Overwegingen bij COM(2020)746 - Economisch beleid van de eurozone

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2020)746 - Economisch beleid van de eurozone.
document COM(2020)746 NLEN
datum 18 november 2020
 
(1) Als gevolg de COVID-19-pandemie heeft de economie van de eurozone in de eerste helft van 2020 een plotselinge en diepe recessie doorgemaakt en blijft zij kwetsbaar voor de aanhoudende gezondheidscrisis. De COVID-19-crisis heeft een reeks grote schokken aan zowel vraag- als aanbodzijde veroorzaakt, die leiden tot een verwachte daling van het bbp met 7,8 % in 2020. Wellicht zal het herstel in 2021 langzamer verlopen dan eerder werd verwacht en zal een grote outputgap van ongeveer -7,0 % van het potentiële bbp in 2020 tegen het einde van 2021 niet worden gedicht. Door de evolutie van de pandemie en gedragsveranderingen door economische subjecten blijven de economische vooruitzichten vrij onzeker. Het snelle ingrijpen op zowel nationaal niveau als op het niveau van de Unie, onder meer via het NextGenerationEU-pakket, heeft zeker bijgedragen tot een beperking van een aantal negatieve gevolgen van de schok en tot de stabilisering van de markten. Zowel de particuliere consumptie als de investeringen werden zwaar getroffen, waardoor de prijzen en lonen negatief werden beïnvloed. De arbeidsmarktvooruitzichten zijn verslechterd nadat zij zeven jaar lang verbeterden. Dankzij de geslaagde uitvoering van ambitieuze beleidsmaatregelen in alle lidstaten — zoals werktijdverkortingsregelingen en andere ondersteunende beleidsmaatregelen om massaontslagen en grote inkomensverliezen te voorkomen — bleef de toename van de werkloosheid echter beperkt ten gevolge van een daling in de activiteitsgraad: ontmoedigde werkenden hebben immers de arbeidsmarkt verlaten en het totale aantal gewerkte uren is gedaald.

(2) De COVID-19-crisis vergroot de economische verschillen tussen de lidstaten van de eurozone. Deze verschillen worden veroorzaakt door een aantal factoren, waaronder: de intensiteit en het tijdstip van de eerste COVID-19-schok; de relatieve omvang en het economische belang van de contactintensieve sectoren (bv. toerisme en horeca) en de verschillen in de beschikbare budgettaire ruimte. Deze verschillen zijn van invloed op het vertrouwen en op de investerings- en groeivooruitzichten en kunnen de reeds bestaande regionale verschillen nog vergroten. Op langere termijn dreigt de huidige COVID-19-crisis permanente negatieve gevolgen te hebben voor potentiële groei en inkomenskloven als gevolg van een lager menselijk en fysiek kapitaal (zowel materieel als immaterieel). Dat zou kunnen leiden tot een nog lagere groei van de arbeidsproductiviteit en de inkomens.

(3) De snelle en krachtige reactie van de Unie, met onder meer NextGenerationEU, dat de Europese faciliteit voor herstel en veerkracht omvat, heeft het marktvertrouwen versterkt en de eensgezindheid van de lidstaten aangetoond over een gecoördineerde inspanning om de economische groei weer op gang te brengen en de economische en sociale veerkracht te versterken. Over een aantal nieuwe instrumenten voor de Unie en de eurozone werd ook onmiddellijk overeenstemming bereikt. Deze instrumenten bieden reeds een vangnet voor werkenden (via het Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand - SURE 3 ), voor bedrijven (via een regeling van de Europese Investeringsbank) en voor lidstaten om de financieringskosten van staatsschulden te stabiliseren, onder meer via het instrument voor crisisondersteuning bij een pandemie van het Europees stabilisatiemechanisme 4 . De beleidsrespons van de Unie omvatte ook de activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact en een tijdelijke kaderregeling om de flexibiliteit in het kader van de EU-staatssteunregels te gebruiken 5 . De middelen van het cohesiebeleid werden herverdeeld via het corona-investeringsinitiatief plus (CRII en CRII+) 6 naar waar zij het hardst nodig zijn.

