Overwegingen bij COM(2021)275 - Financiële bijdragen van de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds aan dat fonds, met inbegrip van de tweede tranche voor 2021

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig de procedure van de artikelen 19 tot en met 22 van Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad 9 dient de Europese Commissie uiterlijk op 15 juni 2021 een voorstel in te dienen voor het bedrag van de tweede tranche van de bijdrage voor 2021 en voor een herzien jaarlijks bedrag van de bijdrage voor 2021, indien het jaarlijkse bedrag afwijkt van de werkelijke behoeften.

(2) Overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/1877 heeft de Europese Investeringsbank de Commissie op 6 april 2021 haar geactualiseerde vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.

(3) Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1877 moeten bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor voorgaande Europese Ontwikkelingsfondsen worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen op grond van Verordening (EU) 2018/1877 voor de Europese Investeringsbank en voor de Commissie worden gedaan.

(4) Op grond van artikel 152 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het Terugtrekkingsakkoord” genoemd) is bepaald dat het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland partij bij het EOF zal blijven tot de afsluiting van het 11e EOF en alle voorgaande EOF’s die nog niet zijn afgesloten. Op grond van artikel 153 van het Terugtrekkingsakkoord wordt het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 11e EOF, wanneer deze na 31 december 2020 zijn vrijgemaakt, of van voorgaande EOF’s, echter niet hergebruikt.

(5) Bij Besluit (EU) 2020/1708 van de Raad 10 is het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de lidstaten aan het EOF voor 2021 vastgesteld op 3 700 000 000 EUR voor de Europese Commissie, en 300 000 000 EUR voor de Europese Investeringsbank.

(6) Opdat de maatregelen waarin dit besluit voorziet, snel kunnen worden toegepast, moet dit besluit in werking treden op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.