Overwegingen bij COM(2022)15 - Mobiliteit van jonge vrijwilligers in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2022)15 - Mobiliteit van jonge vrijwilligers in de EU.
document COM(2022)15 NLEN
datum 5 april 2022
 
(1) Op 15 september 2021 heeft voorzitter Von der Leyen in haar toespraak over de Staat van de Europese Unie 23 aangekondigd dat de Europese Commissie zou voorstellen 2022 uit te roepen tot Europees Jaar van de jeugd, “dat in het teken staat van de jongeren, die zoveel hebben overgehad voor anderen”. In het kader van het Europees Jaar van de jeugd zullen onder meer uit het overheidsbeleid op EU-, nationaal, regionaal en lokaal niveau voortvloeiende mogelijkheden voor jongeren worden gepromoot om hun persoonlijke, sociale en professionele ontwikkeling in een groene, digitale en inclusieve wereld te ondersteunen.

(2) Zoals benadrukt in de resolutie van het Europees Parlement over de gevolgen van COVID‑19 voor jongeren en sport (2020/2864(RSP)) 24 stonden jongeren centraal bij door solidariteit ingegeven activiteiten om aan de behoeften van hun gemeenschappen in het licht van de COVID‑19-pandemie tegemoet te komen, van het voeren van bewustmakingscampagnes tot werken in de frontlinie in het kader van het Europees Solidariteitskorps, en ander vrijwilligerswerk.

(3) Via hun vrijwilligersactiviteiten in het kader van het Europees Solidariteitskorps en andere regelingen geven jongeren concrete invulling aan de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), waarin de wens van de ondertekenaars wordt uitgedrukt om de solidariteit tussen de volkeren van Europa te verdiepen, en aan artikel 2 VEU, waarin solidariteit wordt genoemd als een van de waarden die de lidstaten gemeen hebben.

(4) De ervaringen met het Europees vrijwilligerswerk (1996‑2018) en het Europees Solidariteitskorps zijn weliswaar succesvol, maar hebben aangetoond dat transnationaal vrijwilligerswerk verder moet worden gefaciliteerd. In dit verband heeft de Raad opgeroepen tot de herziening van Aanbeveling van de Raad van 20 november 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie (“de aanbeveling van de Raad van 2008”), om het potentieel van de Europese jeugdprogramma’s om jongeren te bereiken en bij te dragen tot de opbouw van een gemeenschap, te versterken 25 . Dit komt met name tot uiting in bijlage 4 over het werkplan voor de EU-strategie voor jongeren 2019‑2021. Voorts wordt in het verslag van de Commissie over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren van 14 september 2021 26 verwezen naar de herziening van de aanbeveling van de Raad van 2008.

(5) De meeste problemen die in de aanbeveling van de Raad van 2008 zijn aangehaald, zijn nog steeds cruciaal en zijn in dit voorstel overgenomen. Door verschillende ontwikkelingen die zich sinds 2008 hebben voorgedaan, is de actualisering van de aanbeveling van de Raad van 2008 noodzakelijk geworden. Een belangrijke ontwikkeling is de lancering van het Europees Solidariteitskorps in 2016 en de invoering van nieuwe nationale regelingen voor vrijwilligerswerk, ook met transnationale elementen die soms zeer gelijkaardige mogelijkheden bieden voor jongeren. In de EU-strategie voor jongeren 2019‑2027 27 werden de lidstaten en de Commissie verzocht om, in het kader van hun respectieve bevoegdheden, te streven naar complementariteit en synergieën tussen EU-financieringsinstrumenten en nationale, regionale en lokale regelingen.

(6) Uit een evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en de aanbeveling van de Raad van 2008 28 bleek dat de behoefte aan inclusie van mensen uit kansarme milieus in 2015 een dringender probleem was dan in 2008. Andere behoeften die werden vastgesteld maar niet werden aangepakt in de aanbeveling van 2008, waren onder meer kwaliteitsborging voor vrijwilligersprojecten, mogelijkheden voor capaciteitsopbouw voor organisaties en een beter toezicht op de uitvoering van de aanbeveling. Een deskundigengroep heeft verdere beleidsaanbevelingen 29 gedaan, die ook betrekking hadden op het delen van kennis en netwerken, toegang tot vrijwilligerswerk, administratieve belemmeringen, bewustmaking, erkenning, digitaal vrijwilligerswerk en de milieucontext en ten grondslag lagen aan de voorgestelde aanbeveling.

