Overwegingen bij COM(2021)752 - Voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2021)752 - Voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen.
document COM(2021)752 NLEN
datum 1 december 2021
 
(1) Overeenkomstig artikel 78, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan de Raad, indien een of meer lidstaten ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in een noodsituatie terechtkomen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, voorlopige maatregelen ten gunste van de betrokken lidstaat of lidstaten vaststellen.

(2) Sinds de zomer van 2021 hebben de Unie als geheel, en Letland, Litouwen en Polen in het bijzonder, te maken met een hybride bedreiging, in de vorm van instrumentalisering van mensen, die heeft geleid tot een ongekende toename van het aantal irreguliere grensoverschrijdingen vanuit Belarus. De afgelopen jaren werden vrijwel geen pogingen ondernomen om de buitengrenzen van de EU irregulier vanuit Belarus over te steken, maar nu is dit aan de orde van de dag. Dit wordt op initiatief van het regime-Loekasjenko georganiseerd door migranten naar de grens te lokken met de medeplichtigheid van migrantensmokkelaars en criminele netwerken.

(3) Deze instrumentalisering heeft geresulteerd in een ernstige situatie voor deze migranten aan de buitengrens van de Europese Unie met Belarus. Door het optreden van Belarus is een humanitaire crisis ontstaan, die reeds een aantal doden tot gevolg heeft gehad. Belarus is primair verantwoordelijk voor de aanpak van deze crisis. Het land moet zich houden aan het Verdrag van Genève en het beginsel van non-refoulement. Daarom moet Belarus zorgen voor adequate bescherming van de migranten op zijn grondgebied en daartoe samenwerken met de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Door de beperkte toegang is het moeilijk de behoeften aan de Belarussische kant van de grens te inventariseren, maar de Commissie werkt zeer nauw samen met de Verenigde Naties en gespecialiseerde agentschappen daarvan en met relevante mensenrechtenorganisaties en humanitaire partnerorganisaties, teneinde te voorkomen dat een humanitaire crisis zich verder ontwikkelt, mede in het licht van de verslechterende weersomstandigheden. Recentelijk is er 700 000 EUR aan humanitaire financiering bijeengebracht om partners te ondersteunen bij het verlenen van bijstand aan kwetsbare personen die aan de grens en in Belarus vastzitten.

(4) Als gevolg van deze instrumentalisering zijn tot 21 november 2021 7 831 onderdanen van derde landen vanuit Belarus op ongeoorloofde wijze het grondgebied van Letland, Litouwen en Polen binnengekomen, tegenover 257 in het hele jaar 2020. In Litouwen werden 2 676 asielaanvragen ingediend, in Letland 579 en in Polen 6 730. Voorts hebben de drie lidstaten 42 741 pogingen voorkomen om de grens over te steken. Het is moeilijk een exacte schatting te geven, maar mogelijk zijn momenteel nog eens 10 000 migranten in Belarus gestrand, en komen er dagelijks nog meer aan.

(5) De Unie heeft deze instrumentalisering van kwetsbare migranten en vluchtelingen krachtig veroordeeld op het hoogste niveau. De Europese Raad heeft deze dreiging besproken tijdens zijn bijeenkomsten van juni en oktober 2021 5 . In haar toespraak over de Staat van de Unie heeft voorzitter Von der Leyen de acties van Belarus aangemerkt als een hybride aanval om Europa te destabiliseren 6 . Deze acties komen neer op een vastberaden poging om een langdurig aanhoudende crisis te creëren, in het kader van een bredere georkestreerde inspanning om de Europese Unie te destabiliseren en de samenleving en belangrijke instanties te ondermijnen. Zij vormen een reële bedreiging en actueel gevaar voor de veiligheid van de Unie.

