Overwegingen bij COM(2020)320 - Wijziging van Beschikking 2008/376 vaststelling onderzoeksprogramma Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 5 oktober 2016 heeft de Unie de Overeenkomst van Parijs geratificeerd 28 . De partijen die deze internationale overeenkomst hebben bekrachtigd, zijn ertoe opgeroepen de wereldwijde reactie op het gevaar van klimaatverandering te versterken en de stijging van de temperatuur op aarde ruim onder de 2 °C te houden.

(2) In overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs heeft de Europese Commissie op 11 december 2019 de “Europese Green Deal” bekendgemaakt waarmee de Commissie zich ertoe verbindt “de problemen in verband met klimaat en milieu op te lossen” en “de EU [...] om [te] vormen tot een eerlijke en welvarende samenleving, met een moderne, hulpbronnenefficiënte en concurrerende economie, waar vanaf 2050 netto geen broeikasgassen meer worden uitgestoten en economische groei is losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen” 29 . In de mededeling over de Green Deal, waarin een nieuwe groeistrategie wordt voorgesteld, wordt duidelijk gemaakt dat het nodig is om schone innovatieve staaltechnologieën te ondersteunen die tegen 2030 tot een koolstofvrij staalproductieproces moeten leiden en om na te gaan of daarvoor kan worden gebruikgemaakt van een deel van de middelen uit de liquidatie van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. In de mededeling over de Europese Green Deal wordt ook gesteld dat “alle acties en beleidsmaatregelen van de EU [...] op één doel [moeten] worden gericht: de EU helpen om een succesvolle en rechtvaardige transitie naar een duurzame toekomst tot stand te brengen”. In overeenstemming met het in de mededeling over de Europese Green Deal verankerde niet-schadenbeginsel worden de onderzoeksdoelstellingen van het RFCS-onderzoeksprogramma nu herzien om te zorgen dat activiteiten die de winning, de verwerking en het onverminderde gebruik van kolen in stand houden, in dit kader niet langer voor ondersteuning in aanmerking komen.

(3) De Unie zet zich in voor een ambitieus klimaatbeleid en heeft een regelgevingskader ingesteld om de broeikasgasemissiereductiedoelen voor 2030 te bereiken. Meer specifiek wordt bij Verordening (EU) 2018/1999 30 de wettelijke basis gelegd voor een betrouwbare, inclusieve, kostenefficiënte, transparante en voorspelbare governance van de energie-unie en de klimaatactie (governancemechanisme), waardoor wordt gegarandeerd dat de doelstellingen en streefcijfers van de energie-unie voor 2030 en voor de lange termijn worden gehaald overeenkomstig de Overeenkomst van Parijs van 2015 inzake klimaatverandering.

(4) In haar mededeling “Een investeringsplan voor een duurzaam Europa – Investeringsplan voor de Europese Green Deal” heeft de Commissie haar voornemen aangekondigd een herziening van Beschikking 2008/376/EG van de Raad 31 voor te stellen, onder meer om de financiering van grote baanbrekende O&I-projecten op het gebied van schone staalproductie en onderzoeksactiviteiten in de kolensector overeenkomstig de beginselen van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie mogelijk te maken.

(5) Daarbij wordt in het controle- en beoordelingsverslag voor het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (“het RFCS-onderzoeksprogramma” (Research Fund for Coal and Steel)) aanbevolen de in hoofdstuk II, afdelingen 3 en 4, van Beschikking 2008/376/EG van de Raad genoemde onderzoeksdoelstellingen voor kolen en staal te wijzigen en baanbrekend onderzoek in de staalsector en emblematische projecten in de kolensector te ondersteunen.

(6) Daarom moeten de doelstellingen van het RFCS-onderzoeksprogramma in overeenstemming worden gebracht met internationale overeenkomsten, zoals de Overeenkomst van Parijs, en met de wetenschappelijke, technologische en politieke doelstellingen van de Unie ten aanzien van klimaatneutraliteit tegen 2050.

(7) Medegeprogrammeerde partnerschappen zijn doeltreffend gebleken voor het bundelen van middelen rond een gemeenschappelijke Europese onderzoeksdoelstelling. Met het oog op het streven naar een klimaatneutrale economie tegen 2050 moet de mogelijkheid om via medegeprogrammeerde Europese partnerschappen, in samenspel met andere programma’s, steun te verlenen, worden vastgelegd. Een Europees partnerschap kan een ideaal instrument zijn om middelen te bundelen om onderzoek naar baanbrekende technologieën voor de beperking van de CO2-uitstoot in de staalsector te ondersteunen.

(8) Beschikking 2008/376/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.