(7) Sinds 2008 hebben crises ernstige gevolgen gehad, met bijvoorbeeld verstoringen van de transnationale fysieke mobiliteit van vrijwilligers. Uit de COVID‑19-pandemie bleek hoe belangrijk het is te allen tijde de gezondheid en veiligheid van alle deelnemers te waarborgen, onder meer door voorzieningen te treffen om de mogelijke gevolgen van onvoorziene omstandigheden te beheersen. Bovendien had het begrip “transnationaal vrijwilligerswerk” gedurende lange tijd in de praktijk uitsluitend betrekking op activiteiten met fysieke mobiliteit. Door de technologische vooruitgang en ingevolge de COVID‑19-pandemie hebben zich echter nieuwe trends op het gebied van vrijwilligerswerk voorgedaan. Digitaal vrijwilligerswerk heeft aangetoond dat het een aanvulling kan vormen op “standaard” vrijwilligerswerk met fysieke mobiliteit of zelfs een alternatieve vorm van vrijwilligerswerk kan worden, met name voor jongeren die niet in staat zijn fysiek te reizen. De intergenerationele dimensie van vrijwilligerswerk heeft ook duidelijk aangetoond hoe belangrijk vrijwilligerswerk is om de demografische uitdagingen van onze samenleving aan te pakken. De bezorgdheid over het milieu en de klimaatverandering staat bovenaan op de politieke agenda van de EU. Bij activiteiten waarbij sprake is van transnationale mobiliteit, moet daarmee rekening worden gehouden.

(8) De mededeling over de totstandbrenging van de Europese onderwijsruimte tegen 2025 30 benadrukte het belang van inclusiviteit, kwaliteit en erkenning van grensoverschrijdende ervaringen in het kader van het Europees Solidariteitskorps. Om gemeenschappen en jonge vrijwilligers ten goede te komen, moeten vrijwilligersactiviteiten de kwaliteit van de beschikbare mogelijkheden en passende ondersteuning van deelnemers in elke fase van hun vrijwilligerservaring waarborgen.

(9) Een van de eerste problemen waarmee jongeren die geïnteresseerd zijn in transnationaal vrijwilligerswerk te maken krijgen, is de toegang tot gebruiksvriendelijke informatie over hun status en rechten als vrijwilliger op een specifieke nationale website, waardoor zij zich van bij het begin van hun transnationale vrijwilligersactiviteit ten volle bewust zijn van de gevolgen ervan voor hun socialezekerheidsrechten in de ontvangende lidstaat en in de lidstaat waar zij hun gewone verblijfplaats hebben 31 . Krachtens Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing zijn de Commissie en de lidstaten reeds verplicht om EU-burgers gebruikersvriendelijke online informatie te verstrekken over de in het recht van de Unie en de lidstaten vastgestelde rechten, verplichtingen en regels op het gebied van vrijwilligerswerk in een andere lidstaat 32 .

(10) Veel kwesties in verband met transnationale mobiliteit kunnen niet alleen op nationaal niveau worden aangepakt, aangezien zowel de uitzendende als de ontvangende lidstaten bij de activiteiten betrokken zijn. Randvoorwaarden, zoals met betrekking tot socialezekerheidsdekking, kunnen van lidstaat tot lidstaat verschillen en belangrijke belemmeringen vormen voor grensoverschrijdende mobiliteit. De aanbeveling van de Raad van 2008 riep al op tot het onderzoeken van “relevante socialebeschermingsvoorschriften via de passende bestaande EU-fora teneinde de mogelijkheden uit hoofde van de EU- en de nationale wetgeving ten volle te benutten”.

(11) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Actieplan inzake integratie en inclusie 2021 2027 33 erkent de rol van vrijwilligerswerk bij de integratie en inclusie van kansarmen. Voor velen van hen zijn vrijwilligersactiviteiten wellicht de meest toegankelijke mogelijkheid om deel te nemen aan grensoverschrijdende mobiliteit. Onderdanen van derde landen kunnen stuiten op administratieve en praktische belemmeringen voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk als zij een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning moeten aanvragen met het oog op vrijwilligerswerk in een andere lidstaat.

(12) Via vrijwilligerswerk kunnen vrijwilligers leerresultaten behalen die hun inzetbaarheid vergroten. Er bestaan nationale of EU-kaders (namelijk Youthpass 34 en Europass 35 ) ter ondersteuning van de identificatie, documentatie en validatie van leerresultaten van vrijwilligersactiviteiten. De aanbeveling van de Raad van 20 december 2012 betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren 36 nodigde werkgevers, jongeren en maatschappelijke organisaties uit om de identificatie en documentatie van op het werk of via vrijwilligersactiviteiten verworven leerresultaten te bevorderen en te vergemakkelijken. In de evaluatie 37 van de aanbeveling van de Raad van 2012 zijn gebieden vastgesteld waarop nadere maatregelen nodig zijn om de doelstellingen van de aanbeveling van de Raad van 2012 te verwezenlijken, om mensen toegang te bieden tot meer en betere validatiemogelijkheden, waardoor zij verder kunnen leren en hun vaardigheden in de Europese samenleving en op de arbeidsmarkt goed kunnen benutten. Het Europass-besluit van 16 april 2018 rekent vrijwilligers tot zijn doelgroepen.

