Overwegingen bij COM(2022)22 - Ondertekening van de Overeenkomst met Mauritius over een verlenging van het protocol bij de visserijovereenkomst tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius 6 (“de overeenkomst”), die is goedgekeurd bij Besluit 2014/146/EU van de Raad 7 , is op 28 januari 2014 in werking getreden.

(2) Het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst (“het protocol”) 8 was met ingang van 8 december 2017 van toepassing voor een periode van vier jaar. Dat protocol is op 7 december 2021 verstreken.

(3) Op 28 september 2021 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met de Republiek Mauritius onderhandelingen te openen met het oog op de sluiting van een nieuw protocol tot uitvoering van de overeenkomst 9 .

(4) In afwachting van de afronding van de onderhandelingen over de vernieuwing van het protocol heeft de Commissie namens de Europese Unie onderhandeld over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius over een verlenging van het protocol met ten hoogste zes maanden. De onderhandelingen over de verlenging van het protocol zijn met goed gevolg afgerond en de briefwisseling is op 6 december 2021 geparafeerd.

(5) De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling moet ervoor zorgen dat de Europese Unie en de Republiek Mauritius hun samenwerking ter bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de wateren van de Republiek Mauritius kunnen voortzetten en dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten in die wateren kunnen blijven verrichten.

(6) Derhalve moet de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(7) Om de onderbreking van de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Unie in de wateren van de Republiek Mauritius te beperken, moet de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling voorlopig worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.