(6) Het huidige voorstel volgt op de oproep van de Europese Raad in zijn conclusies van 22 oktober aan de Commissie om een voorstel doen voor alle noodzakelijke wijzigingen van het wettelijke kader van de Unie en voor concrete maatregelen om te zorgen voor een onmiddellijke en passende respons op de hybride bedreiging, overeenkomstig het EU-recht en de internationale verplichtingen. Het is ook een antwoord op het verzoek van de getroffen lidstaten om een beroep te kunnen doen op voorlopige maatregelen om de noodsituatie aan de buitengrenzen van de Unie doeltreffend aan te pakken. Deze maatregelen moeten Letland, Litouwen en Polen verder helpen om de huidige situatie snel onder controle te krijgen, met volledige inachtneming van de grondrechten en de internationale verplichtingen.

(7) Als reactie op de huidige noodsituatie hebben Litouwen, Letland en Polen de noodtoestand afgekondigd en hebben zij de grensbewaking en andere grenscontrolemaatregelen aangescherpt om de integriteit en veiligheid van de Unie te beschermen. Als onderdeel van deze maatregelen waren deze lidstaten gedwongen om het aantal open grensdoorlaatposten te beperken en hebben zij een aanzienlijk aantal grenswachters langs de landgrens met Belarus ingezet. Bovendien moeten zij zorgen voor het beheer van de onderdanen van derde landen die aan hun grenzen aankomen, van wie velen in de Europese Unie om internationale bescherming verzoeken of willen verzoeken, of die zich reeds op hun grondgebied bevinden.

(8) De Unie heeft haar krachtige steun betuigd aan deze lidstaten, die het doelwit zijn van het Belarussische regime en die namens de EU de buitengrens beheren.

(9) De Commissie heeft Litouwen financiële noodhulp verleend. Naast de 360 miljoen EUR die voor deze financiële periode voor deze lidstaten is uitgetrokken in het kader van het Instrument voor grensbeheer en visa BMVI, heeft de Commissie ook gezorgd voor nog eens ongeveer 200 miljoen EUR die in 2021 en 2022 beschikbaar zal zijn. Daarnaast heeft Litouwen het EU-mechanisme voor civiele bescherming geactiveerd en heeft de Commissie de bijstand van 19 lidstaten gecoördineerd. Via dat mechanisme heeft Litouwen tenten, bedden, verwarmingssystemen en andere zaken ontvangen die van cruciaal belang zijn om te voorzien in de behoeften van de migranten die zich op Litouws grondgebied bevinden. Deze optie blijft staat ook nog open voor Letland en Polen.

(10) Daarnaast hebben het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) en Europol operationele steun verleend aan de lidstaten die om hun bijstand verzochten om hen te helpen de huidige crisissituatie het hoofd te bieden. De agentschappen hebben met name deskundigen ingezet om asielaanvragen te verwerken en grenstoezicht en inlichtingenmaatregelen uit te voeren, en hebben zich ingezet om de terugkeercapaciteit te versterken en terugkeeroperaties uit te voeren. Deze operationele steun heeft al geleid tot een aanzienlijk aantal terugkeeroperaties. De agentschappen kunnen nu verdere operationele ondersteuning bieden en het is belangrijk dat de drie betrokken lidstaten deze steun ten volle benutten.

(11) Deze financiële en operationele steun is onderbouwd door maatregelen in het kader van het buitenlands beleid die gericht zijn op het aanpakken van de instrumentalisering en het beperken van aankomsten. Naast het uitgebreide pakket economische en financiële sancties, het verbod om het EU-luchtruim te gebruiken en het verbod op toegang tot EU-luchthavens voor Belarussische luchtvaartmaatschappijen als reactie op de frauduleuze verkiezingen en het omleiden van de Ryanairvlucht, heeft de Unie aanvullende maatregelen genomen als specifiek antwoord op de instrumentalisering van migranten door Belarus. Op 9 november 2021 heeft de Raad het Commissievoorstel tot gedeeltelijke opschorting van de visumversoepelingsovereenkomst tussen de EU en Belarus aangenomen. Op 15 november 2021 heeft de Raad de sanctieregeling van de EU ten aanzien van Belarus gewijzigd. De sancties richten zich nu ook op personen en entiteiten die activiteiten organiseren of meewerken aan activiteiten die ertoe bijdragen dat mensen illegaal de EU-grenzen overschrijden. Op 23 november 2021 heeft de Commissie een voorstel ingediend ter voorkoming en beperking van de activiteiten van transportondernemingen die zich inlaten met mensensmokkel of mensenhandel naar de EU, of deze faciliteren.

