeenkomst worden gewijzigd.

(8) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie, aangezien de wijzigingen van de overeenkomst voor de Unie bindend zullen zijn als ze worden goedgekeurd.

(9) Aangezien bij het besluit van de Gemengde Commissie de overeenkomst zal worden gewijzigd, is het passend dat besluit na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.