Overwegingen bij COM(2020)783 - Ondertekening van de Overeenkomst met Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van Kaapverdië en van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 29 oktober 2019 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Republiek Kaapverdië over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie, hierna “de overeenkomst” genoemd. De partijen hebben de onderhandelingen op 30 januari 2020 met succes afgerond en de tekst is op 24 juli 2020 door middel van de uitwisseling van e-mails geparafeerd.

(2) Het speciale partnerschap tussen de Unie en Kaapverdië is op 19 november 2007 door de Raad van de Europese Unie goedgekeurd 7 . Een van de doelstellingen ervan is de mobiliteit en de interpersoonlijke contacten tussen de burgers van de EU en Kaapverdië te verbeteren en de samenwerking bij de bestrijding van irreguliere immigratie te intensiveren.

(3) De overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie 8 is op 1 december 2014 in werking getreden.

(4) In het licht van de ingrijpende wijzigingen van de interne wetgeving van de partijen en op basis van de feedback van het Gemengd Comité dat belast is met het toezicht op de uitvoering van de in de vorige overweging bedoelde overeenkomst, heeft de overeenkomst tot doel een aantal bepalingen aan te passen en aan te vullen ter vergemakkelijking van de afgifte van visa aan burgers van Kaapverdië en, op basis van wederkerigheid, van de Unie voor een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen.

(5) Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad 9 . Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(6) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(7) De overeenkomst moet derhalve namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip, en de aan de overeenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaringen moeten worden goedgekeurd,