(4) De tenuitvoerlegging van goed doordachte beleidsmaatregelen in de context van NextGenerationEU en het belangrijkste instrument ervan, de Europese faciliteit voor herstel en veerkracht, zal de lidstaten helpen groeibevorderende hervormingen aan te vatten en het niveau en de kwaliteit van de investeringen te verhogen, overeenkomstig de doelstellingen inzake veerkracht en de groene en digitale transities. Dit zou moeten helpen om menselijk kapitaal op te bouwen en werkenden van baan te laten veranderen, wat samen met de middelen van het cohesiebeleid essentieel zal zijn om de cohesie te waarborgen, productiviteit te bevorderen en de economische en sociale veerkracht te vergroten. De groeidoelstellingen van de EU en de nationale structurele uitdagingen, met inbegrip van degene die in de landspecifieke aanbevelingen van 2019 en 2020 zijn vastgesteld, zijn van cruciaal belang. De jaarlijkse strategie voor duurzame groei 7 , die deze doelstellingen bevordert, benoemt zeven vlaggenschipinitiatieven: 1) versnellen, 2) renoveren, 3) opladen en bijtanken, 4) verbinden, 5) moderniseren, 6) opschalen en 7) om- en bijscholen. Dat zijn gemeenschappelijke uitdagingen waarvoor gecoördineerde investeringen en hervormingen nodig zijn. De lidstaten moeten investeringen kanaliseren, hervormingen doorvoeren en hun waardeketens verder integreren in deze kerngebieden. De voorgestelde verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht bepaal onder meer dat de plannen van de lidstaten van de eurozone voor herstel en veerkracht consistent moeten zijn met de uitdagingen en prioriteiten die zijn vastgesteld in de aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone. Bij de beoordeling van de plannen voor herstel en veerkracht moet met deze consistentie rekening worden gehouden.

(5) De eurozone heeft een ondersteunende, gecoördineerde, alomvattende en consistente beleidsmix nodig om de gevolgen van de COVID-19-pandemie op te vangen. De bedoeling is negatieve gevolgen op lange termijn voor de arbeidsmarkt te beperken, significante economische en sociale verschillen te verkleinen, onevenwichtigheden en andere macrosignificante risico’s aan te pakken en in ruimere zijn negatieve gevolgen voor de potentiële economische groei op middellange termijn te voorkomen. De onderlinge samenhang van de drie kerndimensies van de beleidsmix van de eurozone — monetair, budgettair en structureel — is essentieel om een ondersteunende geaggregeerde beleidskoers voor de eurozone te waarborgen.

(6) Door tijdig in te grijpen in het monetaire beleid wilde de Europese Centrale Bank (ECB) de monetaire transmissiekanalen intact houden en de prijsstabiliteit op middellange termijn waarborgen. De ECB kondigde aanzienlijke extra aankopen aan van activa uit de publieke en de particuliere sector, ten bedrage van EUR 1470 miljard in het kader van het programma voor de aankoop van activa (APP, EUR 120 miljard EUR tot eind 2020) 8 en het pandemie-noodaankoopprogramma (PEPP, EUR 1350 miljard EUR tot ten minste midden 2021) 9 .

(7) De begrotingskoers zal naar verwachting in 2020 zeer expansief zijn en in 2021 zowel op het niveau van de eurozone als op nationaal niveau ondersteunend blijven. De coördinatie van het nationale begrotingsbeleid, met volledige inachtneming van het stabiliteits- en groeipact, is van essentieel belang voor een doeltreffende respons op de COVID-19-schok en de goede werking van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Op 20 maart 2020 heeft de Commissie geconcludeerd dat de economie een ernstige economische neergang doormaakte en dat aan de voorwaarden voor activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact was voldaan. Deze conclusie werd onderschreven door de ministers van Financiën van de lidstaten 10 . De lidstaten hebben omvangrijke begrotingsmaatregelen genomen om de pandemie in te dammen en steun te verlenen aan personen en bedrijven die bijzonder getroffen werden, met inbegrip van uitzonderlijke liquiditeitssteun, voornamelijk via garanties aan bedrijven en banken om de kredietstroom te waarborgen. Verdere gecoördineerde begrotingssteun zal op EU-niveau worden verleend, met name via de faciliteit voor herstel en veerkracht.

