Overwegingen bij COM(2019)619 - Meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het doel van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) zoals omschreven in Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad 17 is ervoor te zorgen dat de exploitatie van de biologische rijkdommen van de zee tot duurzame economische, ecologische en sociale omstandigheden leidt.

(2) Bij Besluit 98/392/EG van de Raad 18 heeft de Unie haar goedkeuring gehecht aan het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en aan de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden, waarin beginselen en regels met betrekking tot de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee zijn vastgesteld. De Unie neemt in het kader van haar ruimere internationale verplichtingen deel aan de inspanningen die in internationale wateren worden geleverd om de visbestanden in stand te houden.

(3) De Unie is partij bij het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen 19 (hierna “het verdrag” genoemd).

(4) De Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) heeft tijdens haar 21e bijzondere vergadering in 2018 Aanbeveling 18-02 tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (hierna “het beheersplan” genoemd) vastgesteld. Het beheersplan volgt op het advies van het Permanent Comité voor onderzoek en statistiek van de Iccat (SCRS), waarin staat dat de Iccat in 2018 een meerjarig beheersplan voor het bestand moet opstellen omdat de huidige toestand van het bestand niet langer lijkt te nopen tot de in het kader van het herstelplan voor blauwvintonijn (vastgesteld in Aanbeveling 17-07 tot wijziging van Aanbeveling 14-04) ingevoerde noodmaatregelen.

(5) Aanbeveling 18-02 strekt tot intrekking van Aanbeveling 17-07 houdende wijziging van Aanbeveling 14-04 tot vaststelling van een herstelplan voor blauwvintonijn, dat in het recht van de Unie is omgezet bij Verordening (EU) 2016/1627 van het Europees Parlement en de Raad 20 .

(6) Deze verordening moet, in voorkomend geval, de volgende aanbevelingen van de Iccat geheel of gedeeltelijk ten uitvoer leggen: 06-07 21 , 18-10 22 , 96-14 23 , 13-13 24 en 16-15 25 .

(7) De standpunten die de Unie inneemt in regionale organisaties voor visserijbeheer moeten op het beste beschikbare wetenschappelijke advies zijn gebaseerd, teneinde ervoor te zorgen dat de visbestanden overeenkomstig de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden beheerd, met name overeenkomstig de doelstelling van een geleidelijk herstel en behoud van de populaties van visbestanden boven een biomassaniveau dat de maximale duurzame opbrengst (MDO) kan opleveren, en overeenkomstig de doelstelling om de voorwaarden te creëren om de visserijsector en de verwerkende industrie, alsook visserijgerelateerde activiteiten aan land economisch levensvatbaar en concurrerend te maken. Volgens het door het SCRS uitgebrachte verslag van 2018 26 zijn vangsten van blauwvintonijn met een visserijsterfte F0,1 in lijn met een visserijsterfte die strookt met het bereiken van de maximale duurzame opbrengst (Fmdo). Er wordt van uitgegaan dat de biomassa van het bestand zich bevindt op een peil dat de maximale duurzame opbrengst (MDO) waarborgt. B0,1 fluctueert in functie van de rekrutering: bij een gemiddeld en laag rekruteringsniveau ligt ze boven dat peil en bij een hoog rekruteringsniveau eronder.

(8) Het beheersplan houdt rekening met de specifieke kenmerken van de verschillende soorten vistuig en visserijtechnieken. Bij de uitvoering van het beheersplan dienen de Unie en de lidstaten te streven naar de bevordering van de kustvisserij en het gebruik van vistuigen en visserijtechnieken die selectief en minder milieubelastend zijn alsook van vistuig en technieken die in de traditionele en de ambachtelijke visserij worden gebruikt, om zo bij te dragen tot een redelijke levensstandaard voor de lokale economie.

(9) Ter waarborging van de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid is Uniewetgeving vastgesteld om een systeem voor controle, inspectie en handhaving op te zetten, dat onder meer illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) visserij bestrijdt. In het bijzonder is bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad 27 een Unieregeling voor controle, inspectie en handhaving vastgesteld die een alomvattende en geïntegreerde aanpak biedt en aldus naleving van alle regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid waarborgt. Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie 28 zijn uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgesteld. Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad 29 is een communautair systeem opgezet om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. Deze verordeningen bevatten reeds bepalingen inzake bijvoorbeeld visvergunningen en -machtigingen en bepaalde regels inzake volgsystemen voor vaartuigen die betrekking hebben op een aantal van de in Iccat-aanbeveling 18-02 vastgestelde maatregelen. Die bepalingen hoeven daarom niet in de onderhavige verordening te worden opgenomen.

(10) In Verordening (EU) nr. 1380/2013 is het begrip “minimuminstandhoudingsreferentiegrootte” vastgesteld. Omwille van de consistentie moet het Iccat-begrip “minimummaat” in het recht van de Unie worden omgezet als “minimuminstandhoudingsreferentiegrootte”.

(11) Overeenkomstig Iccat-aanbeveling 18-02 moet blauwvintonijn die is gevangen en die de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte niet haalt, worden teruggegooid, en geldt hetzelfde voor de vangsten van blauwvintonijn die de in de jaarlijkse visserijplannen vastgestelde bijvangstlimieten overschrijden. Met het oog op de naleving door de Unie van haar internationale verplichtingen uit hoofde van de Iccat, voorziet artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/98 van de Commissie 30 in afwijkingen van de in artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde aanlandingsverplichting voor blauwvintonijn. Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/98 worden enkele bepalingen omgezet van Iccat-aanbeveling 18-02 die vaartuigen die hun toegewezen quotum en/of het toegestane maximum aan bijvangsten hebben overschreden, ertoe verplichten om hun vangsten van blauwvintonijn terug te gooien. Onder het toepassingsgebied van die gedelegeerde verordening vallen ook vaartuigen die aan recreatievisserij doen. Bijgevolg hoeven dergelijke teruggooi- en vrijlatingsverplichtingen niet in deze verordening te worden opgenomen en worden de overeenkomstige bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/98 onverlet gelaten.

