Overwegingen bij COM(2021)230 - Standpunt EU in de Associatieraad die is ingesteld bij de Overeenkomst van 22 april 2002 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de EG en Algerije

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Europees-mediterrane Overeenkomst van 22 april 2002 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds (“de overeenkomst”) is namens de Europese Unie gesloten bij Besluit 2005/690/EG van de Raad van 18 juli 2005 1 en is op1 september 2005 in werking getreden.

(2) De Associatieraad is ingesteld bij artikel 92, eerste alinea, van de overeenkomst.

(3) Overeenkomstig artikel 100, lid 2, van de overeenkomst kan de Associatieraad een besluit vaststellen om een door een partij aan de Associatieraad voorgelegd geschil te beslechten.

(4) Bij verbale nota van 24 juni 2020 heeft de Europese Unie een geschil over de uitlegging en de toepassing van de overeenkomst voorgelegd aan de Associatieraad.

(5) Het geschil heeft betrekking op verschillende handelsmaatregelen die Algerije sinds 2015 toepast, waaronder het verbod op de invoer van auto’s, de vaststelling van voorlopige aanvullende vrijwaringsrechten voor 992 tarieflijnen, de vaststelling van aanvullende douanerechten voor 129 tarieflijnen, de invoering van een invoer- of uitvoervergunningensysteem, de invoering van een verplichte uitstelperiode van negen maanden voor de betaling van de invoer en andere instructies betreffende de contractuele bepalingen voor invoer.

(6) Tijdens het overleg van 29 september 2020 en 7 december 2020 zijn de partijen begonnen met de bespreking van een ontwerpbesluit van de Associatieraad om het geschil in kwestie te beslechten.

(7) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad, aangezien het beoogde besluit voor de Unie bindend zal zijn.