Overwegingen bij COM(2022)171 - Wijziging beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen voor Altantische tonijn en blauwtonijn in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2017/2107 van het Europees Parlement en de Raad 8 heeft de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (de Iccat) tijdens haar jaarvergaderingen van 2017, 2018, 2019 en 2021 een aantal juridisch bindende maatregelen voor de instandhouding van de onder haar bevoegdheid vallende visbestanden aangenomen. Daarnaast heeft de EU nog geen uitvoering gegeven aan juridisch bindende maatregelen met betrekking tot kweekactiviteiten voor blauwvintonijn die tijdens de Iccat-jaarvergadering van 2006 zijn aangenomen.

(2) Verordening (EU) 2017/2107 moet daarom worden gewijzigd om in het recht van de Unie uitvoering te geven aan de Iccat-maatregelen inzake tropische tonijn, Noord- en Zuid-Atlantische witte tonijn, Atlantische zeilvis, blauwe marlijn en witte marlijn, rapportage van gegevens over Istiophoridae, kortvinmakreelhaai, waarnemersprogramma’s, verantwoordelijkheden van wetenschappelijke waarnemers en een bijgewerkte lijst van Iccat-soorten.

(3) Verordening (EU) 2022/XX 9 moet worden gewijzigd om in het recht van de Unie uitvoering te geven aan [bepalingen inzake] jaarlijkse overdrachtaangiftes van kwekerijlidstaten en bepaalde kooiverplichtingen.

(4) Sommige bepalingen van de Iccat-aanbevelingen zullen waarschijnlijk tijdens volgende Iccat-jaarvergaderingen worden gewijzigd als gevolg van de invoering van nieuwe technische en beheersmaatregelen voor visserijtakken die onder het Iccat-verdrag vallen. Teneinde de toekomstige wijzigingen van de Iccat-aanbevelingen snel, vóór het begin van het visseizoen, in het recht van de Unie om te zetten, moet daarom aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de volgende aspecten: capaciteitsbeperkingen voor tropische tonijn en de verslaglegging over het jaarlijks capaciteits- en visserijplan voor tropische tonijn; de jaarlijkse overdracht voor grootoogtonijn, Noord- en Zuid-Atlantische witte tonijn en Noord- en Zuid-Atlantische zwaardvis; beheersplannen inzake visaantrekkende voorzieningen (FAD’s); het aantal instrumentboeien; de FAD-voorschriften; door vaartuigen in te dienen informatie voor FAD’s; verbodsperioden voor het gebruik van FAD’s; beperkingen van het aantal vaartuigen dat op Noord-Atlantische witte tonijn vist; het beheersplan voor Noord-Atlantische zwaardvis; voorwaarden voor het toestaan van het vangen en aan boord houden van kortvinmakreelhaaien; vereisten voor het maximaliseren van de overlevingskansen van zeeschildpadden; het minimumpercentage van waarnemersdekking en de meting van het dekkingspercentage; en de wijziging van de lijst van Iccat-soorten.

(5) Het aantal ondersteuningsvaartuigen dat ondersteuning biedt aan ringzegenvaartuigen mag niet toenemen ten opzichte van de in juni 2020 geregistreerde aantallen, zoals bepaald in Iccat-aanbeveling 21-01. Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen.

(6) De Verordeningen (EU) 2017/2107 en (EU) 2022/XX moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,