Overwegingen bij COM(2020)136 - Standpunt EU in de Algemene Vergadering van de Unie van Lissabon

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Europese Unie is bij Besluit (EU) 2019/1754 van de Raad van 7 oktober 2019 4 toegetreden tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (“de overeenkomst”). De overeenkomst is op 26 februari 2020 in werking getreden.

(2) Ingevolge artikel 22, lid 2, onder a), i), van de overeenkomst kan de Algemene Vergadering van de Unie van Lissabon besluiten vaststellen betreffende de instandhouding en de ontwikkeling van de bijzondere unie en de toepassing van de overeenkomst.

(3) De Algemene Vergadering van de Unie van Lissabon kan tijdens haar jaarlijkse bijeenkomst in het kader van de Algemene Vergadering van de WIPO van 21 tot en met 29 september 2020 een besluit vaststellen waarin wordt bepaald of en in welke mate kwijtingen van de inkomstenbronnen van de bijzondere unie niet volstaan om de kosten te dekken, als gevolg waarvan de overeenkomstsluitende partijen bijzondere bijdragen moeten betalen overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder v), van de overeenkomst.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens die bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de Unie van Lissabon, aangezien het besluit voor de Unie bindend zal zijn.

(5) De Unie moet zich, binnen de beschikbare begrotingsmiddelen, kunnen aansluiten bij een consensus over een besluit van de Algemene Vergadering van de Unie van Lissabon op grond van artikel 24, lid 2, onder v), van de overeenkomst. Een dergelijk besluit is nodig opdat de Unie de betaling zou kunnen verrichten overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad 5 ,