Overwegingen bij COM(2019)631 - EU position on the scheduling of substances under the Single Convention on Narcotic Drugs of 1961, as amended by the 1972 Protocol, and Convention on Psychotropic Substances 1971

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties (VN) inzake verdovende middelen van 1961, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1972 14 , hierna het “Verdrag inzake verdovende middelen” genoemd, is op 8 augustus 1975 in werking getreden.

(2) Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag inzake verdovende middelen kan de Commissie Verdovende Middelen besluiten bepaalde stoffen toe te voegen aan de aan dat Verdrag gehechte lijsten. Zij kan de lijsten alleen wijzigen in overeenstemming met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), maar zij kan ook besluiten de door de WHO aanbevolen wijzigingen niet aan te brengen.

(3) Het VN-Verdrag inzake psychotrope stoffen van 1971, hierna het “Verdrag inzake psychotrope stoffen” genoemd 15 , is op 16 augustus 1976 in werking getreden.

(4) Overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag inzake psychotrope stoffen kan de Commissie Verdovende Middelen op grond van aanbevelingen van de WHO besluiten bepaalde stoffen aan de aan dat Verdrag gehechte lijsten toe te voegen of daarvan af te voeren. Zij beschikt over een ruime discretionaire bevoegdheid om rekening te houden met economische, sociale, juridische, administratieve en andere factoren, maar mag niet willekeurig handelen.

(5) Wijzigingen van de aan beide verdragen gehechte lijsten hebben directe gevolgen voor het toepassingsgebied van het Unierecht op het gebied van drugscontrole. Kaderbesluit 2004/757/JBZ 16 van de Raad is van toepassing op de stoffen die zijn opgenomen in de lijsten bij deze verdragen. Iedere wijziging van de aan de verdragen gehechte lijsten heeft dus rechtstreeks gevolgen voor de gemeenschappelijke regels van de Unie en wijzigt de strekking ervan, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie .

(6) De Commissie Verdovende Middelen zal op haar drieënzestigste zitting, die voorlopig gepland staat van 2 tot en met 6 maart 2020 in Wenen, besluiten vaststellen over de toevoeging van twaalf nieuwe stoffen aan de aan de VN-verdragen gehechte lijsten.

(7) De Unie is geen partij bij de betrokken VN-Verdragen. Zij heeft de status van waarnemer in de Commissie voor verdovende middelen, waarin in maart 2020 dertien lidstaten stemgerechtigd zullen zijn 17 . Daarom moet de Raad de lidstaten machtigen om het standpunt van de Unie over het toevoegen van stoffen aan de lijsten die zijn gehecht aan het Verdrag inzake verdovende middelen en het Verdrag inzake psychotrope stoffen uit te dragen, aangezien de besluiten betreffende het toevoegen van nieuwe stoffen aan de lijsten die aan die verdragen zijn gehecht, onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen.

(8) De WHO heeft aanbevolen om twee nieuwe stoffen toe te voegen aan lijst I bij het Verdrag inzake verdovende middelen en één nieuwe stof aan lijst I, zeven nieuwe stoffen aan lijst II en twee nieuwe stoffen aan lijst IV bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen 18 .

(9) Alle stoffen die door het WHO-deskundigencomité inzake drugsafhankelijkheid (hierna “deskundigencomité”) zijn beoordeeld en door de WHO worden aanbevolen voor toevoeging aan de lijsten, worden door het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (hierna “EWDD”) als een nieuwe psychoactieve stof gemonitord op grond van Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad 19 . Geen van de stoffen vormde het voorwerp van een initieel verslag of een risicobeoordeling op het niveau van de Unie.

(10) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is crotonylfentanyl (chemische naam: N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)-4-piperidinyl]-2-butenamide) een synthetisch opioïde dat qua structuur vergelijkbaar is met fentanyl, een aan controle onderworpen stof die in de geneeskunde op ruime schaal wordt gebruikt voor algehele anesthesie bij operaties en voor pijnbeheersing. Crotonylfentanyl heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat crotonylfentanyl wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat crotonylfentanyl wordt toegevoegd aan lijst I bij het Verdrag inzake verdovende middelen.

