Overwegingen bij COM(2021)552 - Wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad 10 is een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie vastgesteld teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen. Bij Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad 11 zijn luchtvaartactiviteiten in het EU-emissiehandelssysteem opgenomen.

(2) De Overeenkomst van Parijs, die in december 2015 in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is ondertekend, is in november 2016 in werking getreden 12 . De partijen bij de Overeenkomst van Parijs zijn overeengekomen de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur ruim onder 2 °C boven het niveau van het pre-industriële tijdperk te houden, en te streven naar een maximale temperatuurstijging van 1,5 °C boven dit pre-industriële niveau. Om de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te bereiken, moeten alle bedrijfstakken van de economie tot de emissiereducties bijdragen, inclusief de internationale luchtvaart.

(3) De Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) heeft op 27 juni 2018 tijdens de tiende bijeenkomst van zijn 214e zitting de eerste editie van de internationale normen en aanbevolen praktijken inzake milieubescherming — regeling voor koolstofcompensatie en ‑reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) (bijlage 16, volume IV, bij het Verdrag van Chicago) goedgekeurd. De Unie en haar lidstaten blijven Corsia steunen en zullen de regeling vanaf het begin van de proeffase (2021‑2023) toepassen 13 .

(4) In overeenstemming met Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad 14 hebben de lidstaten verschillen tussen Corsia en het EU‑ETS gemeld aan het ICAO-secretariaat. Het doel was om het acquis van de Unie en de toekomstige beleidsruimte te vrijwaren alsook het niveau van de klimaatambitie van de Unie en de exclusieve rol van het Europees Parlement en de Raad bij het bepalen van de inhoud van de wetgeving van de Unie. Na de vaststelling van deze wijziging van Richtlijn 2003/87/EG moet de melding van de verschillen tussen Corsia en het EU‑ETS aan het ICAO-secretariaat worden bijgewerkt om de herzieningen van het recht van de Unie te weerspiegelen.

(5) Het aanpakken van uitdagingen met betrekking tot het klimaat en het milieu en het behalen van de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs staan centraal in de mededeling over de Europese Green Deal 15 , die de Commissie op 11 december 2019 heeft vastgesteld.

(6) De Unie heeft zich er in de geactualiseerde nationaal bepaalde reductietoezegging van de Unie en haar lidstaten die zij op 17 december 2020 bij het secretariaat van het UNFCCC heeft ingediend 16 toe verbonden de nettobroeikasgasemissies van de hele economie van de Unie tegen 2030 met ten minste 55 % te verlagen ten opzichte van 1990.

(7) De Unie heeft de doelstelling om uiterlijk in 2050 klimaatneutraliteit in de hele economie te bereiken vastgelegd in Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad 17 . Bij die verordening is ook de bindende toezegging van de Unie inzake een reductie in de EU van de netto broeikasgasemissies (emissies na aftrek van verwijderingen) tegen 2030 vastgesteld van ten minste 55 % ten opzichte van de niveaus van 1990.

(8) Deze wijziging van Richtlijn 2003/87/EG heeft tot doel de bijdragen van de Unie op grond van de Overeenkomst van Parijs op de luchtvaart toe te passen alsook het regelgevingskader om de bindende klimaatdoelstelling van de Unie voor 2030 van een vermindering in de EU van de netto broeikasgasemissies tegen 2030 van ten minste 55 % ten opzichte van de niveaus van 1990, zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2021/....

(9) De luchtvaart moet bijdragen aan de emissiereductie-inspanningen die nodig zijn om de klimaatdoelstelling van de Unie voor 2030 te bereiken. De totale hoeveelheid emissierechten voor de luchtvaart moet derhalve worden geconsolideerd en aan de lineaire verminderingsfactor worden onderworpen.

(10) Om de grotere klimaatambitie waar te maken zullen zo veel mogelijk middelen moeten worden ingezet voor de klimaattransitie. Bijgevolg moeten alle veilingopbrengsten die niet aan de begroting van de Unie worden toegewezen, voor klimaatdoeleinden worden gebruikt.

