Overwegingen bij COM(2020)787 - Machtiging tot het openen van onderhandelingen over een nieuwe visserijovereenkomst met Noorwegen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De visserijbetrekkingen van de Unie met Noorwegen berusten op de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen, die op 27 februari 1980 werd ondertekend en op 16 juni 1981 in werking trad.

(2) Na een eerste periode van tien jaar wordt die overeenkomst telkens automatisch met zes jaar verlengd; de meest recente verlenging dateert van 2015.

(3) De overeenkomst omvat de Noordzee, het Skagerrak en het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en voorziet in de vaststelling van totale toegestane vangsten voor gezamenlijke bestanden, in overdrachten van vangstmogelijkheden en in gezamenlijke technische maatregelen en besprekingen op het gebied van controle en handhaving.

(4) Noorwegen heeft te kennen gegeven dat het de huidige overeenkomst wil vervangen gezien de significante gevolgen die de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie naar verwachting zal hebben voor het gedeeld beheer van bestanden in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. Na afloop van de overgangsperiode (eind 2020) die volgde op de terugtrekking van het VK, zullen de bestanden onder bilaterale dan wel trilaterale overeenkomsten vallen. Voor de bestanden in wateren die onder de jurisdictie van het VK, de Unie en Noorwegen vallen, worden aparte trilaterale afspraken gemaakt. Gezien de wens van Noorwegen om de huidige overeenkomst te vervangen, zal er een nieuwe bilaterale overeenkomst vereist zijn voor de bestanden die alleen onder de jurisdictie van Noorwegen en de Unie vallen.

(5) Op grond van artikel 63, lid 1, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee 2 en gelet op de algehele betrekkingen van de Unie met Noorwegen is het van belang om op het gebied van verantwoorde visserij samen te blijven werken om de levende rijkdommen van de zee op lange termijn in stand te houden en duurzaam te exploiteren.

(6) Daarom moeten onderhandelingen met Noorwegen over een nieuwe bilaterale visserijovereenkomst worden geopend.