(13) Ingevolge nieuwe ontwikkelingen sinds 2008, gegevens over belemmeringen voor transnationaal vrijwilligerswerk en de beleidsaanbevelingen van een deskundigengroep inzake de bevordering van de mobiliteit van jonge vrijwilligers, is een nieuwe aanbeveling van de Raad over vrijwilligerswerk noodzakelijk, om de kwaliteit van transnationaal vrijwilligerswerk voor jongeren te faciliteren en te verbeteren en wederzijds leren, netwerken en synergieën tussen vrijwilligersprogramma’s in de lidstaten en het Europees Solidariteitskorps aan te moedigen.

(14) Deze aanbeveling is volledig in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.

ERKENT HETGEEN VOLGT:

1. De definitie van “vrijwilligerswerk” die voor de toepassing van deze aanbeveling wordt gebruikt, is dezelfde als die van Verordening (EU) 2021/888 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps”, namelijk een solidariteitsactiviteit die gedurende een periode van maximaal twaalf maanden plaatsvindt als vrijwillige onbetaalde 38 activiteit en bijdraagt tot de verwezenlijking van het algemeen belang. Wanneer transnationale regelingen in de lidstaten voorzien in solidariteitsactiviteiten met een duur van meer dan twaalf maanden die verder voldoen aan de definitie van vrijwilligerswerk, moeten deze voor de toepassing van deze aanbeveling als vrijwilligerswerk worden beschouwd en dus in het toepassingsgebied ervan worden opgenomen.

2. Vrijwilligerswerk voor jongeren dat onder deze aanbeveling valt, omvat vrijwilligerswerk in de hele EU door EU-onderdanen of onderdanen van derde landen die in een lidstaat verblijven en zich naar een andere lidstaat verplaatsen met het oog op vrijwilligerswerk in het kader van het Europees Solidariteitskorps of nationale regelingen voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk in de lidstaten. Voor zover mogelijk moeten de maatregelen die de lidstaten en de Commissie naar aanleiding van deze aanbeveling nemen, ook rekening houden met grensoverschrijdende vrijwilligersactiviteiten tussen lidstaten en derde landen. Vrijwilligersactiviteiten mogen geen negatieve gevolgen hebben voor potentiële of bestaande banen of als vervanging daarvan worden beschouwd. De termen “jeugd” en “jong” hebben betrekking op de leeftijdsgroep van 18 tot 30 jaar.

3. Kansarme jongeren zijn jongeren die om economische, sociale, culturele, geografische of gezondheidsredenen, wegens een migratieachtergrond, een handicap of onderwijsproblemen, of om enige andere reden, met inbegrip van een reden die aanleiding kan geven tot discriminatie in de zin van artikel 12 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, kampen met belemmeringen die hen beletten daadwerkelijk toegang te krijgen tot mogelijkheden 39 .


BEVEELT AAN DAT DE LIDSTATEN:

Transnationaal vrijwilligerswerk in Europa en daarbuiten blijven bevorderen, daarbij terdege rekening houdend met de nationale kaders en wetgeving op het gebied van vrijwilligersactiviteiten, de algemene nationale prioriteiten van de lidstaten, de bestaande plaatselijke mogelijkheden en de stelsels voor overheidsuitgaven.

Daartoe de uitwerking van de onderstaande actielijnen vergemakkelijken:

1. het overwegen van maatregelen die bijdragen tot de ontwikkeling van een adequaat en duidelijk wetgevings- en uitvoeringskader voor de gezondheid en veiligheid van deelnemers aan transnationale vrijwilligersactiviteiten door:

a) ervoor te zorgen dat organisatoren die betrokken zijn bij de uitvoering van vrijwilligersactiviteiten beschikken over duidelijke en betrouwbare procedures om vrijwilligers te verzorgen en bij te staan in geval van crises, noodsituaties en andere onvoorziene omstandigheden;

b) ervoor te zorgen dat alle vrijwilligers kunnen genieten van een adequate en ononderbroken socialezekerheidsdekking (onder meer door het ontwikkelen van verzekeringsmogelijkheden voor specifieke groepen vrijwilligers, bijvoorbeeld jongeren met een handicap, in nauwe samenwerking met verzekeraars);

c) verdere relevante socialebeschermingsvoorschriften te onderzoeken via de passende bestaande EU-fora om de mogelijkheden uit hoofde van de EU- en de nationale wetgeving ten volle te benutten;

2. het verstrekken van en bekendheid geven aan informatie over de rechten van vrijwilligers zoals bepaald in het hierboven beschreven specifieke kader, met name:

a) het beschikbaar stellen van praktische en volledige informatie voor vrijwilligers over de nationale wettelijke en bestuurlijke regels inzake vrijwilligerswerk en de impact van vrijwilligerswerk in een andere lidstaat op de bestaande en toekomstige socialezekerheidsrechten 40 van de vrijwilliger (zowel voor inkomende als uitgaande EU-vrijwilligers) op een specifieke nationale website die toegankelijk is voor personen met een handicap;

b) het aanmoedigen van organisatoren van bestaande nationale regelingen voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk om de aandacht te vestigen op relevante nationale en Europese websites 41 die vrijwilligers informeren over hun rechten en plichten en over de toepasselijke regels met betrekking tot vrijwilligerswerk in een andere lidstaat;

