Overwegingen bij COM(2021)257 - Standpunt EU in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) zal tijdens haar volgende algemene vergadering op 12 juli 2021 resoluties met rechtsgevolgen, als bedoeld in artikel 218, lid 9, VWEU, onderzoeken en mogelijk goedkeuren.

(2) De Unie is geen lid van de OIV. Wel heeft de OIV de Unie op 20 oktober 2017 de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet.

(3) Twintig EU-lidstaten zijn lid van de OIV. Die lidstaten hebben de mogelijkheid wijzigingen van de ontwerpresoluties van de OIV voor te stellen en hun zal tijdens de volgende algemene vergadering van de OIV op 12 juli 2021 worden gevraagd die resoluties van de OIV aan te nemen.

(4) Het standpunt van de Unie met betrekking tot die resoluties ten aanzien van aangelegenheden die tot haar bevoegdheid behoren, moet derhalve door de Raad worden vastgesteld en tijdens de vergaderingen van de OIV door de lidstaten die lid zijn van de OIV, kenbaar worden gemaakt, waarbij zij gezamenlijk in het belang van de Unie handelen.

(5) Krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 3 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie 4 zullen bepaalde door de OIV aangenomen en gepubliceerde resoluties rechtsgevolgen hebben.

(6) In artikel 80, lid 3, punt a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat de Commissie, wanneer zij oenologische procedés toestaat, rekening moet houden met de door de OIV aanbevolen en gepubliceerde oenologische procedés en analysemethoden.

(7) In artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat de Commissie, wanneer zij analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten vastlegt, die methoden moet baseren op relevante methoden die zijn aanbevolen en gepubliceerd door de OIV, tenzij ze ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken.

(8) In artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat in de Unie ingevoerde wijnbouwproducten moeten worden geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die zijn toegestaan door de Unie op grond van die verordening, of, voorafgaand aan die toestemming, moeten worden geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die worden aanbevolen en gepubliceerd door de OIV.

(9) In artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 is bepaald dat de specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identificatie van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen, voor zover ze niet zijn vastgelegd door de Commissie, die moeten zijn welke worden bedoeld in deel A, tabel 2, kolom 4, van bijlage I bij die verordening en verwijzen naar de OIV-aanbevelingen.

(10) De ontwerpresoluties OENO-TECHNO 14-541A, 14-541B en 15-581A betreffen de vaststelling van nieuwe oenologische procedés. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben.

(11) De ontwerpresoluties OENO-SPECIF 17-625 en 17-629 betreffen de vaststelling van nieuwe specificaties voor de identificatie van bepaalde bij de wijnproductie gebruikte stoffen. Ontwerpresolutie OENO-SPECIF 20-673 betreft de actualisering van de specificaties voor de identificatie van een bij de wijnproductie gebruikte stof. Ontwerpresolutie OENO-SPECIF 20-682 betreft de actualisering van de OIV-teksten die naar bepaalde wijnbereidingsprocedés verwijzen. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben.

(12) Ontwerpresolutie OENO-MICRO 18-632 betreft de actualisering van de analytische en microbiologische controletechnieken voor bepaalde oenologische procedés. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zal deze resolutie rechtsgevolgen hebben.

(13) De ontwerpresoluties OENO-SCMA 16-601A, 16-601B, 18-636, 18-637 en 19-661 betreffen de vaststelling van nieuwe analysemethoden. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, punt a), en artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben.

(14) Wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector hebben deze OIV-ontwerpresoluties uitvoerig besproken. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten ze worden gesteund.

(15) Om tijdens de onderhandelingen in de aanloop naar de algemene vergadering van de OIV op 12 juli 2021 over de nodige flexibiliteit te beschikken, moeten de lidstaten die lid van de OIV zijn, worden gemachtigd om met wijzigingen in deze OIV-ontwerpresoluties in te stemmen voor zover de inhoud ervan niet wordt gewijzigd,