(12) De Commissie, de hoge vertegenwoordiger, bijgestaan door de Europese Dienst voor extern optreden, en de lidstaten hebben intensieve diplomatieke inspanningen geleverd ten aanzien van de belangrijkste landen van herkomst en doorreis om verdere toestroom van onderdanen van deze landen via Belarus te voorkomen. Daarbij ging het onder meer om toenadering tot en frequentere bezoeken aan belangrijke partnerlanden van herkomst en doorreis teneinde de Belarussische desinformatie tegen te gaan, het vertrek te beperken en steun te krijgen voor de terugname van hun eigen onderdanen die momenteel in Belarus zijn gestrand. De toenadering hield ook in dat directe contacten werden aangeknoopt met luchtvaartmaatschappijen en burgerluchtvaartautoriteiten om te zoeken naar manieren om niet-bonafide reizen naar Belarus te helpen tegengaan.

(13) Deze diplomatieke, humanitaire, operationele en financiële inspanningen van de Unie of haar lidstaten hebben tot snelle resultaten geleid. Doorreisroutes die door smokkelaars worden gebruikt om migranten naar de Belarussische grens te brengen, worden een voor een afgesloten. De door Belarus georkestreerde acties vormen echter nog steeds een reëel en actueel gevaar voor de veiligheid van de Unie en de betrokken lidstaten en voor hun territoriale integriteit. De context blijft immers zeer onstabiel: Belarus blijft migranten die nog steeds aan de buitengrens van de Unie aankomen, gebruiken, wat een hybride aanval op de EU inhoudt.

(14) Als gevolg daarvan blijft de situatie ter plaatse problematisch voor Letland, Litouwen en Polen: duizenden migranten zijn gestrand op hun grondgebied en aan de grens tussen de EU en Belarus, en er blijven nog steeds onderdanen van derde landen aankomen. Gezien de huidige onstabiele en moeilijke situatie in de drie betrokken lidstaten, moeten ten gunste van deze lidstaten voorlopige maatregelen worden vastgesteld.

(15) De maatregelen moeten de betrokken lidstaten de nodige juridische instrumenten verschaffen om snel en efficiënt te kunnen reageren op de noodsituatie die het gevolg is van de plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen waarmee Letland, Litouwen en Polen worden geconfronteerd. Deze voorlopige maatregelen kunnen alle maatregelen omvatten die nodig zijn om doeltreffend en snel op de huidige aanval te reageren. Deze maatregelen kunnen in beginsel ook afwijken van bepalingen van wetgevingshandelingen.

(16) De in dit besluit vastgestelde maatregelen zijn van tijdelijke, buitengewone en uitzonderlijke aard en moeten worden genomen om een ordelijk en waardig beheer van de migratiestromen mogelijk te maken, met volledige inachtneming van de grondrechten, en om de territoriale integriteit en de nationale veiligheid van de betrokken lidstaten te beschermen.

(17) Op basis van de beoordeling van de huidige noodsituatie wordt het vaststellen van een noodprocedure voor migratie- en asielbeheer aan de buitengrenzen, waarbij wordt afgeweken van sommige bepalingen van Richtlijn 2013/32/EU (asielprocedures), Richtlijn 2013/33/EU (opvangvoorzieningen) en Richtlijn 2008/115/EG (terugkeer), het meest geschikt geacht om de betrokken lidstaten te ondersteunen. De noodprocedure voor migratie- en asielbeheer en de operationele steunmaatregelen waarin dit besluit voorziet, moeten de betrokken lidstaat helpen de situatie op een gecontroleerde en doeltreffende manier te beheren, met volledige eerbiediging van de grondrechten en de internationale verplichtingen, zoals benadrukt in het verzoek van de Europese Raad aan de Commissie. De maatregelen in dit besluit eerbiedigen met name het recht op asiel door te zorgen voor een daadwerkelijke en doeltreffende toegang tot de procedure en het beginsel van non-refoulement.

