Overwegingen bij COM(2019)922 - Correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellange-termijndoelstelling voor de begroting in Hongarije

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig artikel 121 van het Verdrag bevorderen de lidstaten gezonde overheidsfinanciën op middellange termijn door middel van de coördinatie van het economische beleid en van het multilaterale toezicht om het ontstaan van buitensporige overheidstekorten te vermijden.

(2) Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

(3) In juni 2018 heeft de Raad overeenkomstig artikel 121, lid 4, van het Verdrag vastgesteld dat er in 2017 sprake was van een significante afwijking van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn voor Hongarije. In het licht van de vastgestelde significante afwijking heeft de Raad Hongarije op 22 juni 2018 de aanbeveling 2 gedaan de nodige beleidsmaatregelen te nemen om die afwijking aan te pakken. Vervolgens heeft de Raad vastgesteld dat Hongarije geen doeltreffende maatregelen heeft genomen naar aanleiding van deze aanbeveling en heeft hij op 4 december 2018 een herziene aanbeveling 3 aangenomen. Vervolgens heeft de Raad vastgesteld dat Hongarije ook naar aanleiding van deze aanbeveling geen doeltreffende maatregelen heeft genomen.

(4) Op 14 juni 2019 heeft de Raad besloten dat er in 2018 in Hongarije opnieuw een significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting bestond en heeft hij Hongarije aanbevolen ervoor te zorgen dat het nominale stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven 4 niet hoger uitkomt dan 3,3 % in 2019 en 4,7 % in 2020, wat overeenkomt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 1 % van het bbp in 2019 en 0,75 % van het bbp in 2020 5 . Hongarije werd ook aanbevolen om alle meevallers te benutten om het tekort terug te dringen en in te zetten op budgettaire consolidatiemaatregelen die op groeivriendelijke wijze een blijvende verbetering van het structurele overheidssaldo moeten verzekeren. De Raad heeft 15 oktober 2019 vastgesteld als uiterste datum waarop Hongarije verslag moest uitbrengen over de naar aanleiding van die aanbeveling genomen maatregelen.

(5) Op 9 juli 2019 heeft de Raad Hongarije aanbevolen in 2019 en 2020 te voldoen aan de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019 met het oog op de correctie van de significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting 6 .

(6) Op 26 september 2019 ondernam de Commissie in het kader van artikel -11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 een missie voor verscherpt toezicht in Hongarije met als doel monitoring ter plaatse. Na haar voorlopige bevindingen voor commentaar aan de Hongaarse autoriteiten te hebben voorgelegd, heeft de Commissie haar bevindingen op 20 november 2019 aan de Raad gemeld. Deze bevindingen zijn openbaar gemaakt.

(7) Op 15 oktober 2019 hebben de Hongaarse autoriteiten het verslag ingediend over de doeltreffende maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019 7 . In het licht van de informatie die de Hongaarse autoriteiten in hun verslag hebben verstrekt en de algemene beoordeling op basis van de najaarsprognoses 2019 van de Commissie heeft de Raad op 20 november 2019 geconcludeerd dat Hongarije geen doeltreffende maatregelen heeft genomen naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019.

(8) Aangezien Hongarije geen doeltreffende maatregelen heeft genomen en er sprake is van een gecumuleerde afwijking van het aanbevolen aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting, is het passend om tot Hongarije overeenkomstig artikel 121, lid 4, VWEU een herziene aanbeveling over de te nemen passende maatregelen te richten.

(9) Volgens de najaarsprognoses 2019 van de Commissie wordt een verbetering van het structurele saldo van Hongarije verwacht van respectievelijk 0,5 % van het bbp in 2019 en 1,2 % van het bbp in 2020. Bijgevolg zou de afwijking van het structurele tekort ten opzichte van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting van 1,5 % in 2019 en 1,0 % in 2020 respectievelijk 1,8 % van het bbp en 1,1 % van het bbp bedragen.

(10) Om Hongarije na eerdere uitschuivers terug te brengen op een passend aanpassingstraject, lijkt de door de Raad op 14 juni 2019 aanbevolen jaarlijkse structurele aanpassing van 0,75 % van het bbp voor 2020 aangewezen in het licht van de algemene macro-economische ontwikkelingen en de verwachte vertraging van de economische activiteit in de komende jaren aangezien de conjuncturele factoren, die de groei van de afgelopen jaren ondersteunen, naar verwachting geleidelijk aan zullen afnemen.

