Overwegingen bij COM(2021)745 - Standpunt EU over de verlenging van de overgangsperiode waarin het VK mag afwijken van de verplichting om persoonsgegevens van passagiers na hun vertrek uit het VK te wissen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (hierna “het Verenigd Koninkrijk” genoemd), anderzijds (hierna “de handels- en samenwerkingsovereenkomst” genoemd) 4 stelt regels vast uit hoofde waarvan persoonsgegevens van passagiers (hierna “PNR-gegevens” genoemd) mogen worden doorgegeven aan en verwerkt en gebruikt door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk voor vluchten tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk, alsook specifieke waarborgen in dat verband.

(2) Zoals is bepaald in artikel 542 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst stelt titel III van deel drie (samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie in strafzaken) van de handels- en samenwerkingsovereenkomst regels vast uit hoofde waarvan PNR-gegevens mogen worden doorgegeven aan en verwerkt en gebruikt door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk voor vluchten tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk, alsook specifieke waarborgen in dat verband.

(3) Artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk de PNR-gegevens van passagiers na hun vertrek uit het land moet wissen, tenzij uit een risicobeoordeling blijkt dat het nodig is dergelijke PNR-gegevens te bewaren.

(4) Artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk tijdelijk gedurende een overgangsperiode van lid 4 van dat artikel kan afwijken, in afwachting van de zo spoedig mogelijke tenuitvoerlegging van technische aanpassingen door het Verenigd Koninkrijk. Tijdens deze overgangsperiode moet de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk het gebruik van de PNR-gegevens die overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst moeten worden gewist, voorkomen door ten aanzien van die PNR-gegevens de aanvullende waarborgen toe te passen die zijn opgenomen in artikel 552, lid 11, punten a) tot en met d), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

(5) Artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst van toepassing is vanwege de bijzondere omstandigheden die het Verenigd Koninkrijk ervan weerhouden de technische aanpassingen aan te brengen die nodig zijn om de systemen voor de verwerking van PNR-gegevens die het Verenigd Koninkrijk heeft gebruikt terwijl het recht van de Unie op het Verenigd Koninkrijk van toepassing was, om te zetten in systemen waarmee PNR-gegevens overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zouden kunnen worden gewist.

(6) Artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat, indien de in artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde bijzondere omstandigheden aanhouden, de Partnerschapsraad de in artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde overgangsperiode met één jaar verlengt.

(7) Op 1 oktober 2021 heeft het Verenigd Koninkrijk aan het bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie een beoordeling verstrekt overeenkomstig artikel 552, lid 12, punt b), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

(8) Het Verenigd Koninkrijk concludeert dat de in artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde bijzondere omstandigheden aanhouden en verwijst in dat verband naar de specifieke situatie op grond waarvan het Verenigd Koninkrijk systemen voor de verwerking van PNR-gegevens die geconfigureerd zijn om te voldoen aan het recht van de Unie dat op lidstaten van toepassing is, moet aanpassen aan de vereisten van de handels- en samenwerkingsovereenkomst voor de internationale doorgifte van PNR-gegevens vanuit de Unie aan derde landen. Het Verenigd Koninkrijk geeft een beschrijving van de inspanningen die worden geleverd om zijn systemen voor de verwerking van PNR-gegevens om te zetten in systemen waarmee PNR-gegevens overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zouden kunnen worden gewist. Het Verenigd Koninkrijk wees erop dat het bezig was met een analyse van de juridische, technische en operationele vereisten, zowel op functioneel als op niet-functioneel gebied, om ervoor te zorgen dat zijn systemen voor de verwerking van PNR-gegevens in overeenstemming zouden zijn met artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Overeenkomstig artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie zich op 19 oktober 2021 gebogen over de beoordeling van het Verenigd Koninkrijk.

(9) Daarnaast heeft het Verenigd Koninkrijk op 1 oktober 2021 op grond van artikel 552, lid 12, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst aan het Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie tevens een verslag van het in artikel 552, lid 7, van die overeenkomst bedoelde onafhankelijke bestuursorgaan verstrekt, dat een bijlage van de in artikel 525, lid 3, van die overeenkomst bedoelde toezichthoudende autoriteit van het Verenigd Koninkrijk bevat over de vraag of de in artikel 552, lid 11, van die overeenkomst opgenomen waarborgen voor gegevensbescherming daadwerkelijk zijn toegepast.

(10) Overeenkomstig artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie zich op 19 oktober 2021 gebogen over het verslag van het Verenigd Koninkrijk. Bij die gelegenheid heeft het Verenigd Koninkrijk verklaard voornemens te zijn de bijlage bij het verslag aan te vullen in november 2021, voordat de Partnerschapsraad een besluit neemt over de verlenging van de overgangsperiode op grond van artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

(11) Gezien het bovenstaande wordt geconcludeerd dat de in artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde bijzondere omstandigheden aanhouden en dat de Partnerschapsraad, overeenkomstig artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, de in artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde overgangsperiode met één jaar moet verlengen, tot en met 31 december 2022.

(12) De handels- en samenwerkingsovereenkomst is verbindend voor alle lidstaten op grond van Besluit (EU) 2021/689, dat artikel 217 VWEU als materiële rechtsgrondslag heeft.

(13) Denemarken en Ierland zijn krachtens Besluit (EU) 2021/689 gebonden door deel III van de handels- en samenwerkingsovereenkomst en nemen derhalve deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit ter uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.