(18) De in dit besluit vastgestelde noodprocedure voor migratie- en asielbeheer aan de buitengrenzen is in overeenstemming met en moet worden toegepast met volledige inachtneming van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name de artikelen 1, 4, 7, 24 en 18, en artikel 19, leden 1 en 2. Om met name rekening te houden met het feit dat de belangen van het kind voorop dienen te staan en met de noodzaak het gezinsleven te respecteren, en om de bescherming van de gezondheid van de betrokkenen te waarborgen, moet dit besluit voorzien in specifieke regels en waarborgen die van toepassing zijn op minderjarigen en hun familieleden en op verzoekers wier gezondheidstoestand specifieke en adequate ondersteuning vereist. De waarborgen van Richtlijn 2013/32 (asielprocedures) en Richtlijn 2013/33 (opvangvoorzieningen) met betrekking tot verzoekers met bijzondere behoeften of kwetsbaarheden moeten van toepassing blijven op personen die aan de noodprocedure voor migratie- en asielbeheer onderworpen zijn. Richtlijn 2013/33, met inbegrip van de regels en waarborgen betreffende de bewaring van personen die om internationale bescherming verzoeken, moet van toepassing blijven vanaf het moment dat een verzoek om internationale bescherming wordt gedaan. De mogelijkheid om van sommige bepalingen van deze richtlijn af te wijken, mag geen afbreuk doen aan de verplichting van de lidstaten om te allen tijde te zorgen voor eerbiediging van de menselijke waardigheid en om in het bijzonder te voorzien in de basisbehoeften van onderdanen van derde landen die onderworpen zijn aan de noodprocedure voor migratie- en asielbeheer.

(19) Het vaststellen van een noodprocedure voor migratie- en asielbeheer aan de buitengrenzen, die is afgestemd op de specifieke behoeften van de betrokken lidstaten, is noodzakelijk omdat de huidige bepalingen van de richtlijn asielprocedures niet voorzien in passende instrumenten om doeltreffend te reageren op de huidige noodsituatie die wordt gekenmerkt door de instrumentalisering van migranten door Belarus. Hoewel sommige bepalingen van de richtlijn asielprocedures (2013/32/EU) kunnen worden toegepast om de huidige situatie ordelijk aan te pakken, zijn zij niet specifiek ontworpen voor een situatie waarin de integriteit en veiligheid van de Unie worden aangevallen als gevolg van de instrumentalisering van migranten. Daarom zijn er specifieke procedurele bepalingen nodig, met name tot het vaststellen van een noodprocedure voor asiel- en migratiebeheer, om deze specifieke noodsituatie het hoofd te kunnen bieden. Voor de aspecten die niet specifiek in dit besluit zijn geregeld, zijn alle andere regels en waarborgen van de richtlijn asielprocedures van toepassing.

(20) Om de betrokken lidstaten bij te staan bij het ordelijk beheer van de migratiestromen, kunnen Letland, Litouwen en Polen in het kader van de noodprocedure voor migratie- en asielbeheer met betrekking tot onderdanen van derde landen of staatlozen die in de nabijheid van de grens met Belarus zijn aangehouden of gevonden na een illegale binnenkomst of na zich bij een grensdoorlaatpost te hebben gemeld, besluiten om verzoeken om internationale bescherming uitsluitend te registreren op specifieke, speciaal voor dit doel aangewezen registratiepunten in de nabijheid van de grens, bijvoorbeeld specifieke grensdoorlaatposten, en om het indienen van die verzoeken alleen effectief mogelijk te maken op de specifieke punten die daartoe zijn aangewezen en die gemakkelijk toegankelijk moeten zijn. Een daadwerkelijke en doeltreffende toegang tot de procedure voor internationale bescherming moet niettemin worden gewaarborgd overeenkomstig artikel 18 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Daartoe moeten Letland, Litouwen en Polen ervoor zorgen dat voldoende registratiepunten, waaronder grensdoorlaatposten, worden aangewezen en open zijn. Verzoekers moeten naar behoren worden geïnformeerd over de plaatsen waar hun verzoek zal worden geregistreerd en kan worden ingediend.