(8) De economische gevolgen van COVID-19 hebben grote negatieve gevolgen voor de overheidsfinanciën. Zodra de gezondheids- en economische omstandigheden dit toelaten, zal een heroriëntering van het begrotingsbeleid in de richting van prudente begrotingsposities op middellange termijn, onder meer door het geleidelijk afschaffen van steunmaatregelen voor bedrijven en burgers, bijdragen aan de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn. Dit moet gebeuren op een wijze die de gevolgen van de crisis op sociaal vlak en op de arbeidsmarkt verzacht. Hervormingen die erop gericht zijn de samenstelling van nationale begrotingen te verbeteren en de houdbaarheid van de begroting op langere termijn te waarborgen, met inbegrip van problemen inzake klimaatverandering en gezondheidsproblemen, lijken bijzonder relevant. Het verbeteren van de samenstelling van de nationale begrotingen, met name door uitgaventoetsingen en doeltreffende kaders voor overheidsopdrachten, kan de broodnodige begrotingsruimte creëren. Groene begrotingspraktijken kunnen ook helpen bij het aanpakken van problemen op het gebied van klimaatmitigatie en milieubescherming. Adequate, efficiënte en inclusieve stelsels voor gezondheidszorg en sociale bescherming bieden hoognodige bescherming aan degenen die er meer behoefte aan hebben, zijn automatische stabilisatoren en zouden de houdbaarheid van de begroting moeten vrijwaren. Evenzo verhogen hervormingen die de werking van de arbeids-, kapitaal, product- en dienstenmarkten versterken — door gepaste uitvoering en volgorde — de potentiële output, waarbij een negatief kortetermijneffect op de totale vraag wordt vermeden.

(9) De COVID-19-crisis versterkt het belang van hervormingen voor efficiëntere en eerlijkere stelsels van overheidsinkomsten. Aangezien de belastingwig op arbeid in de meeste lidstaten van de eurozone hoog blijft, omvatten deze hervormingen een verschuiving van de belastingdruk naar belastinggrondslagen die minder nadelig zijn voor het arbeidsaanbod, de productiviteit, de investeringen en de groei, waarbij rekening wordt gehouden met de daarmee samenhangende verdelingseffecten. Een intensiever gebruik van milieubelastingen en/of andere vormen van prijsstelling van externe effecten kan bijdragen tot duurzame groei door “groener” gedrag te stimuleren. Maatregelen tegen agressieve fiscale planning en belastingontwijking, zowel internationaal als in de Unie, kunnen belastingstelsels efficiënter en eerlijker maken. Bovendien hebben de globalisering en de digitalisering van de economie geleid tot een ontkoppeling tussen de plaats waar de waarde wordt gecreëerd en de plaats waar belastingen worden betaald. Er wordt gewerkt aan een op wereldwijde consensus gebaseerde oplossing om binnen het kader van de OESO de fiscale uitdagingen aan te pakken die voortvloeien uit de digitalisering van de economie.

(10) Dat hervormingen die investeringsknelpunten en beperkingen aan de aanbodzijde aanpakken, zo snel mogelijk worden doorgevoerd, is van bijzonder belang gezien de hoge mate van onzekerheid door de COVID-19-schok en de negatieve gevolgen ervan op investeringen. Maatregelen die de absorptie van EU-middelen en een doeltreffend en efficiënt gebruik van de middelen versnellen, zijn van essentieel belang, met name in de lidstaten die in dat opzicht achterblijven en waar EU-middelen een aanzienlijk deel van de investeringen financieren. Hervormingen die de administratieve lasten voor ondernemingen verminderen (bv. digitalisering van overheidsdiensten, met inbegrip van elektronische identificatie, justitiële hervormingen) en misbruik van middelen (bv. corruptie, fraude en witwassen 11 ) voorkomen, kunnen het ondernemingsklimaat verbeteren en investeringen en het creëren van banen en ondernemingen helpen stimuleren.