(11) Crotonylfentanyl is pas in het najaar van 2019 voor de eerste keer in de EU aangetroffen (in Nederland). Er zijn nog geen gevallen van overlijden of van acute vergiftiging in verband gebracht met de stof.

(12) De lidstaten zouden daarom het standpunt moeten innemen dat crotonylfentanyl aan lijst I bij het Verdrag inzake verdovende middelen moet worden toegevoegd.

(13) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is valerylfentanyl (ook “fentanylpentanamide” genoemd; chemische naam: N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)-4-piperidyl]pentanamide) een synthetisch opioïde. Valerylfentanyl heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat valerylfentanyl wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat valerylfentanyl wordt toegevoegd aan lijst I bij het Verdrag inzake verdovende middelen.

(14) Valerylfentanyl is in vier lidstaten aangetroffen en in ten minste vier lidstaten aan controle onderworpen. Er zijn nog geen gevallen van overlijden of van acute vergiftiging in verband gebracht met de stof.

(15) De lidstaten zouden daarom het standpunt moeten innemen dat valerylfentanyl aan lijst I bij het Verdrag inzake verdovende middelen moet worden toegevoegd.

(16) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is DOC (ook bekend als 2,5-dimethoxy-4-chlooramfetamine; chemische naam: 1-(4-chloor-2,5-dimethoxyfenyl)propaan-2-amine) een fenethylamine. DOC heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat DOC wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat DOC wordt opgenomen in lijst I bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(17) DOC is in 27 lidstaten aangetroffen en in ten minste 12 lidstaten aan controle onderworpen. De stof is in verband gebracht met ten minste één sterfgeval en vier gevallen van acute vergiftiging.

(18) De lidstaten zouden daarom het standpunt moeten innemen dat DOC aan lijst I bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(19) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is AB-FUBINACA (ook “FUB-AMB” genoemd; chemische naam: N-(1-amino-3-methyl-1-oxobutaan-2-yl)-1-(4-fluorbenzyl)-1H-indazool-3-carboxamide) een synthetisch cannabinoïde. AB-FUBINACA heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat AB-FUBINACA wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat AB-FUBINACA wordt opgenomen in lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(20) AB-FUBINACA is in 24 lidstaten aangetroffen en in ten minste 13 lidstaten aan controle onderworpen. De stof is in verband gebracht met ten minste 20 sterfgevallen en 19 gevallen van acute vergiftiging.

(21) De lidstaten zouden daarom het standpunt moeten innemen dat AB-FUBINACA aan lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(22) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is 5F-AMB-PINACA (ook “5F-AMB”, “5F-MMB-PINACA”, “5-fluor AMB”, “5-fluor AMP” of “5F-AMP” genoemd; chemische naam: methyl 2-({[1-(5-fluorpentyl)-1H-indazool-3-yl]carbonyl}amino)-3-methylbutanoaat) een synthetisch cannabinoïde. 5F-AMB-PINACA heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat 5F-AMB-PINACA wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat 5F-AMB-PINACA wordt opgenomen in lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(23) 5F-AMB-PINACA is in 17 lidstaten aangetroffen en in ten minste acht lidstaten aan controle onderworpen. Deze stof is in verband gebracht met ten minste twee sterfgevallen en drie gevallen van acute vergiftiging.

(24) Daarom moeten de lidstaten het standpunt innemen dat 5F-AMB-PINACA aan lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(25) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is 5F-MDMB-PICA (ook “5F-MDMB-2201” of “MDMB-2201” genoemd; chemische naam: methyl 2-[[1-(5-fluorpentyl)indool-3-carbonyl]amino]-3,3-dimethyl-butanoaat) een synthetisch cannabinoïde. 5F-MDMB-PICA heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat 5F-MDMB-PICA wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat 5F-MDMB-PICA wordt opgenomen in lijst II bij het VN-Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(26) 5F-MDMB-PICA is in 22 lidstaten aangetroffen en in ten minste drie lidstaten aan controle onderworpen. Deze stof is in verband gebracht met ten minste acht sterfgevallen en een geval van acute vergiftiging.