(21) Om ervoor te zorgen dat de betrokken lidstaten over de nodige flexibiliteit beschikken en te voorkomen dat Belarus specifieke categorieën onderdanen van derde landen in het vizier neemt, moet het krachtens de bij dit besluit vastgestelde noodprocedure voor migratie- en asielbeheer voor de betrokken lidstaten mogelijk zijn om in het kader van een grensprocedure uit hoofde van artikel 43 van de richtlijn asielprocedures een besluit te nemen over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van alle verzoeken om internationale bescherming van onderdanen van derde landen of staatlozen die na een illegale binnenkomst zijn aangehouden of gevonden in de nabijheid van de grens met Belarus of zich bij grensdoorlaatposten hebben gemeld. De waarborgen van hoofdstuk II van de richtlijn asielprocedures moeten in acht worden genomen.

(22) In de noodprocedure voor migratie- en asielbeheer moeten het belang van het kind en de waarborgen voor verzoekers met medische aandoeningen voor de bevoegde autoriteiten vooropstaan. Daarom moeten Letland, Litouwen en Polen, in het kader van de noodprocedure voor migratie- en asielbeheer, voorrang geven aan de behandeling van verzoeken van dergelijke personen met gegronde claims en claims van minderjarigen en hun familieleden. Voorts mogen Letland, Litouwen en Polen, wanneer de gezondheidstoestand van de verzoeker het niet mogelijk maakt het verzoek aan de grens of in transitzones te behandelen, de grensprocedure niet toepassen. Dit is ook het geval als de gezondheidsproblemen tijdens de behandeling van het verzoek aan het licht komen. Indien tijdens de behandeling van het verzoek blijkt dat een verzoeker bijzondere procedurele waarborgen behoeft en dat er geen passende steun kan worden geboden in het kader van de asielprocedure aan de grens overeenkomstig artikel 24, lid 3, van de richtlijn asielprocedures, moet de betrokken lidstaat de verzoeker verwijzen naar de normale procedure op zijn grondgebied.

(23) Overeenkomstig artikel 26, lid 1, van de richtlijn asielprocedures mogen de lidstaten een persoon niet in bewaring houden uitsluitend omdat hij een verzoeker is. In geval van bewaring moeten de in artikel 8 van de richtlijn opvangvoorzieningen genoemde gronden en voorwaarden van toepassing zijn. Overeenkomstig artikel 8, lid 3, punt c), van de richtlijn opvangvoorzieningen kan een verzoeker in bewaring worden gehouden om in het kader van een procedure een beslissing te nemen over diens recht om het grondgebied te betreden. Artikel 8, lid 2, bepaalt ook dat de lidstaten een verzoeker alleen in bewaring mogen houden wanneer andere, minder dwingende maatregelen – zoals beperkingen van de bewegingsvrijheid op grond van artikel 7 – niet effectief kunnen worden toegepast. De waarborgen voor bewaring waarin de richtlijn opvangvoorzieningen voorziet, moeten van toepassing zijn, met name voor specifieke groepen zoals minderjarigen en hun families. Alternatieven voor bewaring, zoals beperkingen van de bewegingsvrijheid, kunnen in de huidige omstandigheden even doeltreffend zijn als bewaring en moeten daarom door de autoriteiten worden overwogen, met name ten aanzien van minderjarigen.