3. het verbeteren van de kwaliteit van de mogelijkheden voor vrijwilligerswerk door organisatoren van vrijwilligersactiviteiten in het kader van nationale regelingen te ondersteunen bij hun inspanningen op het vlak van capaciteitsopbouw. Dit kan met name worden bereikt door:

a) het aanmoedigen van de organisatoren in zowel de uitzendende als de ontvangende lidstaat om samen te werken, onder meer door voldoende informatie te verstrekken over de vrijwilligersactiviteit, de organisatoren en de vrijwilliger, zodat beide partijen een geïnformeerd besluit kunnen nemen over de duurzaamheid van de activiteit en aan alle wettelijke vereisten kunnen voldoen;

b) het aanmoedigen van de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten, met inbegrip van degenen die vrijwilligersactiviteiten op commerciële grondslag 42 organiseren, om de nadruk te leggen op kwaliteit, onder meer door de organisatie van vrijwilligersactiviteiten te steunen op een analyse die aan identificeerbare behoeften beantwoordt en tot gunstige resultaten in lokale gemeenschappen leidt;

c) het aanmoedigen van de organisatoren van transnationale vrijwilligersactiviteiten om voldoende nadruk te leggen op de educatieve dimensie van vrijwilligersactiviteiten, met inbegrip van het leren van talen in het kader van transnationaal vrijwilligerswerk;

d) het ondersteunen van de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten bij de toepassing van een systematischere en algemenere toepassing van bestaande nationale of EU-kaders (namelijk Youthpass en Europass) om de identificatie, documentatie en validatie van leerresultaten van vrijwilligersactiviteiten te ondersteunen;

e) het erkennen van jeugdwerk als een van de voornaamste instrumenten voor de ontwikkeling van de kwaliteit van vrijwilligersactiviteiten in de EU en het op die manier bijdragen tot de uitvoering van de Europese jeugdwerkagenda 43 ;

f) het ondersteunen van de opleiding van jeugdwerkers en het erkennen van de sleutelrol ervan bij het bijstaan en begeleiden van jonge vrijwilligers door middel van een hoogwaardige ervaring met vrijwilligerswerk;

g) het aanmoedigen van de organisatoren van transnationale vrijwilligersactiviteiten om het kwaliteitskeurmerk van het Europees Solidariteitskorps aan te vragen;

h) het ontwikkelen en bevorderen van algemene kwaliteitsnormen voor vrijwilligerswerk, met gebruikmaking van het uitgebreide systeem van kwaliteits-, steun-, inclusie- en certificeringsmaatregelen van Verordening (EU) 2021/888 44 , waar dat gezien de nationale context mogelijk is;

i) het nemen van maatregelen om ervoor te zorgen dat vrijwilligersactiviteiten niet leiden tot vervanging van werkgelegenheid;

4. ervoor zorgen dat de toegang tot transnationale vrijwilligersactiviteiten een realistische mogelijkheid is voor alle jongeren, met inbegrip van kansarme jongeren, onder meer door:

a) het ondersteunen van de oprichting en/of werking van nationale gateways en regionale en lokale structuren om informatie en begeleiding te verstrekken in verband met bestaande mogelijkheden voor vrijwilligerswerk, in vormen die toegankelijk zijn voor personen met een handicap, potentiële jonge vrijwilligers, met inbegrip van kansarme jongeren, maatschappelijke en solidariteitsorganisaties en andere belanghebbenden op het terrein. Deze structuren kunnen alumninetwerken en lokale jeugdwerkers omvatten, die gebruikmaken van hun capaciteit om potentiële kandidaten voor vrijwilligerswerk mondiger te maken en te ondersteunen. In voorkomend geval zouden zij kunnen samenwerken met de nationale agentschappen die het Europees Solidariteitskorps uitvoeren;

b) het vergemakkelijken van de toegang tot transnationale vrijwilligerservaringen voor kansarme jongeren door het bevorderen van gerichte informatie en bewustmaking door relevante organisaties en netwerken 45 , onder meer door bewustmaking van het belang van interculturele competenties en het leren van talen als opstap voor transnationale mobiliteit;

c) het aanmoedigen van de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten om sociale inclusie te bevorderen, met name van kansarme jongeren, onder meer door te zorgen voor redelijke en passende voorzieningen en door de toegankelijkheid voor personen met een handicap te waarborgen;

