Overwegingen bij COM(2021)478 - Standpunt EU tijdens de 15de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Unie is bij Besluit 2013/103/EU 8 van de Raad toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, als gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 ("het Cotif").

(2) De Algemene Vergadering van de OTIF is opgericht overeenkomstig artikel 13, lid 1, punt a), van het Cotif (de “Algemene Vergadering”).

(3) De Unie neemt deel aan de Algemene Vergadering overeenkomstig de bepalingen van het Cotif, het reglement van orde van de Algemene Vergadering en de bepalingen van de Overeenkomst betreffende de toetreding van de Unie tot het Cotif.

(4) Tijdens haar 15de vergadering, die gepland is op 28 en 29 september 2021, zal de Algemene Vergadering naar verwachting besluiten nemen over: de opstelling van een langetermijnstrategie voor de OTIF; een voorstel voor een regeling inzake de verkiezing en de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal; een voorstel om de activiteiten van de werkgroep van juridisch deskundigen en van de ad-hoccommissie voor samenwerking samen te voegen tot één ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking; een voorstel voor een besluit inzake de monitoring en evaluatie van de rechtsinstrumenten van de OTIF; een voorstel tot wijziging van het reglement van orde van de Algemene Vergadering.

(5) Tijdens deze zitting zal de Algemene Vergadering naar verwachting ook de standpunten van de OTIF over het VN/ECE-initiatief inzake de eenmaking van de spoorwegregelgeving formuleren, met name wat betreft de twee alternatieve benaderingen van de eenmaking van de spoorwegwetgeving op mondiaal niveau.

(6) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de 15de zitting van de Algemene Vergadering van de OTIF, aangezien de Unie lid is van de OTIF en de door de Algemene Vergadering te nemen besluiten van invloed zullen zijn op de werking en ontwikkelingsstrategie van de organisatie.

(7) De 15de Algemene Vergadering zal zich beraden over de aanneming van een juridisch bindend instrument ter regulering van de verkiezing en de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal, een van de organen van de OTIF als bedoeld in artikel in artikel 13 van het Cotif. De nieuwe regelgeving zou een alomvattend kader bieden dat alle belangrijke aspecten van het onderwerp bestrijkt (verkiezingsbeginselen, kwalificatiecriteria, oproep tot kandidaatstelling, indiening en behandeling van sollicitaties, transparantie, stemming, arbeidsvoorwaarden enz.).

(8) Wat de strategische ontwikkeling van de OTIF betreft, stelt de secretaris-generaal voor de besprekingen over een ontwerpvoorstel voor een langetermijnstrategie voor de OTIF intensiever voort te zetten, na de raadpleging die begin 2021 werd gehouden. Daarna zal een herzien ontwerpvoorstel ter behandeling en goedkeuring worden voorgelegd tijdens de volgende gewone zitting van de Algemene Vergadering. Van de Algemene Vergadering wordt verwacht dat zij de secretaris-generaal de opdracht geeft de nodige maatregelen hiervoor te nemen.

(9) De Algemene Vergadering zal overwegen om de activiteiten van de ad-hoccommissie voor samenwerking en die van de werkgroep van juridisch deskundigen samen te voegen tot één ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking. Er zij op gewezen dat het institutionele kader van de OTIF is omschreven in titel II van het Cotif. Artikel 13 van het Cotif definieert de organen van de OTIF. Overeenkomstig de tweede alinea van dat artikel mag de Algemene Vergadering beslissen tijdelijk andere commissies op te richten voor specifieke taken. Het voorstel van de secretaris-generaal om tijdelijk een ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking op te richten, moet derhalve worden behandeld binnen het bestaande institutionele kader van de OTIF.

(10) Om het Cotif beter te monitoren en toe te passen, zal de Algemene Vergadering naar verwachting een intern besluit vaststellen inzake de monitoring en evaluatie van het rechtskader van het Cotif. Het voorgestelde besluit operationaliseert de in artikel 2, lid 1, punt e), van het Cotif omschreven OTIF-taak om toezicht te houden op de toepassing van alle regels en aanbevelingen (rechtsinstrumenten) die binnen de organisatie zijn vastgesteld. Daartoe worden in het ontwerpbesluit specifieke eisen vastgesteld voor de secretaris-generaal van de OTIF en voor de OTIF-leden, met name: de secretaris-generaal zorgt voor systematische monitoring en evaluatie van de toepassing van het verdrag; de OTIF-organen hebben het recht om het initiatief te nemen tot monitoring en evaluatie van de toepassing van een bepaald rechtsinstrument binnen het kader van hun bevoegdheid of specifieke bepalingen daarvan; de secretaris-generaal kan het initiatief nemen voor monitoring en evaluatie van elk rechtsinstrument; de OTIF-leden werken samen met de secretaris-generaal en verstrekken alle relevante informatie met het oog op de monitoring en evaluatie van rechtsinstrumenten.

(11) De Algemene Vergadering zal ook een standpunt bespreken en innemen over de laatste ontwikkelingen van het initiatief van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) inzake de eenmaking van de spoorwegwetgeving. De Algemene Vergadering kan met name haar steun uitspreken voor de opstelling en vaststelling van een interfacewet om het internationale goederenvervoer per spoor tussen Europa en Azië te vergemakkelijken, voor zover een dergelijke interfacewet niet in strijd is met de regels van het Cotif. Dit standpunt zal in november 2021 worden overgebracht aan de 74ste zitting van de werkgroep spoorwegvervoer van de VN/ECE, het permanente orgaan dat bevoegd is om beslissingen te nemen over de volgende stappen in het initiatief inzake de eenmaking van de spoorwegwetgeving.

(12) Tijdens deze zitting zal de Algemene Vergadering ook een besluit nemen over enkele wijzigingen van haar reglement van orde. Er zal een geconsolideerde versie van het reglement van orde worden aangenomen, dat in werking moet treden op de eerste dag na de 15de zitting van de Algemene Vergadering.

(13) De voorgestelde besluiten zijn in overeenstemming met het recht en de strategische doelstellingen van de Unie en moeten derhalve door de Unie worden gesteund.