(11) Overeenkomstig artikel 28 ter, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG moet de Unie de Corsia-regeling van de ICAO beoordelen en op passende wijze toepassen in overeenstemming met de toezegging inzake reductie van broeikasgasemissies die de Unie voor 2030 voor de hele economie heeft gedaan.

(12) De totale hoeveelheid emissierechten voor de luchtvaart moet worden geconsolideerd op het toewijzingsniveau voor vluchten die vanaf een luchtvaartterrein in de EER vertrekken en op een luchtvaartterrein in de EER, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk aankomen. De toewijzing voor 2024 moet worden gebaseerd op de totale toewijzing aan actieve vliegtuigexploitanten in 2023, verminderd volgens de lineaire verminderingsfactor zoals gespecificeerd in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG. Het toewijzingsniveau moet worden verhoogd om rekening te houden met de routes die in 2023 niet onder het EU‑ETS vielen maar vanaf 2024 wel onder het EU‑ETS vallen.

(13) De vergroting van het veilen aandeel vanaf het jaar na de inwerkingtreding van deze wijziging van Richtlijn 2003/87/EG moet de regel zijn voor de toewijzing van emissierechten aan de luchtvaartsector, aangezien deze sector de toegenomen kosten van CO2 kan doorberekenen.

(14) Richtlijn 2003/87/EG moet ook worden gewijzigd met betrekking tot aanvaardbare nalevingseenheden om rekening te houden met de Unit Eligibility Criteria (selectiecriteria voor eenheden) die de ICAO-Raad tijdens zijn 216e zitting in maart 2019 als een essentieel element van Corsia heeft vastgesteld. In de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen moeten internationale kredieten kunnen gebruiken voor de naleving met betrekking tot vluchten naar of vanuit derde landen die worden geacht aan Corsia deel te nemen. Om ervoor te zorgen dat de toepassing van Corsia door de Unie de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs ondersteunt en stimulansen biedt voor de brede deelname aan Corsia, moeten de kredieten afkomstig zijn van landen die partij zijn bij de Overeenkomst van Parijs en die deelnemen aan Corsia, en moet dubbeltelling van kredieten worden vermeden.

(15) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor het gebruik van internationale kredieten overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om een lijst vast te stellen van de kredieten die de ICAO-Raad aanvaardbaar acht voor de naleving in het kader van Corsia en die aan de bovengenoemde ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 18 .

(16) Om ervoor te zorgen dat de nodige regelingen worden getroffen voor de goedkeuring door de deelnemende partijen, dat de verslaglegging inzake antropogene emissies per bron en verwijderingen per put die onder de nationaal bepaalde bijdragen van de deelnemende partijen vallen, tijdig wordt aangepast, en dat dubbeltelling en een nettotoename van de wereldwijde emissies worden vermeden, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om gedetailleerde voorschriften voor die regelingen vast te stellen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 19 .

(17) Voor de toepassing van Corsia op andere vluchten dan vluchten die vanaf een luchtvaartterrein in de EER vertrekken en op een luchtvaartterrein in de EER, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk aankomen, moeten de verplichtingen inzake de inlevering worden verminderd voor in de Unie gevestigde vliegtuigexploitanten die deze vluchten uitvoeren. De verplichtingen inzake de inlevering van vliegtuigexploitanten voor deze vluchten moeten worden verminderd tot uitsluitend hun deel van de collectieve emissies van de internationale luchtvaart boven de collectieve niveaus voor 2019 wat emissies in de periode 2021‑2023 betreft en boven de collectieve niveaus voor 2019‑2020 voor de daaropvolgende jaren van de toepassing van Corsia.

(18) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor het in de lijst opnemen van landen die voor de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG geacht worden Corsia toe te passen op grond van artikel 25 bis, lid 3, van die richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de lijst vast te stellen en bij te houden van andere landen dan EER-landen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk die voor de toepassing van het recht van de Unie worden geacht aan Corsia deel te nemen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

(19) Aangezien de toepassing en handhaving van Corsia voor buiten de Unie gevestigde vliegtuigexploitanten uitsluitend aan het thuisland van die luchtvaartmaatschappijen toekomt, houdt de toepassing van Corsia op andere vluchten dan vluchten die vanaf een luchtvaartterrein in de EER vertrekken en op een luchtvaartterrein in de EER, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk aankomen, in dat buiten de Unie gevestigde vliegtuigexploitanten voor deze vluchten worden vrijgesteld van de EU‑ETS-verplichtingen.