d) het ondersteunen van de relevante organisaties en netwerken bij de bevordering van kortlopende, deeltijdse en lokale vrijwilligersactiviteiten als een mogelijke eerste stap in de richting van deelname aan transnationale activiteiten en het verstrekken van aanvullende gerichte steun voor de ontwikkeling van mogelijkheden voor vrijwilligerswerk die gericht zijn op jongeren die om verschillende redenen niet aan fysieke transnationale mobiliteit kunnen deelnemen, met name door digitale of gemengde mogelijkheden voor vrijwilligerswerk te bieden;

e) het ondersteunen van de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten bij de integratie van aspecten van inclusie van kansarme jongeren in hun projecten 46 , onder meer door hen in contact te brengen met deskundigen van diensten die belast zijn met de bevordering van sociale inclusie, die hen kunnen ondersteunen en opleiden;

f) het verlenen van gerichte steun voor de ontwikkeling van vrijwilligersactiviteiten, met name het bevorderen van inclusie, gelijkheid en versterking van de positie van kansarme groepen of groepen die een risico lopen op discriminatie, het stimuleren van jonge vrijwilligers uit deze gemeenschappen om vrijwilligerswerk te doen en als rolmodel in hun eigen gemeenschap op te treden;

g) het verder promoten van bestaande transnationale instrumenten die de mobiliteit van jongeren kunnen bevorderen, zoals mobiliteitskaarten, en het aanmoedigen van het gebruik ervan in alle transnationale vrijwilligersactiviteiten 47 ;

h) het oplossen, waar mogelijk en onverminderd het Schengenacquis en het Unierecht inzake de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen, van administratieve en praktische problemen bij het verkrijgen van visa voor verblijf van langere duur en/of verblijfsvergunningen voor onderdanen van derde landen met het oog op vrijwilligerswerk;

5. het bewustzijn van de voordelen van transnationale vrijwilligersactiviteiten vergroten door middel van voorlichtings-, begeleidings- en bewustmakingsactiviteiten, met bijzondere aandacht voor bewustmaking van kansarme jongeren. Dat houdt onder meer in te promoten dat:

a) vrijwilligersactiviteiten jongeren toelaten concreet bij te dragen tot het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen;

b) vrijwilligerswerk de persoonlijke, educatieve, sociale, burgerlijke en professionele ontwikkeling van jongeren bevordert en hen helpt de vaardigheden en competenties te ontwikkelen die de arbeidsmarkt nodig heeft en waardeert;

c) er kaders bestaan ter ondersteuning van de identificatie, documentatie en validatie van leerresultaten van vrijwilligersactiviteiten (met inbegrip van Youthpass en Europass), met name via acties waarbij nationale belanghebbenden in de sectoren onderwijs, opleiding, werkgelegenheid, sociale diensten en jeugdzaken worden betrokken;

6. gemeenschapsvormende activiteiten in verband met vrijwilligerswerk ondersteunen en bevorderen. Hierbij gaat het met name om:

a) het bevorderen van de werking van netwerken van vrijwilligers die actief zijn in het kader van bestaande nationale regelingen, met name netwerken met een langetermijnvisie — dat wil zeggen netwerken die niet gekoppeld zijn aan of beperkt zijn tot de duur van individuele projecten;

b) het bevorderen van bestaande Europese netwerken die verband houden met vrijwilligerswerk, met name het Europees solidariteitsnetwerk en EuroPeers, alsook andere middelen en platformen die toegankelijk zijn via de portaalsite van het Europees Solidariteitskorps op de Europese Jongerensite;

c) het aanmoedigen van voormalige vrijwilligers om hun ervaringen te delen via jeugdnetwerken, onderwijsinstellingen en workshops als ambassadeurs of als leden van een netwerk, en huidige of toekomstige vrijwilligers op te leiden;

d) het aanmoedigen van de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten om vrijwilligers te ondersteunen bij hun integratie in de gastgemeenschap tijdens hun activiteit en bij hun aanhoudende betrokkenheid bij vrijwilligersactiviteiten na hun terugkeer naar huis, met bijzondere aandacht voor het begeleiden van kansarme jongeren;

7. nieuwe trends en alternatieve aspecten en vormen van vrijwilligerswerk onderzoeken, onder meer door:

a) het bevorderen van digitaal vrijwilligerswerk, het uittesten van verscheidene vormen van vrijwilligerswerk en het verzamelen van documentatie hierover, ook over vrijwilligerswerk in een transnationale context, als aanvulling op fysieke mobiliteit of als een op zichzelf staande vorm van vrijwilligersactiviteiten. Dit kan met name van belang zijn om de toegang tot vrijwilligerswerk voor kansarme jongeren te verbeteren;

b) het onderkennen van de waarde van vrijwilligerswerk tussen de generaties als een waardevolle bijdrage aan het aanpakken van de uitdagingen waarmee een vergrijzende samenleving wordt geconfronteerd, alsook als een manier om jongeren te betrekken bij een intergenerationele dialoog, de overdracht van kennis tussen de generaties te vergemakkelijken en de sociale cohesie te verbeteren;