(24) De noodprocedure voor migratie- en asielbeheer uit hoofde van dit besluit biedt de lidstaten de mogelijkheid om de registratietermijn voor verzoeken om internationale bescherming te verlengen tot maximaal vier weken, en de maximumduur voor het toepassen van een grensprocedure tot zestien weken, tijdens welke termijn een beslissing over het verzoek moet worden genomen, met inbegrip van een beslissing over een mogelijk beroep tegen een negatieve beslissing. Deze procedurele termijnen, die langer zijn dan die van de richtlijn asielprocedures, zijn bedoeld om de betrokken lidstaten te helpen bij de aanpak van de plotse toestroom in een situatie van instrumentalisering van migranten. In de huidige situatie moeten de betrokken lidstaten middelen herbestemmen om hun territoriale integriteit te beschermen, en daarnaast ook zorgen voor het beheer van de onderdanen van derde landen die aan hun grenzen aankomen of zich reeds op hun grondgebied bevinden. Als gevolg daarvan is het mogelijk dat de betrokken lidstaten tijd nodig hebben om hun middelen te reorganiseren en hun capaciteit te vergroten, onder meer met de steun van de EU-agentschappen. Bovendien zal het aantal verzoekers in het kader van de grensprocedure groter zijn dan onder normale omstandigheden, zodat de betrokken lidstaat wellicht meer tijd nodig heeft om beslissingen te kunnen nemen zonder toegang tot het grondgebied toe te staan. Letland, Litouwen en Polen moeten echter voorrang geven aan de registratie van verzoeken van minderjarigen en hun familieleden.

(25) Geweld aan de grens moet koste wat het kost worden voorkomen, niet alleen om de territoriale integriteit en veiligheid van de betrokken lidstaat te beschermen, maar ook om de beveiliging en veiligheid te waarborgen van onderdanen van derde landen, met inbegrip van gezinnen en kinderen die vreedzaam wachten op hun kans om asiel aan te vragen in de Unie. Wanneer de betrokken lidstaten aan hun buitengrens worden geconfronteerd met gewelddadige acties, onder meer in het kader van pogingen van onderdanen van derde landen om massaal toegang te forceren waarbij onevenredige gewelddadige middelen worden gebruikt, moeten de betrokken lidstaten overeenkomstig hun nationale recht de nodige maatregelen kunnen nemen om de veiligheid en de openbare orde te handhaven en de doeltreffende toepassing van dit besluit te waarborgen.

(26) Artikel 18, lid 9, van Richtlijn 2013/33/EU biedt de lidstaten de mogelijkheid om in naar behoren gemotiveerde gevallen tijdelijk andere dan de in die richtlijn genoemde regels inzake materiële opvangvoorzieningen vast te stellen. De huidige noodsituatie is een uitzonderlijke situatie die rechtvaardigt dat andere materiële opvangvoorzieningen worden geboden, aangezien er sprake is van een plotse en onvoorziene stroom van onderdanen van derde landen die aan de grens moeten worden verwerkt en waarvoor moet worden gezorgd. Daarom moeten de betrokken lidstaten in de huidige noodsituatie kunnen afwijken van de normen van de richtlijn opvangvoorzieningen en aan onderdanen van derde landen en staatlozen tijdelijk onderdak kunnen bieden dat aangepast is aan seizoensgebonden weersomstandigheden, en in hun basisbehoeften kunnen voorzien, met name door voedsel, water, kleding, adequate medische zorg en bijstand aan kwetsbare personen te verstrekken, met volledige eerbiediging van het recht op menselijke waardigheid.

(27) Om Letland, Litouwen en Polen in staat te stellen beter het hoofd te bieden aan de noodsituatie die wordt gekenmerkt door de huidige irreguliere stromen van onderdanen van derde landen, en teneinde de grensmaatregelen en de asielprocedure aan de buitengrens aan te vullen en een optimale samenhang daarmee te waarborgen, moeten de betrokken lidstaten voorlopig kunnen afwijken van de toepassing van Richtlijn 2008/115/EG (de terugkeerrichtlijn) met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen wier verzoek om internationale bescherming is afgewezen in het kader van een asielprocedure als bedoeld in dit besluit. Wanneer een volgend verzoek enkel wordt ingediend om de terugkeer uit te stellen of te verijdelen, kunnen de lidstaten dat verzoek overeenkomstig artikel 33, lid 2, punt d), van de richtlijn asielprocedures als niet-ontvankelijk beschouwen. Dit besluit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor Letland, Litouwen en Polen om op grond van artikel 2, lid 2, punt a), van Richtlijn 2008/115/EG af te wijken van die richtlijn met betrekking tot illegaal verblijvende onderdanen van derde landen die zijn aangehouden in verband met de irreguliere overschrijding over land, over zee of door de lucht van de buitengrens van een lidstaat en die vervolgens geen toestemming of recht hebben gekregen om in die lidstaat te verblijven.