(12) Tijdens de jaarlijkse vergadering van 2018 erkenden de verdragsluitende partijen de noodzaak om de controles voor bepaalde activiteiten met betrekking tot blauwvintonijn te versterken. Daartoe is tijdens de jaarlijkse vergadering van 2018 overeengekomen dat de voor kwekerijen verantwoordelijke verdragsluitende partijen ervoor moeten zorgen dat kooiverrichtingen volledig traceerbaar zijn en dat zij aselecte controles op basis van een risicoanalyse moeten uitvoeren.

(13) Verordening (EU) nr. 640/2010 voorziet in een elektronisch vangstdocument voor blauwvintonijn (electronic bluefin tuna catch document – eBCD), waarmee Iccat-aanbeveling 09-11 tot wijziging van aanbeveling 08-12 wordt omgezet. De aanbevelingen 17-09 en 11-20 over de toepassing van het eBCD zijn onlangs ingetrokken bij de aanbevelingen 18-12 en 18-13. Daarom is Verordening (EU) nr. 640/2010 achterhaald en is de Commissie voornemens een nieuwe verordening vast te stellen om uitvoering te geven aan de meest recente Iccat-voorschriften inzake het eBCD. Bijgevolg dient deze verordening niet te verwijzen naar Verordening (EU) nr. 640/2010, maar meer in het algemeen naar het door de Iccat aanbevolen vangstdocumentatieprogramma.

(14) Rekening houdend met het feit dat bepaalde aanbevelingen van de Iccat frequent worden gewijzigd door de verdragsluitende partijen bij de Iccat en waarschijnlijk in de toekomst verder zullen worden gewijzigd, moet, om toekomstige Iccat-aanbevelingen tot wijziging of aanvulling van het Iccat-beheersplan snel in het recht van de Unie om te zetten, de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen aan de Commissie worden overgedragen voor de volgende zaken: de termijnen voor het streefdoel voor de visserijsterfte dat nodig is om de biomassa van het bestand op een niveau te houden dat in overeenstemming is met de MDO; termijnen voor het verstrekken van informatie, perioden voor visseizoenen; minimuminstandhoudingsreferentiegrootten; percentages en parameters, de aan de Commissie te verstrekken informatie; taken van nationale waarnemers en regionale waarnemers, redenen voor het weigeren van de toestemming om vis over te hevelen; redenen om vangsten in beslag te nemen en de vrijlating van vis te bevelen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 31 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(15) De Commissie, die de Unie in de vergaderingen van de Iccat vertegenwoordigt, stemt jaarlijks in met een aantal zuiver technische Iccat-aanbevelingen, met name betreffende capaciteitsbeperkingen, logboekvoorschriften, vangstaangifteformulieren, aangiften van overlading en van overheveling, minimuminformatie voor vismachtigingen, het minimumaantal vissersvaartuigen in het kader van de Iccat-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie; specificaties van de inspectie- en waarnemersregeling, normen voor video-opname, vrijgaveprotocollen, normen voor de behandeling van dode vis, kooiverklaringen, of normen voor volgsystemen voor vaartuigen, die worden geïmplementeerd door de bijlagen I tot en met XV bij deze verordening. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging of aanvulling van de bijlagen I tot en met XV overeenkomstig de gewijzigde of aangevulde Iccat-aanbevelingen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 32 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(16) De Iccat-aanbevelingen voor de visserij op blauwvintonijn (activiteiten in verband met de vangst, de overheveling, het vervoer, het kooien, de kweek, de oogst en de overdracht) zijn zeer dynamisch. Er worden constant nieuwe technologieën voor de controle en het beheer van de visserij (d.w.z. stereoscopische camera’s en alternatieve methoden) ontwikkeld die op uniforme wijze door de lidstaten moeten worden toegepast. Evenzo moeten waar nodig operationele procedures worden ontwikkeld, om de lidstaten te helpen de in deze verordening vastgelegde Iccat-regels na te leven. Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend met betrekking tot uitvoeringsbepalingen voor de overdracht van levende blauwvintonijn, overhevelingsverrichtingen en kooiverrichtingen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 33 .

(17) De gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen waarin deze verordening voorziet, laten de omzetting van toekomstige Iccat-aanbevelingen in het recht van de Unie volgens de gewone wetgevingsprocedure onverlet.

(18) Aangezien deze verordening in een nieuw en omvattend beheersplan voor blauwvintonijn zal voorzien, moeten de in de Verordeningen (EU) 2017/2107 34 en (EU) 2019/833 35 vastgestelde bepalingen betreffende blauwvintonijn worden geschrapt. Het deel van artikel 43 van Verordening (EU) 2017/2107 dat op zwaardvis in de Middellandse Zee betrekking heeft, is opgenomen in Verordening (EU) 2019/1154 36 . Sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1936/2001 37 moeten eveneens worden geschrapt. Verordening (EU) 2017/2107, Verordening (EG) nr. 1936/2001 en Verordening (EU) 2019/833 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(19) Iccat-aanbeveling 17-07 is ingetrokken bij Aanbeveling 18-02, aangezien de toestand van het bestand niet meer noopt tot de noodmaatregelen uit hoofde van het bij die aanbeveling vastgestelde herstelplan voor blauwvintonijn. Verordening (EU) 2016/1627, waarbij het herstelplan ten uitvoer is gelegd, moet derhalve worden ingetrokken.