Overwegingen bij COM(2021)397 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1286/2014 wat betreft de verlenging van de overgangsregeling voor beheermaatschappijen, beleggingsmaatschappijen en personen die advies geven over rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en niet-icbe’s of deze verkopen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad 11 moeten ontwikkelaars van verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) een essentiële-informatiedocument (“KID”) opstellen.

(2) Artikel 32, lid 1, van die verordening bevat evenwel een vrijstelling betreffende het opstellen van een KID voor beheermaatschappijen als omschreven in artikel 2, lid 1, punt b), van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad 12 , beleggingsmaatschappijen als bedoeld in artikel 27 daarvan en personen die advies verlenen over rechten van deelneming in icbe’s, of rechten van deelneming in icbe's verkopen, als bedoeld in artikel 1, lid 2, daarvan tot en met 31 december 2021 (“overgangsregeling”). Artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 bepaalt dat wanneer een lidstaat voorschriften betreffende het format en de inhoud van de essentiële beleggersinformatie, als vastgesteld in de artikelen 78 tot en met 81 van Richtlijn 2009/65/EG, toepast op niet-icbe-fondsen die aan retailbeleggers worden aangeboden, de overgangsregeling van toepassing is op beheermaatschappijen, beleggingsmaatschappijen en personen die advies geven over rechten van deelneming in dergelijke niet-icbe-fondsen of deze verkopen aan retailbeleggers.

(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie 13 vult Verordening (EU) nr. 1286/2014 aan door technische reguleringsnormen vast te stellen voor de presentatie, de inhoud en het standaardformat van het KID, de methodologie voor de presentatie van risico en rendement en de kostenberekening, alsmede de voorwaarden en de minimumfrequentie voor de evaluatie van de informatie in het KID en de voorwaarden voor het verstrekken van het KID aan retailbeleggers.

(4) Op [PB gelieve de datum in te voegen] heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) .../2021 van de Commissie 14 vastgesteld tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653, onder meer om het gebruik van het KID (presentatie, inhoud en standaardformaat) eenvoudiger te maken voor beheermaatschappijen, beleggingsmaatschappijen en personen die advies geven over rechten van deelneming in icbe’s en niet-icbe’s of deze verkopen. De datum van toepassing van Gedelegeerde Verordening (EU) .../2021 is echter vastgesteld op 1 juli 2022, teneinde deze beheermaatschappijen, beleggingsmaatschappijen en personen die advies geven over rechten van deelneming in icbe’s en niet-icbe’s of deze verkopen, voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op het einde van de overgangsregeling en dus op de verplichting om een KID op te stellen. Aangezien de datum van toepassing van Gedelegeerde Verordening (EU) .../2021 is vastgesteld op 1 juli 2022 en het einde van de overgangsperiode moet samenvallen met de datum van toepassing van Gedelegeerde Verordening (EU) .../2021, moet de duur van de overgangsregeling worden verlengd met zes maanden, dat wil zeggen tot en met 30 juni 2022.

(5) Verordening (EU) nr. 1286/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6) Gezien de erg korte resterende looptijd van de overgangsregeling moet deze verordening onverwijld in werking treden.