(27) Daarom moeten de lidstaten het standpunt innemen dat 5F-MDMB-PICA aan lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(28) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is 4-F-MDMB-BINACA (ook “4F-ADB”, “4F-MDMB-BINACA” of “4F-MDMB-BUTINACA” genoemd; chemische naam: methyl 2-(1-(4-fluorbutyl)-1H-indazool-3-carboxamido)-3,3-dimethylbutanoaat) een synthetisch cannabinoïde. 4-F-MDMB-BINACA heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat 4-F-MDMB-BINACA wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat 4-F-MDMB-BINACA wordt opgenomen in lijst II bij het VN-Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(29) 4-F-MDMB-BINACA is in 14 lidstaten aangetroffen en in ten minste een lidstaat aan controle onderworpen. Deze stof is in verband gebracht met ten minste een geval van acute vergiftiging. 4-F-MDMB-BINACA was in april 2019 het voorwerp van een briefing in het kader van het EU-systeem voor vroegtijdige waarschuwing.

(30) Daarom moeten de lidstaten het standpunt innemen dat 4-F-MDMB-BINACA aan lijst II van het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(31) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is 4-CMC (ook “4-chloormethcathinon” of “clefedron” genoemd; chemische naam: 1-(4-chloorfenyl)-2-(methylamino)propaan-1-one) een synthetisch cathinon, dat structureel gerelateerd is aan mephedrone 20 , een in de lijsten bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen opgenomen stof. 4-CMC heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat 4-CMC wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat 4-CMC wordt opgenomen in lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(32) 4-CMC is in 24 lidstaten aangetroffen en in ten minste acht lidstaten aan controle onderworpen. Deze stof is in verband gebracht met ten minste vier sterfgevallen en drie gevallen van acute vergiftiging.

(33) Daarom moeten de lidstaten het standpunt innemen dat 4-CMC aan lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(34) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is N-ethylhexedron (ook “NEH”, “Hexen”, “Ethyl-Hex”, “Ethyl-hexedron” of “HEX-EN” genoemd; chemische naam: 2-(ethylamino)-1-fenylhexaan-1-on) een synthetisch cathinon. N-ethylhexedron heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat N-ethylhexedron wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat N-ethylhexedron wordt opgenomen in lijst II bij het VN-Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(35) N-ethylhexedron is in 23 lidstaten aangetroffen en in ten minste zes lidstaten aan controle onderworpen. De stof is in verband gebracht met ten minste 31 sterfgevallen en negen gevallen van acute vergiftiging.

(36) De lidstaten zouden daarom het standpunt moeten innemen dat N-ethylhexedron aan lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(37) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is alpha-PHP (ook PV-7, α-PHP, α-pyrrolidinohexanophenon genoemd; chemische naam: 1-fenyl-2-(pyrrolidine-1-yl)hexaan-1-one) een synthetisch cathinon. Dit is een hogere homoloog van alpha-PVP 21 , dat is opgenomen in de lijsten bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen. Alpha-PHP heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat alpha-PHP wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat alpha-PHP wordt opgenomen in lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(38) Alpha-PHP is in 21 lidstaten aangetroffen en in ten minste zeven lidstaten aan controle onderworpen. Deze stof is in verband gebracht met ten minste 27 sterfgevallen en twee gevallen van acute vergiftiging.