8. synergieën, complementariteit en continuïteit tot stand brengen tussen vrijwilligersprogramma’s en initiatieven op Europees niveau en (op verschillende niveaus) in de afzonderlijke lidstaten. Het gaat bijvoorbeeld om:

a) het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten over bestaande regelingen voor vrijwilligerswerk, met inbegrip van nationale regelingen voor ambtenaren, indien deze bestaan, en het doorgeven van dergelijke informatie aan de Europese Commissie om de publicatie ervan op de Europese Jongerensite en de jongerenwiki en de ontwikkeling van beste praktijken te vergemakkelijken;

b) het overwegen van maatregelen ter bevordering en ondersteuning van de overdracht van beste praktijken uit andere vrijwilligersprogramma’s;

9. vrijwilligersactiviteiten ondersteunen die een zinvolle bijdrage leveren aan het aanpakken van klimaat- en milieugerelateerde uitdagingen, door:

a) het aanmoedigen van de integratie van groene praktijken in alle vrijwilligersprojecten en -activiteiten en het bevorderen van ecologisch duurzaam en verantwoord gedrag onder deelnemers en deelnemende organisaties;

b) het bevorderen van de verkleining van de ecologische voetafdruk van vrijwilligersactiviteiten, bijvoorbeeld door de vermindering van afval, recycling en het gebruik van duurzame vervoermiddelen;

c) het bevorderen van de ontwikkeling van vrijwilligersactiviteiten die betrekking hebben op milieubescherming, duurzaamheid, klimaatdoelstellingen en rampenpreventie en wederopbouw;

10. het opnemen van informatie over gemaakte vorderingen bij de uitvoering van deze aanbeveling in de regelmatige updates in het kader van de EU-strategie voor jongeren, met name als onderdeel van de toekomstige nationale actieplanners (FNAP’s).


VERZOEKT DE COMMISSIE:

1. de lidstaten te ondersteunen bij het volgen van deze aanbeveling via de samenwerkingsmechanismen en -instrumenten van de EU-strategie voor jongeren en de jongerenprogramma’s van de EU, met name het Europees Solidariteitskorps;

2. wederzijds leren en uitwisselingen tussen de lidstaten en alle relevante belanghebbenden op verschillende niveaus te vergemakkelijken door middel van activiteiten zoals collegiaal leren en adviseren, deskundigengroepen, netwerken en andere samenwerkingsstructuren, met bijzondere aandacht voor synergieën en complementariteit tussen regelingen op EU- en nationaal niveau, met inbegrip van nationale ambtenarenregelingen, voor zover deze bestaan. Daartoe moet gebruik worden gemaakt van bestaande ruimten, zoals de jongerenwiki en de Europese Jongerensite, waar middelen en kennis kunnen worden gedeeld tussen de lidstaten en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) op verschillende niveaus;

3. nieuwe trends en vormen van vrijwilligerswerk te verkennen door het verzamelen van feitenmateriaal, het ontwikkelen van beste praktijken en het opstellen van richtsnoeren en handboeken, met name met betrekking tot digitaal of gemengd vrijwilligerswerk en intergenerationeel vrijwilligerswerk;

4. Europese mogelijkheden voor vrijwilligerswerk voor jongeren, ook voor kansarme personen, te promoten en hierover informatie te verstrekken via de Europese Jongerensite, die het registratie-instrument voor solidariteitsactiviteiten in het kader van het Europees Solidariteitskorps bevat. In samenwerking met de lidstaten op de Europese Jongerenportaalsite links naar relevante nationale websites op te nemen 48 ;

5. grensoverschrijdend vrijwilligerswerk voor jongeren met een handicap te vergemakkelijken door tegen eind 2023 een Europese gehandicaptenkaart voor te stellen die in alle EU-lidstaten erkend moet worden. In dit voorstel voort te bouwen op de ervaringen van het lopende proefproject met de Europese gehandicaptenkaart in acht lidstaten 49 en op de EU‑parkeerkaart voor personen met een handicap;

6. het gebruik van bestaande EU-instrumenten ter ondersteuning van de validatie van leerresultaten van niet-formeel en informeel leren, met name Youthpass en het Europass-platform, verder te ontwikkelen, te bevorderen en te ondersteunen, onder meer door middel van Europese digitale credentials voor leerprestaties;

7. ondersteuning te bieden voor onderzoek en gegevensverzameling over de langetermijneffecten van vrijwilligerswerk en solidariteitsactiviteiten voor personen en organisaties, alsook voor de samenleving, met inbegrip van lessen en inzichten uit de COVID‑19-pandemie op de vrijwilligerssector en de paraatheid ervan voor soortgelijke crises, door middel van studies, enquêtes, statistieken, onderzoek en gegevensanalyse;

8. de FNAP’s te gebruiken om informatie te verzamelen over de vorderingen van de lidstaten bij het opvolgen van deze aanbeveling;

9. verslag uit te brengen over de toepassing van deze aanbeveling van de Raad in het kader van de werkzaamheden voor de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren en van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese onderwijsruimte en verder.