(11) De COVID-19-crisis heeft voor veel ondernemingen tot aanzienlijke inkomstenderving geleid en brengt risico’s met zich mee voor de solvabiliteit van ondernemingen in de hele eurozone. Doeltreffende insolventiekaders spelen een cruciale rol bij het ondersteunen van levensvatbare ondernemingen die tijdelijke problemen ondervinden en zorgen voor een ordelijke uittreding van niet-levensvatbare ondernemingen. Het verbeteren van insolventiekaders kan ook helpen om de waarschijnlijke toename van niet-renderende leningen aan te pakken en de kredietverlening aan de economie te behouden door het opschonen van bankbalansen te vergemakkelijken en grensoverschrijdende investeringen op langere termijn te stimuleren. In deze context werd de Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie (2019/1023) 12 aangenomen om in alle lidstaten in de nationale solvabiliteitswetgeving minimumnormen in te voeren zodat schuldenaren in financiële moeilijkheden over preventieve herstructureringsstelsels kunnen beschikken, om te voorzien in procedures die leiden tot kwijtschelding van schulden van ondernemers met een overmatige schuldenlast, en om de efficiëntie van alle soorten insolventieprocedures te vergroten. Het is belangrijk door te gaan met de omzetting en uitvoering van de richtlijn. De Europese Commissie kondigde in haar actieplan voor de kapitaalmarktenunie van september 2020 13 ook aan te werken aan een minimale harmonisatie of grotere convergentie op specifieke gebieden van niet-bancaire kerninsolventie. Daarnaast is er ruimte voor de lidstaten om de efficiëntie en doeltreffendheid van hun insolventiekaders verder af te stemmen op internationale beste praktijken en om de resterende tekortkomingen aan te pakken 14 .

(12) De verdere verdieping van de eengemaakte markt voor goederen en diensten en de aanpassing van de eurozone aan het digitale tijdperk kunnen groei, convergentie en veerkracht aanjagen. De gemeenschappelijke munt en de eengemaakte markt dragen samen bij om betere voorwaarden te scheppen voor economische stabilisatie en groei op lange termijn. De COVID-19-crisis heeft het gebruik van digitale instrumenten gestimuleerd, het belang van de digitale eengemaakte markt benadrukt en het gebruik van digitale en girale betalingsmethoden versneld. De eenmaking van de markt is echter nog niet voltooid, met name op het gebied van diensten en meer in het bijzonder op het gebied van detailhandel en professionele diensten. Prijsrigiditeiten die zowel het transmissiemechanisme van het monetaire beleid als de economische veerkracht belemmeren, kunnen dankzij de eengemaakte markt worden beperkt. De eengemaakte markt stimuleert de mobiliteit van productiefactoren, waardoor sectoren, regio’s en lidstaten de economische kosten (bv. werkloosheid) in reactie op schokken tot een minimum kunnen beperken. Om de eengemaakte markt voor goederen en diensten verder te integreren, moeten alle resterende onnodige beperkingen worden opgeheven, moeten de mechanismen voor markttoezicht worden versterkt en moeten maatregelen worden genomen om de administratieve capaciteit te waarborgen om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(13) Hervormingen en investeringen ter verbetering van integratie van en overgangen op de arbeidsmarkt, met bijzondere aandacht voor digitale en groene banen, zijn van essentieel belang om de economische en sociale veerkracht te vergroten en het herstel te ondersteunen. De onmiddellijke crisismaatregelen op nationaal niveau en op niveau van de Unie hebben de negatieve economische en sociale gevolgen voor werkenden beperkt. Tegelijkertijd is een aantal reeds lang aanslepende hervormingen nu nog urgenter geworden: doeltreffend actief arbeidsmarktbeleid, met inbegrip van geïndividualiseerde ondersteuning, het verbeteren van de kwaliteit en de inclusiviteit van de onderwijs- en opleidingsstelsels om al op jonge leeftijd sterkere leerresultaten te bereiken, krachtige om- en bijscholingsmaatregelen en investeringen in volwassenenonderwijs en -opleiding en in onlineleerplatforms, het aanpakken van vaardigheidstekorten, het verbeteren van de werkgelegenheidsvooruitzichten van de kwetsbaarste segmenten van de beroepsbevolking, met inbegrip van jongeren en langdurig werklozen, en het dichten van de genderkloof. Om een duurzaam en inclusief herstel te ondersteunen, is het essentieel de creatie van hoogwaardige banen te bevorderen en de arbeidsvoorwaarden te verbeteren, met name door te zorgen voor adequate minimumlonen en de segmentering van de arbeidsmarkt tegen te gaan. Sociale dialoog en collectieve onderhandelingen spelen een belangrijke rol om met succes beleid uit te stippelen en uit te voeren.

