Overwegingen bij COM(2021)671 - Standpunt EU in de Internationale Maritieme Organisatie over wijzigingen van de richtsnoeren in het kader van het geharmoniseerd systeem van onderzoek en certificatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) is in werking getreden op 17 maart 1958.

(2) De IMO is een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties dat verantwoordelijk is voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de scheepvaart en de preventie van verontreiniging van de zee en de lucht door schepen. Alle lidstaten van de Unie zijn lid van de IMO. De Unie is geen lid van de IMO.

(3) Krachtens artikel 15, punt j), van het verdrag kan de algemene vergadering regels en richtsnoeren voor leden vaststellen inzake maritieme veiligheid, de preventie en controle van mariene verontreiniging door schepen en andere thema’s met betrekking tot het effect van de scheepvaart op het mariene milieu, die krachtens of volgens internationale instrumenten aan de Organisatie zijn toegewezen, of wijzigingen van dergelijke regels en richtsnoeren.

(4) De algemene vergadering van de IMO zal tijdens haar 32e zitting, van 6 tot en met 15 december 2021, de richtsnoeren voor onderzoek van 2021 in het kader van het geharmoniseerd systeem van onderzoek en certificatie (HSSC) vaststellen en resolutie A.1140(31) van de algemene vergadering van de IMO intrekken, waarin de HSSC-richtsnoeren voor onderzoek van 2019 zijn opgenomen.

(5) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 32e zitting van de algemene vergadering van de IMO, aangezien wijzigingen van de HSSC-richtsnoeren voor onderzoek een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk op Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties.

(6) De vaststelling van de HSSC-richtsnoeren voor onderzoek van 2021 en de intrekking van de HSSC-richtsnoeren voor onderzoek van 2019 maken deel uit van een regelmatige herziening. De Unie moet derhalve die wijzigingen steunen, omdat zij waarborgen dat de richtsnoeren voor onderzoek up-to-date blijven.

(7) Het standpunt van de Unie zal tot uiting worden gebracht door de gezamenlijk optredende lidstaten van de Unie, die lid zijn van de algemene vergadering van de IMO.