Deze aanbeveling vervangt Aanbeveling van de Raad van 20 november 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1) Verordening (EU) 2021/888 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps” en tot intrekking van Verordeningen (EU) 2018/1475 en (EU) nr. 375/2014 (europa.eu) .
(2) PB C 319 van 13.12.2008, blz. 8.
(3) PB C 456 van 18.12.2018, blz. 1.
(4) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese onderwijsruimte tegen 2025 tot stand brengen, COM(2020) 625 final, beschikbaar op EUR-Lex - 52020DC0625 - NL - (eur-lex.europa.eu) .
(5) Resolutie van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021‑2030) (PB C 66 van 26.2.2021), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX:32021G0226(01)
(6) https://europa.eu/youth/d 8 /sites/default/files/inline-files/ 1 _EN_ACT_part 1 _v 3 .pdf
(7) Digitaal vrijwilligerswerk, ook virtueel of online vrijwilligerswerk genoemd, omvat vrijwilligersactiviteiten die worden uitgevoerd met behulp van internetgebaseerde technologie en instrumenten, doorgaans zonder fysieke mobiliteit.
(8) De praktijk om vrijwilligerswerk en vakantie te combineren, waarbij mensen deelnemen aan solidariteitsactiviteiten als integraal onderdeel van een vakantiebelevenis waarvoor zij betalen (ook wel “vrijwilligerstoerisme” genoemd in studies en de media).
(9) Er zij aan herinnerd dat Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voorziet in de coördinatie van de socialezekerheidsrechten, met inbegrip van prestaties bij ziekte, in grensoverschrijdende situaties en van toepassing is op vrijwilligers die zich tussen lidstaten verplaatsen.
(10) Tussen 2018 en 2020 was het Europees Solidariteitskorps gebaseerd op Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).Voor de periode 2021‑2027 is het Europees Solidariteitskorps gebaseerd op Verordening (EU) 2021/888 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps” en tot intrekking van Verordeningen (EU) 2018/1475 en (EU) nr. 375/2014 (PB L 202 van 8.6.2021, blz. 32).
(11) Uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende het kader van inclusiemaatregelen van de programma’s Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps 2021‑2027 . Erasmus+ (europa.eu) , vastgesteld op 22 oktober 2021.
(12) www.youthpass.eu/en/">Youthpass .
(13) Register van documenten van de Commissie - COM(2021) 634 (europa.eu) .
(14) COM(2020) 565 final van 18.9.2020, COM(2020) 620 final van 9.10.2020, COM(2020) 698 final van 12.11.2020, COM(2021) 101 final van 3.3.2021.
(15) Evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en aanbeveling van de Raad over de mobiliteit van jonge vrijwilligers (europa.eu) , SWD(2017) 281.
(16) Vrijwilligerswerk voor jongeren – projecten in andere EU-landen (update) (europa.eu) .
(17) Study on removing obstacles to cross-border solidarity activities, PPMI Group in cooperation with EPRD, 2020, https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/1a7042cb-e678-11ea-ad25-01aa75ed71a1
(18) https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12774-Youth-volunteering-working-on-projects-in-other-EU-countries-update-/public-consultation_nl
(19) Idem voetnoot 18.
(20) “Promoting the mobility of young volunteers and cross-border solidarity, a practical toolbox for actors and stakeholders in the field of youth and recommendations for policymakers”, opgesteld door de deskundigengroep die door de Europese Commissie is opgericht ter ondersteuning van het herzieningsproces van de aanbeveling van de Raad van 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers, 2021 (werkzaamheden uitgevoerd tussen september 2019 en september 2020).
(21) “Expert Group on the mobility of Young volunteers and cross-border solidarity, Background paper to support the Commission in reviewing the 2008 Council Recommendation on the mobility of young volunteers”, Ecorys, februari 2020.
(22) Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 326 van 26.10.2012, blz. 391).
(23) https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/soteu_ 2021 _address_nl_ 1 .pdf
(24) www.europarl.europa.eu/doceo/document">Aangenomen teksten - De gevolgen van COVID‑19 voor jongeren en sport - Woensdag 10 februari 2021 (europa.eu) .
(25) PB C 456 van 18.12.2018, blz. 1.
(26) https://europa.eu/youth/d8/sites/default/files/inline-files/1_EN_ACT_part1_v3.pdf
(27) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:42018Y1218(01)&qid=1578414694481
(28) Evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en Aanbeveling van de Raad over de mobiliteit van jonge vrijwilligers, 2017.