(28) Wanneer wordt afgeweken van de toepassing van de terugkeerrichtlijn moeten Letland, Litouwen en Polen ervoor zorgen dat het beginsel van non-refoulement volledig wordt nageleefd en terdege rekening houden met het belang van het kind, het familie- en gezinsleven en de gezondheidstoestand van de betrokken onderdaan van een derde land, zoals verder in de terugkeerrichtlijn is bepaald wat afwijkingen betreft. Zij moeten er ook voor zorgen dat de behandeling en het niveau van bescherming met betrekking tot beperkingen van het gebruik van dwangmaatregelen, uitstel van verwijdering, spoedeisende gezondheidszorg en behoeften van kwetsbare personen en detentieomstandigheden niet minder gunstig zijn dan die waarin de terugkeerrichtlijn voorziet.

(29) Letland, Litouwen en Polen moeten onderdanen van derde landen in kennis stellen van de maatregelen die overeenkomstig dit besluit worden toegepast. Met name moeten Letland, Litouwen en Polen onderdanen van derde landen of staatloze personen in een taal die de onderdaan van een derde land begrijpt of redelijkerwijs geacht wordt te begrijpen, informeren over de toegepaste maatregelen, de punten die toegankelijk zijn voor de registratie en indiening van een verzoek om internationale bescherming, met name de locatie van het dichtstbijzijnde punt waar zij een verzoek om internationale bescherming kunnen indienen, de mogelijkheid om de beslissing over het verzoek aan te vechten en de duur van de maatregelen.

(30) Om de betrokken lidstaat te ondersteunen bij het verlenen van de nodige bijstand aan onderdanen van derde landen die onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen, onder meer door activiteiten op het gebied van vrijwillige terugkeer te bevorderen of door hun humanitaire taken uit te voeren, moeten VN-agentschappen en andere relevante partnerorganisaties, met name de Internationale Organisatie voor Migratie en de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-verenigingen, effectieve toegang hebben tot de grens onder de voorwaarden van de richtlijn opvangvoorzieningen en de richtlijn asielprocedures. Overeenkomstig artikel 29 van de richtlijn asielprocedures moet de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen toegang krijgen tot verzoekers, ook aan de grens. Daartoe moeten Letland, Litouwen en Polen nauw samenwerken met VN-agentschappen en relevante partnerorganisaties.

(31) Letland, Litouwen en Polen mogen maatregelen uit hoofde van dit besluit slechts toepassen zolang dat strikt noodzakelijk is om de noodsituatie aan te pakken, en in geen geval langer dan zes maanden. Indien de situatie die tot de toepassing van deze specifieke maatregelen heeft geleid, vóór deze periode van zes maanden zou ophouden te bestaan, moeten de betrokken lidstaten de toepassing ervan onmiddellijk beëindigen. De Commissie moet, in samenwerking met de betrokken lidstaten en de betrokken EU-agentschappen, de situatie voortdurend volgen en evalueren en, in voorkomend geval, de Raad en de betrokken lidstaten voorstellen de toepassing van de maatregelen in dit besluit of de eventuele verlenging ervan te beëindigen door middel van een voorstel uit hoofde van artikel 78, lid 3, VWEU.

(32) Naar aanleiding van een verzoek om steun van Letland, Litouwen en Polen moeten de agentschappen van de Europese Unie hun behoeften in samenwerking met hen beoordelen. Om bijstand te verlenen aan de drie lidstaten die worden geconfronteerd met specifieke uitdagingen als gevolg van de instrumentalisering van migranten door Belarus, moeten de Europese grens- en kustwacht (Frontex), het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) en Europol alsook de lidstaten, Letland, Litouwen en Polen passende ondersteuning bieden door voorrang te geven aan de nodige middelen, en tegelijkertijd te blijven voorzien in de behoeften van andere lidstaten die met migratiedruk te maken hebben.