(39) De lidstaten zouden daarom het standpunt moeten innemen dat alpha-PHP aan lijst II bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(40) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is flualprazolam (ook bekend als Ro 11-5073/000; chemische naam: 8-chloor-6-(2-fluorfenyl)-1-methyl-4H-[1,2,4]triazool[4,3-a][1,4]benzodiazepine) een benzodiazepine. Flualprazolam heeft geen therapeutische toepassingen en heeft geen vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel verkregen. Er is voldoende bewijs voorhanden dat flualprazolam wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat flualprazolam wordt opgenomen in lijst IV bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(41) Flualprazolam is in acht lidstaten aangetroffen en in ten minste twee lidstaten aan controle onderworpen. Het is in verband gebracht met ten minste 26 sterfgevallen. Flualprazolam was in maart 2019 het voorwerp van een briefing in het kader van het EU-systeem voor vroegtijdige waarschuwing.

(42) Daarom moeten de lidstaten het standpunt innemen dat flualprazolam aan lijst IV bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(43) Volgens de beoordeling van het deskundigencomité is etizolam (ook Y-7131 of Depas genoemd; chemische naam: 4-(2-chloorfenyl)-2-ethyl-9-methyl-6H-thieno[3,2-f][1,2,4]triazool[4,3-a][1,4]diazepine) een stof van het benzodiazepine-type. Etizolam is door het deskundigencomité driemaal geëvalueerd, het meest recentelijk in 2017. Er is voldoende bewijs voorhanden dat etizolam wordt of kan worden misbruikt en een probleem voor de volksgezondheid en een sociaal probleem kan vormen, waardoor het gerechtvaardigd is de stof onder internationale controle te brengen. Derhalve beveelt de WHO aan dat etizolam wordt opgenomen in lijst IV bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen.

(44) Etizolam is in 21 lidstaten aangetroffen en in ten minste zeven lidstaten aan controle onderworpen. Het is in verband gebracht met 43 sterfgevallen 22 . Hoewel etizolam in verschillende landen (Japan, Italië, India) een toegelaten geneesmiddel 23 is, wordt aangenomen dat de stof die in Europa op de drugsmarkt wordt verkocht, voornamelijk niet is verkregen uit geneesmiddelen, maar in bulk als poeder wordt gekocht van chemische bedrijven die buiten Europa gevestigd zijn. Vervolgens wordt de stof in de Unie ingevoerd met behulp van expresse koeriers- en vrachtdiensten en dan meestal in tabletvorm verkocht, hetzij als etizolam, hetzij zogenaamd als diazepam en alprazolam. Etizolam wordt vaak als “straatvalium” verkocht. Er is in de Unie maar een klein aantal gevallen met betrekking tot etizolam dat spontaan aan EudraVigilance (EV) is gemeld en aan de hand van de gestandaardiseerde MedDRA-zoekopdracht “Drug abuse, dependence and withdrawal” kan worden geidentificeerd 24 . In 2017 was etizolam, zowel qua aantal gevallen als qua hoeveelheid, de in het algemeen meest in beslag genomen benzodiazepine die via het EU-systeem voor vroegtijdige waarschuwing werd gemeld. Eizolam was in maart 2019 het voorwerp van een briefing in het kader van het EU-systeem voor vroegtijdige waarschuwing.

(45) Daarom moeten de lidstaten het standpunt innemen dat etizolam aan lijst IV bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen moet worden toegevoegd.

(46) Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Commissie voor verdovende middelen, aangezien de besluiten over de toevoeging van 12 nieuwe stoffen aan de lijsten een beslissende invloed zal kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht, te weten Kaderbesluit 2004/757/JBZ.

(47) Het standpunt van de Unie zal tot uiting worden gebracht door de gezamenlijk optredende lidstaten die lid zijn van de Commissie voor verdovende middelen.

(48) Denemarken is gebonden door Kaderbesluit 2004/757/JBZ, zoals van toepassing tot 21 november 2018, en neemt derhalve deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit.

(49) Ierland is gebonden door Kaderbesluit 2004/757/JBZ en neemt derhalve deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit.

(50) Kaderbesluit 2004/757/JBZ is niet bindend voor het Verenigd Koninkrijk, dat derhalve niet deelneemt aan de vaststelling van dit besluit en er noch door gebonden is, noch onderworpen is aan de toepassing ervan.