(14) Toegang tot adequate, inclusieve en duurzame stelsels voor gezondheidszorg en sociale bescherming, die in de crisis als automatische stabilisatoren fungeren, is belangrijk voor de economische en sociale veerkracht. Hiermee wordt bijgedragen aan het behoud van een fatsoenlijke levensstandaard en een goede volksgezondheid, wat van fundamenteel belang is voor een productieve arbeidseconomie, gedurende de gehele economische cyclus. Investeringen ter ondersteuning van hervormingen in de gezondheidszorg en veerkrachtige gezondheidszorgstelsels moeten voor de lidstaten een prioriteit blijven. De uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten 15 is essentieel als leidraad voor het beleid. De noodzaak om iedereen voor adequate sociale bescherming te bieden, zowel wat betreft hoogwaardige gezondheidszorg en langdurige zorg als wat betreft inkomensvervanging voor alle werkenden, met inbegrip van werknemers met atypische arbeidsovereenkomsten en zelfstandigen, is in het licht van de crisis nog belangrijker geworden. Veel lidstaten hebben tijdelijke maatregelen voor inkomenssteun en sociale bijstand vastgesteld ten behoeve van kwetsbare groepen met een zeer laag inkomen en werkenden die geen recht hebben op werkloosheidsuitkeringen. Er zijn maatregelen genomen met betrekking tot uitkeringen, voorwaarden om in aanmerking te komen en aanvullende diensten in natura. De toereikendheid en dekking van de socialebeschermingsstelsels moet worden versterkt op een manier die de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn en de billijke verdeling van de lasten tussen de generaties waarborgt.

(15) De afgelopen jaren is aanzienlijke vooruitgang geboekt, maar de economische gevolgen van de pandemie hebben de financiële sector opnieuw onder druk gezet. De banken van de eurozone zijn de huidige crisis ingegaan met een grotere verliesabsorptiecapaciteit dan bij het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis. In combinatie met monetaire en budgettaire beleidsmaatregelen kon hiermee een verkrapping van de financieringsvoorwaarden op de markt na de beginfase van de crisis worden voorkomen en kon de kredietverlening aan de particuliere sector worden gewaarborgd. De crisis zal waarschijnlijk nog meer druk uitoefenen op de banken wat betreft de reeds lage rentabiliteitsniveaus en de percentages niet-renderende leningen, en op de niet-bancaire financiële sector, die werd geconfronteerd met uitstromen en waarderingsverliezen die slechts gedeeltelijk zijn hersteld. Dit zou een belemmering kunnen vormen voor het verstrekken van krediet, dat essentieel is voor het herstel. De snelle en omvangrijke beleidsinterventies hebben het vertrouwen ondersteund en bijgedragen tot het behoud van de macrofinanciële stabiliteit. Om de risico’s te beperken, is het van cruciaal belang de wederzijdse beïnvloeding van zwakke punten in de bedrijfssector en risico’s in de financiële sector te doorbreken. Overheidsgarantieregelingen voor leningen dragen bij aan de bescherming van ondernemingen en de banksector, maar vormen ook voorwaardelijke verplichtingen voor de begrotingen van de lidstaten. Aangezien er geen doeltreffend systeem is om een onderscheid te maken tussen levensvatbare en niet-levensvatbare ondernemingen, moeten moeilijke beslissingen worden genomen voor de verlenging van moratoria bij insolventie en respijt bij niet-renderende leningen, aangezien dit zou kunnen leiden tot verkeerde toewijzing van middelen en tot een toename van de verliezen bij een eventueel faillissement.