(20) Om een gelijke behandeling op routes te waarborgen, moeten vluchten naar en vanuit landen die Corsia niet toepassen, worden vrijgesteld van de verplichtingen uit hoofde van het EU-ETS of Corsia. Om de volledige toepassing van Corsia vanaf 2027 te bevorderen, mag de vrijstelling alleen gelden voor emissies tot en met 31 december 2026.

(21) Vluchten naar en vanuit de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten in ontwikkeling, zoals gedefinieerd door de Verenigde Naties, die Corsia niet toepassen, met uitzondering van de landen waarvan bbp per hoofd van de bevolking gelijk is aan of groter is dan het gemiddelde van de Unie, moeten worden vrijgesteld van de verplichtingen uit hoofde van het EU‑ETS of Corsia, zonder einddatum voor de vrijstelling.

(22) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de vrijstelling van vliegtuigexploitanten van inleveringsvereisten zoals bepaald in artikel 12, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG met betrekking tot emissies van vluchten naar en vanuit landen die Corsia in hun nationaal recht minder streng toepassen of die de Corsia-bepalingen niet op gelijke wijze op alle vliegtuigexploitanten toepassen op grond van artikel 25 bis, lid 7, van die richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen vrij te stellen van inleveringsvereisten ten aanzien van emissies van vluchten waarvoor zich een aanzienlijke verstoring van de mededinging ten nadele van in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen voordoet wegens een minder strenge toepassing of handhaving van Corsia door het derde land. De verstoring van de mededinging kan worden veroorzaakt door een minder strikte benadering van bepalingen inzake in aanmerking komende compensatiecredits of dubbeltelling. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

(23) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de totstandbrenging van een gelijk speelveld op routes tussen twee landen die Corsia toepassen en die vliegtuigexploitanten toelaten andere eenheden te gebruiken dan die welke in de op grond van artikel 11 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde lijst zijn opgenomen, op grond van artikel 25 bis, lid 8, van die richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om in een lidstaat gevestigde vliegtuigexploitanten toe te laten andere soorten eenheden te gebruiken dan die welke in de op grond van artikel 11 bis, lid 8, vastgestelde lijst zijn opgenomen of om die vliegtuigexploitanten vrij te stellen van de voorwaarden van artikel 11 bis, leden 2 en 3. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

(24) Om op routes tussen twee derde landen die Corsia toepassen een gelijk speelveld te waarborgen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen overeenkomstig artikel 290 van het verdrag handelingen vast te stellen betreffende het aanvaarden van andere kredieten op die routes. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 20 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(25) Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de bevordering van de toegankelijkheid van de ultraperifere gebieden van de Unie. Derhalve moet worden voorzien in een afwijking van het EU‑ETS voor emissies van vluchten tussen een luchtvaartterrein in een ultraperifeer gebied van een lidstaat en een luchtvaartterrein in diezelfde lidstaat.

(26) Een alomvattende benadering van innovatie is belangrijk om de doelstellingen van de Europese Green Deal te bereiken en om het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven te waarborgen. Dit is met name belangrijk voor sectoren die moeilijk koolstofvrij te maken zijn, zoals de luchtvaart en de scheepvaart, en waarvoor operationele verbeteringen, alternatieve klimaatneutrale brandstoffen en technologische oplossingen moeten worden gecombineerd. De lidstaten moeten er derhalve voor zorgen dat de nationale omzettingsbepalingen innovaties niet belemmeren en technologisch neutraal zijn. De nodige O&I-inspanningen worden op EU-niveau onder meer via het kaderprogramma Horizon Europa ondersteund, dat aanzienlijke financiering en nieuwe instrumenten omvat voor de sectoren die onder het ETS vallen.

(27) Daar de doelstellingen van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(28) Richtlijn 2003/87/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.