(11) Volgens de najaarsprognoses 2019 van de Commissie is de vereiste verbetering van het structurele saldo met 0,75  % van het bbp in 2020 in overeenstemming met een nominaal stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven van ten hoogste 4,7 %.

(12) Volgens de najaarsprognoses 2019 van de Commissie zal het structurele tekort van Hongarije in 2020 met 1,2 % van het bbp verbeteren, terwijl de uitgavenbenchmark wijst op een afwijking van het vereiste. Rekening houdend met de factoren die van invloed zijn op zowel het structurele saldo als de uitgavenbenchmark, wordt op basis van de huidige prognoses verwacht dat met de door de Hongaarse regering vastgestelde begroting voor 2020 de vereiste inspanning wordt verwezenlijkt.

(13) Het uitblijven van maatregelen om gevolg te geven aan vroegere aanbevelingen om de geconstateerde significante afwijking te corrigeren, vergt maatregelen om het Hongaarse begrotingsbeleid opnieuw op een behoedzaam traject te brengen.

(14) Om de aanbevolen begrotingsdoelstellingen te realiseren, is het van cruciaal belang dat Hongarije de nodige maatregelen strikt implementeert, de ontwikkeling van de lopende uitgaven nauwlettend in het oog houdt en de uitgavenpieken aan het einde van het jaar beteugelt.

(15) De vereisten in deze aanbeveling hebben voorrang op de overeenkomstige elementen in de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019.

(16) Hongarije zou uiterlijk op 15 april 2020 aan de Raad verslag moeten uitbrengen over de naar aanleiding van deze aanbeveling genomen maatregelen, eventueel als onderdeel van zijn overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1466/97 ingediende convergentieprogramma.

(17) Het is dienstig dat deze aanbeveling openbaar wordt gemaakt,

BEVEELT AAN DAT HONGARIJE:

(1) de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat het nominale stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven in 2020 niet hoger uitkomt dan 4,7 %, wat overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,75 % van het bbp, waarmee de lidstaat een passend aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting zou volgen;

(2) alle meevallers aanwendt om het tekort terug te dringen; onverwachte tegenvallers aan de ontvangstenzijde compenseert met permanente begrotingsmaatregelen van hoge kwaliteit. De budgettaire consolidatiemaatregelen zouden op groeivriendelijke wijze een blijvende verbetering van het structurele overheidssaldo moeten waarborgen;

(3) uiterlijk op 15 april 2020 aan de Raad verslag uitbrengt over de maatregelen die in reactie op deze aanbeveling zijn genomen. Het verslag moet een voldoende gedetailleerd overzicht van de op geloofwaardige wijze aangekondigde maatregelen verschaffen, met een overzicht van de budgettaire consequenties van elke maatregel, om te voldoen aan het vereiste aanpassingstraject, alsmede bijgewerkte en gedetailleerde budgettaire prognoses voor 2020.

Deze aanbeveling is gericht tot Hongarije.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De Voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) PB C 223 van 27.6.2018, blz. 1.
(3) PB C 460 van 21.12.2018, blz. 4.
(4) De netto primaire overheidsuitgaven omvatten de totale overheidsuitgaven zonder rekening te houden met rente-uitgaven, uitgaven in het kader van programma's van de Unie die volledig met inkomsten uit fondsen van de Unie worden gefinancierd en niet-discretionaire veranderingen in de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Nationaal gefinancierde bruto-investeringen in vaste activa worden gespreid over een periode van vier jaar. Er wordt rekening gehouden met discretionaire inkomstenmaatregelen of bij wet verplicht gestelde inkomstenstijgingen. Eenmalige maatregelen aan zowel de inkomsten- als uitgavenzijde worden uitgevlakt.
(5) PB C 210 van 21.6.2019, blz. 4.
(6) Aanbeveling van de Raad van 9 juli 2019 over het nationale hervormingsprogramma 2019 van Hongarije en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2019 van Hongarije (PB C 301 van 5.9.2019, blz. 101).
(7) https://ec.europa.eu/info/files/hungary-report-council-recommendations-under-significant-deviation-procedure_en