(16) De voltooiing van de EMU-architectuur blijft essentieel. Door de resterende lacunes te dichten, zouden de stabiliteit en veerkracht van de eurozone verder kunnen toenemen en kan de internationale rol van de euro, die de afgelopen jaren grotendeels stabiel is gebleven, worden versterkt. NextGenerationEU heeft, naast een stabilisatiefunctie op korte termijn en een rol bij het ondersteunen van het herstel, het potentieel om invloed uit te oefenen op de EMU op langere termijn. Door de eurozone schokbestendiger te maken en door de omvangrijke uitgifte van in euro luidende schuld, met inbegrip van groene en sociale obligaties, zal de markt voor in euro luidende schuldbewijzen van hoge kwaliteit diepgang en liquiditeit krijgen en kan de euro op die manier als internationale reservemunt worden versterkt. Niettemin ontbreken er nog belangrijke elementen in de EMU, zoals een volledige bankenunie en kapitaalmarktenunie. Het versterken van de bankenunie blijft van cruciaal belang om de financiële stabiliteit te waarborgen, de financiële versnippering te verminderen en de kredietverlening aan de economie in tijden van crisis te beschermen. Het afronden van de werkzaamheden met betrekking tot het ESM-hervormingspakket, met inbegrip van de invoering van een achtervangmechanisme voor het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, is een prioriteit. Dit achtervangmechanisme moet zelfs eerder dan gepland operationeel worden gemaakt, indien voldoende voortgang is geboekt bij de beperking van risico’s. Er moet worden voortgewerkt aan oplossingen om de tekortkomingen in het huidige systeem voor liquiditeitsverstrekking bij afwikkeling weg te werken. De voltooiing van de kapitaalmarktenunie is een belangrijke prioriteit, zoals blijkt uit het nieuwe actieplan van september 2020. Een sterke en veerkrachtige EMU is ook van belang ter versterking van de internationale rol van de euro en voor het waarborgen van de economische en financiële autonomie van de Unie, waarover de Commissie nog een mededeling zal indienen, waarbij de interne markt van de Unie volledig in acht zal worden genomen en die zij op open en transparante wijze ook zal nastreven jegens de lidstaten buiten de eurozone,

BEVEELT AAN dat de lidstaten van de eurozone in de periode 2021-2022 zowel individueel, onder meer door hun plannen voor herstel en veerkracht, als collectief binnen de Eurogroep de volgende actie ondernemen:

1. Zorgen voor een beleidsstandpunt dat het herstel ondersteunt

Aangezien de noodsituatie op gezondheidsgebied aanhoudt, moet het begrotingsbeleid in 2021 in alle lidstaten van de eurozone ondersteuning blijven bieden.

Beleidsmaatregelen moeten worden afgestemd op landspecifieke omstandigheden en tijdig, tijdelijk en gericht zijn. Aangezien zich nog steeds neerwaartse risico’s voordoen, moeten de lidstaten voort maatregelen coördineren om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te ondersteunen en een duurzaam herstel te ondersteunen.

Zodra de epidemiologische en economische omstandigheden dit toelaten, moeten steunmaatregelen voor bedrijven en burgers geleidelijk worden afgebouwd op een wijze die de gevolgen van de crisis op sociaal vlak en op de arbeidsmarkt verzacht, en moet begrotingsbeleid worden gevoerd om op middellange termijn prudente begrotingsposities te bereiken en de houdbaarheid van de schuld te waarborgen, en tegelijkertijd de investeringen te bevorderen.

De lidstaten moeten hervormingen doorvoeren die de dekking, de toereikendheid en de houdbaarheid van de stelsels voor gezondheidszorg en sociale bescherming versterken.

De lidstaten moeten in het bijzonder aandacht besteden aan de kwaliteit van de budgettaire maatregelen. Het beheer van de overheidsfinanciën moet worden verbeterd, met inbegrip van met name kaders voor investeringen, groene begrotingen en overheidsopdrachten. Uitgaventoetsingen moeten worden gebruikt om de overheidsuitgaven beter te richten op de behoeften op het gebied van herstel en veerkracht.

2. Convergentie, veerkracht en duurzame en inclusieve groei verder verbeteren

Het risico van verdere divergentie beperken en de economische en sociale veerkracht in de eurozone verbeteren door hervormingen door te voeren die de productiviteit en de werkgelegenheid versterken, een soepele toewijzing van middelen verzekeren en de werking van de markten en het openbaar bestuur verbeteren, en door het niveau van publieke en particuliere investeringen te verhogen om het herstel te ondersteunen in overeenstemming met eerlijke en inclusieve groene en digitale transities.


De eengemaakte markt voor goederen en diensten, met inbegrip van digitale diensten, verder integreren door onnodige beperkingen weg te nemen, het markttoezicht te versterken en voldoende administratieve capaciteit te waarborgen.