(29) “Promoting the mobility of young volunteers and cross-border solidarity, a practical toolbox for actors and stakeholders in the field of youth and recommendations for policymakers”, opgesteld door de deskundigengroep die door de Europese Commissie is opgericht ter ondersteuning van de herziening van de aanbeveling van de Raad van 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers, 2021 (werkzaamheden uitgevoerd van september 2019 tot en met september 2020).
(30) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese onderwijsruimte tegen 2025 tot stand brengen, COM(2020) 625 final, beschikbaar op EUR-Lex - 52020DC0625 - NL - (eur-lex.europa.eu) .
(31) Er zij aan herinnerd dat Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voorziet in de coördinatie van de socialezekerheidsrechten, met inbegrip van prestaties bij ziekte, in grensoverschrijdende situaties en van toepassing is op vrijwilligers die zich tussen lidstaten verplaatsen.
(32) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 32, bijlage I, onder E. Uitvoering via het portaal “Uw Europa”: Uw Europa (europa.eu) .
(33) COM(2020) 758 final.
(34) Youthpass is het belangrijkste erkennings- en validatie-instrument dat voor alle deelnemers aan Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps beschikbaar is om het leerproces weer te geven en hun leerresultaten te documenteren in het Youthpass-certificaat.
(35) Besluit (EU) 2018/646 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verstrekken van betere diensten voor vaardigheden en kwalificaties (Europass) en houdende intrekking van Beschikking nr. 2241/2004/EG (PB L 112 van 2.5.2018, blz. 42) stelt een Europees kader vast ter ondersteuning van de transparantie en het begrip van vaardigheden en kwalificaties die in formele, niet-formele en informele contexten, waaronder praktische ervaringen, mobiliteit en vrijwilligerswerk, zijn verworven.
(36) PB C 398 van 22.12.2012, blz. 1.
(37) Evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en aanbeveling van de Raad over de mobiliteit van jonge vrijwilligers (europa.eu) van maart 2016.
(38) Vrijwilligers worden niet betaald voor hun tijd, maar kosten kunnen wel worden gedekt. Deze zijn doorgaans beperkt tot reizen, maaltijden of logies en/of andere kleine persoonlijke uitgaven.
(39) Zie dezelfde definitie in artikel 2, punt 4), van Verordening (EU) 2021/888.
(40) Met inbegrip van informatie over de procedures voor het aanvragen van een Europese ziekteverzekeringskaart (EHIC) en gedetailleerde informatie over wat al dan niet onder de nationale gezondheidszorgstelsels valt.
(41) De meertalige portaalsite “Uw Europa” in toepassing van Verordening (EU) 2018/1724, PB L 295; het gedeelte jongerenwiki van de Europese Jongerensite; informatie op het Europaportaal, bv. over de EHIC: Een kaart aanvragen - Werkgelegenheid, Sociale Zaken & Inclusie - Europese Commissie (europa.eu) .
(42) De praktijk om vrijwilligerswerk en vakantie te combineren, waarbij mensen deelnemen aan solidariteitsactiviteiten als integraal onderdeel van een toeristische belevenis waarvoor zij betalen.
(43) Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het kader voor het instellen van een Europese jeugdwerkagenda (2020/C 415/01).
(44) Verordening (EU) 2021/888 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps” en tot intrekking van Verordeningen (EU) 2018/1475 en (EU) nr. 375/2014 (PB L 202 van 8.6.2021, blz. 32).
(45) Zie de inclusie- en diversiteitstrategie van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps voor richtsnoeren over de wijze waarop dit moet gebeuren: https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/implementation-guidelines-erasmus-and-european-solidarity-corps-inclusion-and-diversity_nl
(46) In lijn met in 2020 ‑ 2021 vastgestelde EU-strategieën voor gelijkheid en beleidskaders op het gebied van inclusie die gericht zijn op specifieke gediscrimineerde en achtergestelde groepen: EU-actieplan tegen racisme 2020 ‑ 2025 (COM( 2020 )  565  final van 18 . 9 . 2020 ), strategisch EU-kader voor gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma (COM( 2020 )  620  final van 9 . 10 . 2020 ), strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers (COM( 2020 )  698  final van 12 . 11 . 2020 ), actieplan voor integratie en inclusie (COM( 2020 )  758  final van 24 . 11 . 2020 ), strategie voor de rechten van personen met een handicap (COM( 2021 )  101  final van 3 . 3 . 2021 ).
(47) Dit is al een goede praktijk van het voormalige Europees vrijwilligerswerk en nu het Europees Solidariteitskorps, dat elke vrijwilliger gratis een Europese jongerenkaart biedt.
(48) Met informatie als bedoeld in punt 2, a), van deze aanbeveling, alsmede informatie over nationale regelingen voor vrijwilligerswerk.
(49) EU-gehandicaptenkaart - Werkgelegenheid, Sociale Zaken & Inclusie - Europese Commissie (europa.eu) .