(33) Om bijstand te verlenen aan de drie lidstaten die worden geconfronteerd met specifieke uitdagingen als gevolg van de instrumentalisering van migranten, moet de Europese grens- en kustwacht (Frontex), op verzoek van de betrokken lidstaten, bij voorrang steun geven aan deze drie lidstaten. In dit verband moet de uitvoerend directeur van Frontex, op verzoek van een van deze lidstaten, een snelle grensinterventie of een terugkeerinterventie van beperkte duur op het grondgebied van de betrokken gastlidstaat starten en de nodige middelen inzetten. Daarnaast moet Frontex op verzoek prioriteit geven aan het verlenen van alle andere vormen van bijstand, zoals de Fusion Services van Eurosur of risicoanalyseproducten, alsook aan het verstrekken van de noodzakelijke uitrusting om de grensbewaking te verbeteren. Een situatie van instrumentalisering van migranten moet er bovendien toe leiden dat het Europees Grens- en kustwachtagentschap een specifieke kwetsbaarheidsbeoordeling uitvoert, ook om eventuele verdere behoeften aan steun te beoordelen.

(34) Om bijstand te verlenen aan deze lidstaten, die worden geconfronteerd met specifieke uitdagingen als gevolg van de instrumentalisering van migranten, moet het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) bij de toepassing van de afwijkingen in dit besluit, op verzoek van de betrokken lidstaten, bij voorrang steun in de vorm van de nodige middelen geven aan Letland, Litouwen en Polen, met name door het inzetten van asielondersteuningsteams om onder meer bijstand te verlenen bij de registratie en verwerking van aanvragen, het identificeren en beoordelen van kwetsbaarheden, het waarborgen van adequate opvangvoorzieningen of het verstrekken van de nodige vertaaldiensten, expertise en opleiding.

(35) Om bijstand te verlenen aan de drie lidstaten, die worden geconfronteerd met specifieke uitdagingen als gevolg van de instrumentalisering van migranten, moet Europol hen op verzoek van de betrokken lidstaten ondersteunen door deskundigen in te zetten, hun verzoeken bij voorrang te behandelen, analyseproducten op maat aan te bieden, zoals dreigingsevaluaties, strategische en operationele analyses en situatieverslagen, en de lidstaten blijven ondersteunen bij de bestrijding van migrantensmokkel en daarmee verband houdende misdrijven.

(36) In voorkomend geval moeten de agentschappen van de Europese Unie oproepen doen uitgaan om deskundigen ter beschikking te stellen teneinde te voldoen aan het verzoek om steun van Letland, Litouwen of Polen. In dat geval moeten de lidstaten worden aangemoedigd om zo spoedig mogelijk de nodige deskundigen met de juiste profielen ter beschikking te stellen. In het kader van een snelle grensinterventie of een terugkeerinterventie die door het Europees Grens- en kustwachtagentschap wordt georganiseerd, moeten de lidstaten worden aangemoedigd om hun respectieve bijdragen te leveren voor de inzet van teams van het permanente korps, onder meer uit de snel inzetbare reserve, of voor de inzet van alle noodzakelijke uitrusting, onder meer in het kader van de pool van snel inzetbare uitrusting. De lidstaten moeten ook worden aangemoedigd Letland, Litouwen en Polen te steunen bij terugkeermaatregelen en hun contacten met derde landen.

(37) Daar de doelstellingen van dit besluit niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(38) Dit besluit eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd.

(39) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het VEU en het VWEU, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat.

(40) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat.

(41) Gezien het spoedeisende karakter van de situatie moet dit besluit in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(42) Vanwege hun voorlopige aard moeten de vastgestelde maatregelen beperkt zijn in de tijd en eindigen zodra de huidige noodsituatie is geëindigd.

(43) Personen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit uit Belarus in Letland, Litouwen en Polen zijn aangekomen, moeten binnen de werkingssfeer van dit besluit vallen indien zij nog niet zijn geregistreerd of hun terugkeerprocedure nog niet is ingeleid.