Zorgen voor een doeltreffend actief arbeidsmarktbeleid en de overgang naar een andere baan ondersteunen, met name naar de groene en digitale economie. Eerlijke arbeidsvoorwaarden bevorderen en de arbeidsmarktsegmentatie aanpakken. Zorgen voor een doeltreffende betrokkenheid van de sociale partners bij de beleidsvorming, versterken van de sociale dialoog en collectieve onderhandelingen. Inclusieve onderwijs- en opleidingssystemen versterken en investeringen in vaardigheden bevorderen om vaardigheidstekorten weg te werken.


Blijven werken aan een mondiale, op consensus gebaseerde oplossing om binnen het kader van de OESO de fiscale uitdagingen aan te pakken die voortvloeien uit de digitalisering van de economie, en klaar staan om tegen juni 2021 op EU-niveau aan de slag te gaan met maatregelen. Verdere vooruitgang boeken in de strijd tegen agressieve fiscale planning, de belastingwig verkleinen en een verschuiving in de belastingheffing naar koolstofbeprijzing en milieubelasting ondersteunen.


3. Nationale institutionele kaders versterken

Hervormingen doorvoeren en vervroegen om knelpunten bij investeringen aan te pakken en te zorgen voor een efficiënt en tijdig gebruik van EU-middelen, met inbegrip van de faciliteit voor herstel en veerkracht. De doeltreffendheid en digitalisering van het openbaar bestuur versterken, met inbegrip van justitiële en gezondheidszorgstelsels, en openbare diensten voor arbeidsvoorziening. De administratieve lasten voor bedrijven verminderen en het ondernemingsklimaat verbeteren. Doeltreffende kaders opzetten voor de bestrijding van fraude, corruptie en het witwassen van geld.

Concrete maatregelen bevorderen om de efficiëntie, doeltreffendheid en evenredigheid van insolventiekaders te verhogen, niet-renderende blootstellingen op te sporen en te zorgen voor een efficiënte toewijzing van kapitaal.


4. Zorgen voor macrofinanciële stabiliteit

De kredietkanalen voor de economie en de maatregelen ter ondersteuning van levensvatbare ondernemingen zo lang in stand houden als nodig is in de noodsituatie van deze nooit eerder geziene crisis.

De balansen van de banksector gezond houden, onder meer door niet-renderende leningen te blijven aanpakken, met name door secundaire markten voor niet-renderende leningen te ontwikkelen.


5. De EMU voltooien en de internationale rol van de euro versterken

Vooruitgang boeken met de verdieping van de economische en monetaire unie om de veerkracht van de eurozone te vergroten door de bankenunie en de kapitaalmarktenunie te voltooien en door initiatieven te nemen ter uitvoering van het beleid inzake digitale financiering, retailfinanciering en duurzame financiering.

De efficiëntie, evenredigheid en algehele samenhang van het kader voor crisisbeheer en depositoverzekeringen van banken verbeteren, met inbegrip van robuuste veiligheidsnetten van de bankenunie als kortetermijnprioriteiten.

Vorderingen op deze gebieden zullen mee de internationale rol van de euro versterken en de economische belangen van Europa wereldwijd beter bevorderen, met volledige inachtneming van de interne markt van de Unie.

Gedaan te Brussel,

               Voor de Raad

               De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.
(3) PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1.
(4) www.consilium.europa.eu/media/44011">https://www.consilium.europa.eu/media/44011  
(5) PB C 91I van 20.3.2020, blz. 1, PB C 112I van 4.4.2020, blz. 1, PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3, PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3.
(6) PB L 99 van 31.3.2020, blz. 5.
(7) COM/2020/575 final
(8) PB L 157 van 15.6.2016, blz. 28.
(9) PB L 91 van 25.3.2020, blz. 1.
(10) www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases">https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases  
(11) Mededeling COM(2019) 360 final van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 24 juli 2019, Naar een betere toepassing van het kader voor de bestrijding van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme.
(12) PB L 172 van 26.6.2019, blz.18.
(13) COM(2020) 590 final.
(14) De Eurogroep heeft een aantal beginselen vastgesteld waaronder de vroegtijdige vaststelling van schuldproblemen en de beschikbaarheid van vroegtijdige herstructureringsprocedures. Zie www.consilium.europa.eu/en/meetings/eurogroup">https://www.consilium.europa.eu/nl/meetings/eurogroup
(15) Interinstitutionele proclamatie betreffende de Europese pijler van sociale rechten (PB C 428 van 13.12.2017, blz.10).